Het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) heeft het RIVM gevraagd om frequent representatieve gedragsindicatoren op te leveren om te kunnen presenteren op het Coronadashboard, zowel landelijk als naar veiligheidsregio. Het Coronadashboard geeft informatie over de ontwikkeling van het nieuwe coronavirus in Nederland. Door het dashboard aan te vullen met gedragsindicatoren krijgen we een beeld of het publiek de maatregelen en adviezen steunt en de mate waarin mensen zeggen de maatregelen en adviezen te volgen. De uitkomsten geven beleidsmakers aanknopingspunten om maatregelen en adviezen of campagnes te ontwerpen, om het naleving en volgen te bevorderen en te faciliteren.

Update n.a.v. Afschaling maatregelen en adviezen

Nu er geen coronamaatregelen meer zijn, worden er geen gedragsindicatoren met betrekking tot naleving en draagvlak gepresenteerd op het Coronadashboard. In het trendonderzoek blijven we wel monitoren hoe mensen omgaan met de huidige generieke adviezen om luchtweginfecties te voorkomen. Zo krijgen we achteraf een beter inzicht in het gedrag in een samenleving zonder maatregelen. Dit helpt ons om bij een eventuele volgende uitbraak en aanpassing van de adviezen of maatregelen, het gedrag van mensen beter te duiden.

Het trendonderzoek is gestart in het najaar van 2020. Tot april 2022 vond iedere drie weken een meting plaats, daarna vierwekelijks tot december 2022. In 2023 zijn drie metingen (met intervallen van zes weken) in het voorjaar en drie metingen in het najaar uitgevoerd; in de tussenliggende zomerperiode is niet gemeten.

Het onderzoek wordt gecoördineerd en geanalyseerd door de Gedragsunit van het RIVM.

Het onderzoek wordt gecoördineerd en geanalyseerd door de Gedragsunit van het RIVM. De dataverzameling vindt plaats via het internet met behulp van een geprogrammeerde vragenlijst. De steekproef bestaat uit respondenten van 16 jaar en ouder. 

Tot en met ronde 30 is er gekozen voor een disproportioneel gestratificeerde steekproef. Dat betekent dat er naar gestreefd wordt dat elke Veiligheidsregio voldoende vertegenwoordigd is in de steekproef (200 respondenten per Veiligheidsregio, per meting) ongeacht de bevolkingsomvang van de afzonderlijke Veiligheidsregio’s. Hierdoor kan landelijke spreiding van deelnemers worden gegarandeerd en kunnen regionale verschillen in kaart worden gebracht. Deelnemers aan het onderzoek werden geselecteerd uit het Kantar Consumentenpanel (NIPObase). Vanaf ronde 31 worden deelnemers aan het onderzoek geselecteerd uit het panel van I&O Research. Er wordt een landelijk representatieve steekproef getrokken op basis van leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en provincie. Vanaf ronde 31 worden er geen verschillen tussen Veiligheidsregio’s meer in kaart gebracht. 

De vragenlijst is door het RIVM opgesteld en is gebaseerd op de basismaatregelen en adviezen die door het kabinet worden geadviseerd. De vragenlijst wordt zo constant mogelijk gehouden voor valide vergelijkingen over de tijd. Op 29 september 2020 is de eerste ronde gestart, met intervallen van 3 weken tussen de rondes daarna. Van ronde 28 tot 33 werd de vragenlijst vierwekelijks afgenomen, sindsdien zeswekelijks. Tussen ronde 30 en 31 zit een periode van bijna vier maanden, en tussen ronde 36 en 37 zat vijf maanden. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de data van de metingen en de bijbehorende respons.

