De concentratie totaal-fosfor in grondwater is hoger in klei- en veengebieden dan in zandgebieden. Opgelost organisch gebonden fosfaat komt vrij bij de afbraak van organisch materiaal in klei- en veengronden. In landelijk gebied draagt de input van dierlijke mest en kunstmest bij aan de verhoogde concentraties totaal-fosfor. Verder komen er hoofdzakelijk in de klei- en veengedomineerde gebieden in laag Nederland normoverschrijdingen voor in het ondiepe grondwater.
Inleiding
In bodem- en grondwater komt fosfor voor als fosfaat en organisch gebonden fosfor. Onder natuurlijke omstandigheden zijn alleen sommige vormen van organisch gebonden fosfor mobiel. Fosfaat is nodig voor plantengroei. In natuurgebieden is fosfaat hoofdzakelijk afkomstig uit atmosferische depositie en via inlaat van gebiedsvreemd water. Over het algemeen ontstaat er in natuurgebieden geen fosfor overschot omdat de aanvoer gering is. Op landbouwgronden wordt fosfor ook aangevoerd via dierlijke mest en kunstmest. Doorgaans is de aanvoer hoger dan de afvoer met het gewas. Fosfaat accumuleert in de bodem, het spoelt niet uit naar grondwater. Verwacht wordt dat fosfaat afkomstig uit belasting aan het oppervlak niet terecht komt in het ondiepe grondwater. Op plaatsen waar organisch materiaal aanwezig is en wordt afgebroken, zal totaal-fosfor verhoogd voorkomen. De concentratie totaal-fosfor in grondwater is hierom hoger in klei- en veengebieden, aangezien hier van nature organisch materiaal aanwezig is[1].
Tussen 2000 en 2010 is de aanvoer van fosfor via mest sterk afgenomen. De aanvoer van fosfor aan landbouwgrond via kunstmest ligt sinds 2010 rond de 300 g per hectare per jaar[2].
De emissie van totaal-fosfor naar de bodem is sterk afgenomen over de afgelopen tientallen jaren. De landelijke emissie van totaal-fosfor naar de bodem is gedaald van 67 miljoen kg (kilogram) in 1990 tot 230 duizend kg in 2017. De grootste emissies van totaal-fosfor naar de bodem worden gevonden in het westen van het land[3].
Toestand
Bij de ecodistrictsgroepen in het ondiepe grondwater (ca. 10 meter diepte) worden in de zeekleigebieden en de polders en droogmakerijen de hoogste mediane concentraties totaal-fosfor gevonden.
Bij de homogene gebieden in het ondiepe grondwater is de mediane concentratie totaal-fosfor het hoogst in stedelijk gebied in laag Nederland. In akkerbouw op zeeklei is de mediane concentratie eveneens relatief hoog.
Bij de ecodistrictsgroepen in het middeldiepe grondwater (ca. 25 meter diepte) zijn de mediane concentraties het hoogst in de duinen en strandwallen en in de zeekleigebieden. Ook in de polders en droogmakerijen is de mediane concentratie hoog.
Bij de homogene gebieden in het middeldiepe grondwater zijn de hoogste mediane concentraties totaal-fosfor gemeten in akkerbouw op zeeklei en stedelijk gebied in laag Nederland.
De gebruikte norm voor totaal-fosfor is de drempelwaarde (zie Tabel 2 in Metingen: waar, wat en hoe?). De norm in zoet grondwater is 2 mg/l. In brak en zout grondwater ligt deze norm hoger, hier geldt een norm van 6,9 mg/l.
Bij de ecodistrictsgroepen zijn in het ondiepe grondwater enkel normoverschrijdingen in de duinen en strandwallen (13%) en de zeekleigebieden (7%). In het middeldiepe grondwater zijn er normoverschrijdingen in de Gelderse Vallei en Veluwezoom (10%) en in de zeekleigebieden (5%). Het percentage normoverschrijdingen in de Geldersevallei en Veluwezoom is echter volledig toe te wijzen aan één uitschieter en een laag aantal waarnemingen.
De homogene gebieden met het hoogste percentage waarnemingen boven de norm in het ondiepe grondwater zijn het stedelijk gebied in laag Nederland (57%) en akkerbouw op zeeklei (12%). Verder zijn er in het ondiepe grondwater, afgezien van een uitschieter in bos/natuur op duinzand (11%), geen overschrijdingen van de norm. In het middeldiepe grondwater zijn alleen normoverschrijdingen aanwezig in het stedelijk gebied in laag Nederland (50%) en akkerbouw op zeeklei (4%).
Kaarten, boxplots en tabellen
In de onderstaande uitklapschermen staan de kaarten, boxplots en tabellen voor totaal-fosfor 2015-2018.
