Het RIVM doet onderzoek naar hoofdluis. Hoe vaak komt hoofdluis voor? In welke leeftijdsgroepen? Zijn er verschillen tussen jongens en meisjes?
Laatste update: oktober 2018
Onderzoeksmethoden
In september 2017 en september 2018 zijn twee representatieve steekproeven gedaan onder ruim 600 Nederlandse gezinnen met ten minste één kind tussen 0 en 18 jaar. Daarnaast is een citizen science-onderzoek uitgevoerd: van 2015 tot medio 2017 hebben ruim 3000 gezinnen een uitgebreide vragenlijst over hoofdluis ingevuld en ruim 1000 gezinnen hebben enkele maanden of langer meegedaan aan een maandelijkse vragenlijst. Hieronder enkele resultaten uit deze onderzoeken.
Hoe vaak komt hoofdluis voor?
In september 2017 en september 2018 is dezelfde vragenlijst over het voorkomen van hoofdluis uitgezet onder ruim 600 gezinnen met kinderen onder de 18 jaar. De gezinnen hebben van elk gezinslid aangegeven of hij/zij op dat moment hoofdluis had.
De percentages van kinderen die op het moment van de steekproeven hoofdluis hadden in september 2017 en september 2018 zijn vergelijkbaar.
Op het moment van de laatste steekproef (september 2018) had 3,1% van de 0- tot 18-jarigen last van hoofdluis. Daarbij zijn verschillen per leeftijdsgroep te zien. Bij kinderen in de basisschoolleeftijd kwam hoofdluis het meest voor: 7,1%. In de grafiek zijn de resultaten uit de steekproef van september 2018 te zien.
Grafiek met resultaten steekproef september 2018; percentages kinderen met hoofdluis in 3 leeftijdsgroepen.
Verschillen jongens en meisjes
In de steekproef van 2018 is verschil te zien tussen jongens en meisjes. In de leeftijdsgroep 0 tot en met 18 jaar rapporteert 0,7% van de jongens en 5,6% van de meisjes hoofdluis. In de steekproef van 2017 is dit verschil tussen jongens en meisjes niet te zien.