  Datum Respons
Ronde 1                    29 sept - 5 okt 2020         5.026
Ronde 2 20 - 26 okt 2020 5.262
Ronde 3 10 - 16 nov 2020 4.890
Ronde 4 1  - 7 dec 2020 4.976
Ronde 5 15 - 21 dec 2020 5.294
Ronde 6  5 -11 jan 2021 4.971
Ronde 7 26 jan - 1 feb 2021 4.965
Ronde 8 16 - 22 feb 2021 4.976
Ronde 9  9 - 15 mrt 2021 5.076
Ronde 10 30 mrt - 5 apr 2021 5.026
Ronde 11 20 - 26 apr 2021 4.943
Ronde 12 11 - 17 mei 2021 5.255
Ronde 13 1 - 7 juni 2021 2021 4.970
Ronde 14 29 juni – 5 juli 2021 5.137
Ronde 15 13 – 19 juli 2021 4.869
Ronde 16 3 - 9 augustus 2021 4.940
Ronde 17 24 - 30 augustus 2021 4.896
Ronde 18 14 - 20 september 2021 4.949
Ronde 19 5 - 11 oktober 2021 5.357
Ronde 20 26 oktober - 1 november 2021 5.043
Ronde 21 16 november - 22 november 2021 5.432
Ronde 22 7 - 13 december 2021 5.337
Ronde 23 4 - 10 januari 2022 5.251
Ronde 24 25 - 31 januari 2022 5.254
Ronde 25 17 - 23 februari 2022 5.192
Ronde 26 8 - 14 maart 2022 5.118
Ronde 27 29 maart - 4 april 2022 5.161
Ronde 28 26 april - 3 mei 2022 5.090
Ronde 29 24 - 30 mei 2022 5.230
Ronde 30 21- 27 juni 2022 5.158
Ronde 31 11 - 17 oktober 2022 5.558
Ronde 32 8 - 14 november 2022 5.026
Ronde 33 6 - 12 december 2022 5.079
Ronde 34 17 - 23 januari 2023 5.066
Ronde 35 28 februari - 6 maart 2023 5.468
Ronde 36 11 - 17 april 2023 5.036
Ronde 37 12-18 september 2023 4.963
Ronde 38 24 - 30 oktober 2023 5.059
Ronde 39 5 - 11 december 2023 5.064

Elke ronde wordt de vragenlijst door in totaal ongeveer 5.000 personen ingevuld. De resultaten worden gewogen naar leeftijd, geslacht en opleidingsniveau op basis van CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)-populatiecijfers. Vanaf ronde 31 worden de resultaten gewogen naar leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en provincie. Weging zorgt ervoor dat eventuele ondervertegenwoordiging van een bevolkingsgroep in de steekproef wordt gecompenseerd.

Door de overstap naar een ander onderzoeksbureau en dus een ander panel kan er sprake zijn van trendbreuk waardoor verschillen ten opzichte van de meetrondes voor oktober mogelijk niet eenduidig zijn. Om te controleren hoe groot het effect van het andere onderzoekspanel is geweest op de indicatoren van ronde 31, zijn verschillende indicatoren gevalideerd naast externe databronnen of naast andere indicatoren uit dit onderzoek. Hiervoor is onder andere gebruik gemaakt van data van Infectieradar en de vaccinatiecijfers van voorgaande meetrondes. Op basis hiervan zijn geen duidelijke aanwijzingen voor trendbreuk gevonden. Omdat een mogelijke trendbreuk niet volledig kan worden uitgesloten, zijn we vanaf ronde 31 wel wat terughoudender met het interpreteren van (kleine) veranderingen ten opzichte van meetrondes daarvoor. 

Het trendonderzoek verschilt qua onderzoeksdesign- en doel van het grootschalig onderzoek naar gedrag en welbevinden in coronatijd dat het RIVM elke zes weken hield en na de afschaling van de maatregelen eens per kwartaal. Het trendonderzoek bekijkt een landelijk representatieve groep en maakt daarmee generalisatie van de resultaten naar de Nederlandse bevolking mogelijk. 

Het grootschalig vragenlijstonderzoek volgde een groep deelnemers over de tijd. Het heeft een longitudinaal karakter en kijkt naar veranderingen vanaf het begin van de coronacrisis, en leent zich door het meten van een veel breder scala aan factoren voor het verklaren van gedrag en gedragsveranderingen. In september 2022 is het grootschalig vragenlijstonderzoek beëindigd. Daarom zijn in het trendonderzoek vanaf ronde 31 (oktober 2022) een aantal aanvullende indicatoren opgenomen, zoals welbevinden.  

