Overzicht van bijzondere meldingen, clusters en epidemieën van infectieziekten in binnen- en buitenland tot en met 31 januari 2013

content

Auteur(s): E. Fanoy

Infectieziekten Bulletin, jaargang 24, nummer 2, febuari 2013

Binnenlandse signalen

Aantal meldingen van legionellose hoger in december

Er zijn 29 meldingen van legionellose binnengekomen waarbij de eerste ziektedag van de patiënten in december 2012 was; 21 patiënten hadden de ziekte in Nederland opgelopen, 6 in het buitenland en bij 2 patiënten is dit nog niet bekend. Bij legionellose ligt de piek meestal in de zomermaanden. Normaalgesproken komen er weinig meldingen binnen van patiënten die in december ziek worden, de laatste 10 jaar waren het meestal tussen 10 en 18 meldingen. Ook het aantal meldingen van patiënten die in november ziek werden lag net wat hoger. De meldingen komen uit meerdere regio's van het land, en laten geen bijzonderheden zien in leeftijds- of geslachtsverdeling. Ook worden er geen gemeenschappelijke bronnen of bijzondere clusters gemeld. De weersomstandigheden spelen mogelijk een rol: een vrij warme herfst gevolgd door veel regenval in december. Op welke wijze dit een toename kan verklaren is echter niet duidelijk.
(Bron: Osiris)

Uitbraak van een voedsel-infectie na een diner in Amsterdam

De Universiteit van Amsterdam meldde op 10 januari een uitbraak van diarree bij een groep hoogleraren en hun partners, die een borrel en/of diner bijwoonden op 8 januari. Uit een cohortonderzoek uitgevoerd door de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Amsterdam bleek dat 73% van de 146 gasten die een vragenlijst hadden ingevuld (44% van de 335 genodigden) diarree had, waarvan 15% ook aangaf te hebben gebraakt. Bij de meeste patiënten begonnen de klachten de ochtend na het diner. De gerechten steaktartaar (RR relatieve risico's (relatieve risico's): 2.4; 95% BI 0.8-7.3) en kabeljauw (RR: 3.9; BI 0.7-22.6) bleken onafhankelijk van elkaar gerelateerd te zijn aan diarreeklachten. Deze relaties waren niet statistisch significant, waarschijnlijk omdat de meeste gasten deze gerechten hadden gegeten. Slechts 6 patiënten leverden feces in bij de GGD voor bacterieel en virologisch onderzoek. Hieruit kwam geen verwekker naar voren. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)) kon ook geen verwekker aantonen in de nog beschikbare voedselrestanten.
(Bronnen: GGD Amsterdam, NVWA)

Ongevaccineerde man krijgt mazelen na vakantie in Londen

Bij een man van 29 jaar met koorts en verdachte vlekjes werd mazelen vastgesteld door een positieve serologie IgM immuunglobuline M (immuunglobuline M) en met behulp van PCR polymerase chain reaction (polymerase chain reaction) van urine en een keeluitstrijk. De man was als kind niet gevaccineerd omdat de ouders bezwaar hadden tegen de vaccinatie. De man liep de besmetting vermoedelijk op tijdens een vakantie in London waar hij op nieuwjaarsdag deel nam aan ‘The Parade’ een evenement met ruim een half miljoen bezoekers. Door het grote aantal bezoekers was de infectiebron niet te traceren. In Noord-Oost Engeland is een mazelenuitbraak met inmiddels ruim 100 bevestigde en waarschijnlijke patiënten. Rondom de Nederlandse patiënt werd uitgebreid contactonderzoek ingezet. Tijdens de besmettelijke periode was hij tweemaal bij de huisarts geweest en werd hij ook opgenomen in het ziekenhuis vanwege de klachten en een aanvankelijk onduidelijke diagnose. Contacten bij de huisarts konden niet getraceerd worden. De tijd om directe contacten in het ziekenhuis vervroegd te vaccineren was al verstreken, maar deze contacten werden telefonisch benaderd met vragen over hun vaccinatiestatus en mogelijke andere risicocontacten (zoals ongevaccineerde kinderen die jonger dan 1 jaar zijn). Verdere verspreiding van mazelen in de populatie lijkt niet waarschijnlijk omdat de patiënt niet woont in een regio met een lage vaccinatiegraad.
(Bronnen: GGD Midden-Nederland, ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control). BMJ)

Buitenlandse signalen

Uitbraak van cholera op Cuba

In juli 2012 was er een cholera-uitbraak op Cuba. De uitbraak kwam na een grote uitbraak op Haïti en de Dominicaanse Republiek. Eind vorig jaar waren er in totaal 500 cholerapatiënten bij de Cubaanse volksgezondheidsautoriteiten gemeld. Op 6 januari 2013 werd een toename gezien van het aantal patiënten met acute diarree in de gemeentes rond Havana. Er wordt gedacht aan besmetting via voedsel. Op 14 januari waren er 51 bevestigde patiënten met Vibrio cholerae serogroep O1, serotype Ogawa en biotype El Tor, dezelfde stam die aangetoond is bij de uitbraak in Haïti en de Dominicaanse Republiek.

 


Figuur: Provincies van Cuba waarbij de provincies met cholerapatiënten oranje zijn gekleurd. (Bron: EWRS early warning response system (early warning response system))

Introductie van wild polio-virus in Egypte

In rioolwatermonsters uit de omgeving van Caïro is op 2 locaties wild poliovirus type 1 aangetroffen. Sequentieanalyse toont aan dat deze virussen sterk verwant zijn met de virussen die in Noord-Pakistan circuleren. Er zijn op dit moment in Egypte geen patiënten met polio bekend. Egypte is poliovrij sinds mei 2004. Het laatste rioolwatermonster dat positief was voor polio werd gevonden in december 2010 en leek sterk op de virussen die in Soedan circuleerden. Er hebben zich toen geen besmettingen voorgedaan.
In reactie op de recente vondst van wild poliovirus in het riool van Caïro wordt er rondom de vindplaatsen actief gezocht naar poliopatiënten. Het rioolwateronderzoek wordt geïntensiveerd en er wordt een extra vaccinatie van 3 miljoen kinderen voorbereid. Bovendien wordt een serologische studie uitgevoerd. Vanwege de politieke onrust van de laatste jaren is er maar tweemaal een nationale vaccinatiedag geweest, waardoor er mogelijk gaps of immunity zijn ontstaan.
(Bronnen: EPI Centrum Epidemiologie en Surveillance van infectieziekten (Centrum Epidemiologie en Surveillance van infectieziekten)-South, WHO World Health Organization (World Health Organization))

Humane aviaire influenza A(H5N1) in Cambodja

Het Ministerie van Gezondheid van Cambodja meldde 5 nieuwe patiënten met aviaire influenza A(H5N1) in januari. Vier patiënten zijn overleden. Het vijfde patiëntje, een baby van 8 maanden, had milde influenza-achtige verschijnselen. Vier van de 5 patiënten hadden nauw contact gehad met ziek of dood pluimvee. Er is geen epidemiologische link tussen de 5 gevallen en er is geen aanwijzing voor mens-op-mens-transmissie. Sinds 2005 zijn er 26 patiënten met aviaire influenza A(H5N1) gerapporteerd in Cambodja waarvan 23 zijn overleden.
(Bron: WHO)

Auteur

E. Fanoy, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven

Correspondentie

E. Fanoy | ewout.fanoy@rivm.nl