Grootschalig onderzoek naar gedrag en welbevinden in coronatijd

Het grootschalig onderzoek had een longitudinaal design. Veranderingen over de tijd in onder meer gedrag, welbevinden en factoren die dit kunnen verklaren, zijn gerapporteerd over mensen die aan meerdere meetrondes hebben deelgenomen. De deelnemers vormden een dynamisch cohort waarin in- en uitstroom op verschillende momenten plaatsvindt.  

Het grootschalig onderzoek had een groot aantal deelnemers (tussen 30.000 en 65.000 per ronde). Deze zijn op demografische kenmerken niet geheel representatief voor de Nederlandse bevolking. De data geven wel een goede indicatie van hoe het met Nederland ging en van de veranderingen in gedrag, welzijn en draagvlak over tijd. Door de grote aantallen en de bredere inhoudelijke opzet (o.a. vragen over welzijn, communicatie, vertrouwen in de overheid) zijn verdiepingsslagen goed mogelijk. Het longitudinale design stelt ons in staat zowel naar verklarende patronen en relaties te kijken tussen deelnemers als binnen deelnemers over tijd. 

Trendonderzoek basismaatregelen

De onderzoeksopzet van het trendonderzoek is een cross-sectioneel design met verschillende deelnemers op verschillende meetmomenten. Het bevat veel minder onderwerpen dan het grootschalig onderzoek en stelt ons niet in staat om binnen deelnemers over tijd naar veranderingen te kijken.

De kracht van dit trendonderzoek is representativiteit van het sample en een korte vragenlijst zodat resultaten snel beschikbaar zijn. Om representatieve cijfers op te leveren (voor bijvoorbeeld de Nederlandse bevolking of de bevolking van een Veiligheidsregio) zou het qua design het meest wenselijk zijn elke ronde een steekproef te trekken uit de Basisregistratie Personen. Omdat dat in de praktijk niet haalbaar is, is ervoor gekozen om de steekproef te trekken uit het panel van Kantar (n=95.000). Vanaf ronde 31 worden deelnemers uit het panel van I&O Research geworven.

I&O-panelleden worden actief geworven op basis van aselecte steekproeven. Doordat respondenten alleen op uitnodiging panellid kunnen worden, is de selectiebias gering en kan er worden gestuurd op een goede spreiding naar achtergrondkenmerken.

De vragenlijst van het trendonderzoek is gebaseerd op de basismaatregelen en adviezen die door het kabinet worden vastgesteld. Hierbij wordt zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van de items die de kern vormen van het vragenlijstonderzoek gedragsregels en welbevinden in coronatijd.

De respondenten is gevraagd of ze de volgende gedragsadviezen hebben nageleefd en of ze achter deze adviezen staan (draagvlak). De resultaten moeten worden geïnterpreteerd in het kader van de op dat moment geldende regels of adviezen.  

  1. Was vaak je handen: Na de versoepelingen blijft vaak je handen te wassen nog steeds een advies. Omwille van de vergelijkbaarheid wordt hier nog steeds gekeken of respondenten meer dan 10 keer per dag hun handen wassen in situaties dat dit zou moeten.
    In het grootschalige cohortonderzoek van de Gedragsunit is uitgebreider gekeken naar handen wassen en op basis daarvan konden we iets zeggen over hoe vaak het gemiddeld genomen lukte om handen te wassen in situaties waarbij dat zou moeten (bijvoorbeeld voor het eten, na toiletbezoek, bij het weggaan, bij thuiskomst etc.). Deze methode is, omwille van de lengte van de vragenlijst voor het Trendonderzoek niet gebruikt. In plaats daarvan is Handen wassen gebaseerd op een afkappunt van meer dan 10 keer en daarmee een vereenvoudigde maat waarbij enige nuance op zijn plek is. Aan de hoogte van het percentage is dus lastig vast te stellen of het voldoende is geweest of niet. Voor het trendonderzoek is ervan uitgegaan dat de regionale verschillen en de trend over tijd van deze maat wel constant is. Ruimtelijke en temporele variatie kan daarmee goed gemonitord worden.
  2. Hoest en nies in je elleboog: Na de versoepelingen blijft hoesten en niezen in je elleboog nog steeds een advies. We vragen deelnemers daarom nog steeds hoe vaak het gemiddeld genomen gelukt is om in de elleboog te hoesten of niezen indien dit van toepassing was.
  3. Als je ziek bent, blijf thuis: Tot en met ronde 35 maten we of respondenten, conform het advies van de overheid, binnen bleven als zij coronagerelateerde klachten hadden. Bij deze uitkomstmaat werd sinds ronde 11 rekening gehouden met situaties waarbij deelnemers met klachten met een geldige reden wel naar buiten mochten. Dit betrof na een negatieve (zelf)test uitslag, om naar de teststraat te gaan, bij dringende (medische) hulp of om in hun eigen tuin / balkon te zitten. Vanaf ronde 36 is het generieke advies om thuis te blijven als je ziek bent. We hebben deelnemers die klachten hadden gevraagd of ze zich ziek voelden terwijl ze die klachten hadden, en of ze in de periode dat ze zich ziek voelden de deur uit zijn geweest. We kunnen deze indicator niet vergelijken met de eerdere indicator ‘blijf thuis bij coronagerelateerde klachten’; er is dus geen sprake van een trendlijn.  
  4. Bij klachten, doe een test: Als een respondent corona gerelateerde klachten heeft, ondergaat hij of zij dan een (zelf)test? Vanaf ronde 36 geldt voor het eerst geen testadvies meer bij klachten. We hebben het deze ronde nog wel uitgevraagd, om te kijken of mensen dit desondanks nog doen.
  5. Bij klachten en na een positieve (zelf)test, ga in isolatie: Als een respondent corona gerelateerde klachten heeft, gaat hij of zij in isolatie na een positieve (zelf)test? Er wordt rekening gehouden met eventueel naar buiten gaan om je te laten testen of voor dringende (medische) hulp. 
  6. Zorg voor voldoende frisse lucht: Ventileren blijft een basisadvies na de afschaffing van de coronaspecifieke maatregelen. We vragen aan deelnemers of zij in de afgelopen week meestal of altijd een raam of ventilatierooster open hebben in de ruimtes in huis waar zij het meeste waren (bijvoorbeeld de keuken, eetkamer of woonkamer) en of ze de laatste keer dat ze (bijna) de hele dag thuis waren minimaal 2 keer of vaker de ramen of deuren een kwartier of langer wijd open hebben gezet. Deze indicator heeft een verbeterslag gehad vanaf ronde 18. 
  7. Thuiswerken: Vanaf 15 maart 2022 zijn er geen coronaregels en adviezen meer om thuis te werken. In het verleden is deze maatregel een aantal keren veranderd. Tot en met ronde 24 is omwille van de vergelijkbaarheid de indicator steeds op dezelfde manier berekend. Er is gekeken of de respondent minimaal evenveel uren thuis werkt als zijn of haar totaal aantal werkuren per week. Indien iemand geen werk heeft of niet thuis kan werken werd dit niet meegenomen. In de meetrondes 14 en 15 was de thuiswerk maatregel tijdelijk niet van toepassing. Vanaf ronde 25 is de regel aangepast naar: ‘de helft van de tijd thuiswerken’ en is daarmee ook de berekening van de indicator aangepast. Vanaf 15 maart 2022 zijn er geen coronaregels en adviezen meer om thuis te werken. We presenteren nu het percentage uren dat deelnemers gemiddeld thuiswerken. Indien iemand geen werk heeft of niet thuis kan werken wordt dit niet meegenomen.

Om een aantal redenen is er niet voor gekozen om cijfers uit het grootschalig onderzoek te presenteren op het Coronadashboard. Ten eerste was de frequentie tussen de metingen lager (namelijk zes wekelijks). Ten tweede was de vragenlijst lang en onderhevig aan wijzigingen. Ten derde was het gekozen design, een dynamisch cohortonderzoek, met mogelijk selectieve uitval minder geschikt voor presentatie op het dashboard. Ten vierde, niet alle veiligheidsregio’s hadden representatieve cijfers voorhanden wegens het ontbreken van een eigen regio panel (NB uitsplitsing op veiligheidsregio werd in het trendonderzoek gedaan t/m ronde 30).

Kortom, het doel van het grootschalig vragenlijst onderzoek is anders, namelijk longitudinaal en verklarend, waar voor het dashboard monitoring onder een representatief sample het doel is.

Verschil in resultaten tussen de twee onderzoeken zijn mogelijk te verklaren door:

  • Verschil in onderzoeksdesign zoals hierboven aangegeven.
  • Verschil in verwoording van de vragen. Het trendonderzoek houdt de basismaatregelen aan zoals op dit moment verwoord in officiële communicatie. Dit kan enigszins verschillen van het grootschalig onderzoek waar de verwoording sinds april 2020 alleen in noodzakelijke gevallen is aangepast om continuïteit in dataverzameling te borgen.
  • Verschil in meetmoment, waarbij op verschillende meetmomenten verschillende regels kunnen gelden.

Grote verschillen in resultaten tussen de meetrondes zijn mogelijk te verklaren door:

  • Een relatief lage respons (vergeleken met het grootschalig onderzoek), wat een grotere kans geeft op een variatie in uitkomsten. Met name in de vragen over naleving van 4 van de  gedragsregels (bij klachten: blijf thuis, bij klachten: laat je testen, na een positieve (zelf)test: ga in isolatie, en draag een mondkapje in het OV openbaar vervoer (openbaar vervoer) openbaar vervoer) is een relatief klein deel van de respondenten in de drie (of vier; afhankelijk van meetinterval) voorafgaande weken aan de enquête in een dergelijke situatie geweest. Dat betekent dat de respons voor deze vragen beduidend lager is dan voor de andere vragen, wat kan zorgen voor een grotere variatie in uitkomsten
  • Aanpassingen in het beleid, aangekondigd in persconferenties.
  • Verschil in verwoording vragenlijst over de meetronden. Daar waar dit aan de orde is, wordt dit altijd aangegeven. 
    • Ronde 1 is lastiger te vergelijken met de volgende rondes. Na ronde 1 is de vragenlijst namelijk in lijn gebracht met de geldende basismaatregelen zoals ze door de Rijksoverheid worden gecommuniceerd. Daarbij zijn de basisregels als leidraad genomen. Daarvoor is een gewijzigde vraagstelling doorgevoerd.
    • In ronde 4 is er een aanpassing geweest in de mondkapjes in ov vraag, vanwege mogelijke misinterpretatie van de vraag. Deze wijziging kan een mogelijk verschil opleveren in resultaat.
    • De vaccinatiebereidheid wordt vanaf ronde 7 alleen uitgevraagd bij deelnemers die nog geen uitnodiging hebben ontvangen. 
    • Vanaf ronde 12 wordt niet meer het percentage vaccinatiebereidheid gerapporteerd, maar het percentage mensen dat al minimaal één vaccinatie heeft gehad of bereid is zich te laten vaccineren. Tot en met ronde 5 waren er nog geen mensen die een vaccinatie hebben gehad. Vanaf ronde 6 neemt dit vaccinatiepercentage elke ronde toe.
    • Resultaten over naleving van en draagvlak voor de maatregel van maximaal aantal bezoekers ontvangen kan variëren doordat er in verschillende meetrondes verschillende maximale aantallen zijn uitgevraagd:
    • Tijdens ronde Maximum aantal toegestane bezoekers
          1      6
          2      3
          3      2
          4      3
          5      2
          6      2
          7      1
          8      1
          9      1
         10      1
         11      1
         12      2

         13

           4
         14 t/m 20     Geen maximum (maatregel niet meer van toepassing)
          21      4
          22      4
          23      2 (m.u.v. Oudjaarsavond toen 4 bezoekers waren toegestaan)
          24      4
          25 e.v.      Geen maximum

Open data

De data die ten grondslag liggen aan de gedragsindicatoren op het Coronadashboard worden integraal online gepubliceerd op data.rivm.nl