Ecodistrictgebieden
Kaart 1. Mediane concentratie P-totaal per gebied in het ondiepe grondwater t.o.v. grondwaterkwaliteitsnorm, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Figuur 1. Spreiding van de mediane concentratie P-totaal per gebied in het ondiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Tabel 1. Statistische gegevens bij figuur 1.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 0,025 | 0,106 | 0,240 | 0,882 | 1,030 |
2. laagveengebieden | 0,032 | 0,159 | 0,340 | 1,275 | 2,661 |
3. polders en droogmakerijen | 0,090 | 0,243 | 1,185 | 2,922 | 4,405 |
4. zeekleigebieden | 0,025 | 0,252 | 1,234 | 2,682 | 5,034 |
5. rivierkleigebieden | 0,025 | 0,083 | 0,458 | 0,770 | 1,161 |
6. beekdalcomplexen | 0,025 | 0,032 | 0,064 | 0,133 | 0,260 |
7. hoogveengebied | 0,025 | 0,040 | 0,081 | 0,209 | 0,437 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 0,025 | 0,088 | 0,130 | 0,217 | 0,342 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 0,025 | 0,025 | 0,044 | 0,158 | 0,346 |
10. keileemgebieden | 0,025 | 0,025 | 0,043 | 0,143 | 0,306 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,025 |
12. Centrale Slenk | 0,025 | 0,025 | 0,073 | 0,197 | 0,348 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,046 | 0,054 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,045 | 0,045 |
15. krijt- en lössgebied | 0,044 | 0,049 | 0,057 | 0,088 |
0,116 |
Tabel 2. Aanvullende data bij de mediane concentratie P-totaal per gebied in het ondiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Ecodistrictgroep | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens (µg/l) | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (mg/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 15 | 45 | <0.05 | 7 | 6,9 | 13 |
2. laagveengebieden | 27 | 59 | <0.05 | 3 | 6,9 | 0 |
3. polders en droogmakerijen | 17 | 32 | NA | NA | 6,9 | 0 |
4. zeekleigebieden | 41 | 70 | <0.05 | 3 | 6,9 | 7 |
5. rivierkleigebieden | 28 | 58 | <0.05 | 19 | 2 | 0 |
6. beekdalcomplexen | 9 | 27 | <0.05 | 30 | 2 | 0 |
7. hoogveengebied | 19 | 49 | <0.05 | 29 | 2 | 0 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 10 | 27 | <0.05 | 22 | 2 | 0 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 29 | 86 | <0.05 | 50 | 2 | 0 |
10. keileemgebieden | 38 | 112 | <0.05 | 48 | 2 | 0 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 19 | 54 | <0.05 | 94 | 2 | 0 |
12. Centrale Slenk | 22 | 60 | <0.05 | 47 | 2 | 0 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 16 | 48 | <0.05 | 75 | 2 | 0 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 22 | 63 | <0.05 | 76 | 2 | 0 |
15. krijt- en lössgebied | 4 | 8 | <0.05 | 12 | 2 | 0 |
Kaart 2. Mediane concentratie P-totaal per gebied in het middeldiepe grondwater t.o.v. grondwaterkwaliteitsnorm, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Figuur 2. Spreiding van de mediane concentratie P-totaal per gebied in het middeldiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Tabel 3. Statistische gegevens bij figuur 2.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 0,034 | 0,294 | 0,940 | 1,285 | 2,436 |
2. laagveengebieden | 0,057 | 0,148 | 0,280 | 0,565 | 1,100 |
3. polders en droogmakerijen | 0,059 | 0,195 | 0,646 | 2,440 | 5,486 |
4. zeekleigebieden | 0,070 | 0,348 | 0,843 | 2,165 | 4,255 |
5. rivierkleigebieden | 0,025 | 0,132 | 0,214 | 0,430 | 0,760 |
6. beekdalcomplexen | 0,027 | 0,103 | 0,214 | 0,358 | 0,636 |
7. hoogveengebied | 0,027 | 0,140 | 0,202 | 0,525 | 0,900 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 0,035 | 0,080 | 0,157 | 0,176 | 0,191 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 0,025 | 0,064 | 0,137 | 0,187 | 0,369 |
10. keileemgebieden | 0,025 | 0,062 | 0,134 | 0,211 | 0,361 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 0,027 | 0,027 | 0,027 | 0,027 | 0,027 |
12. Centrale Slenk | 0,027 | 0,027 | 0,062 | 0,203 | 0,295 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 0,025 | 0,027 | 0,072 | 0,116 | 0,188 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 0,027 | 0,073 | 0,133 | 0,179 | 0,315 |
15. krijt- en lössgebied | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,066 | 0,106 |
Tabel 4. Aanvullende data bij de mediane concentratie P-totaal per gebied in het middeldiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Ecodistrictgroep | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens (µg/l) | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (mg/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 15 | 15 | <0.05 | 7 | 6,9 | 0 |
2. laagveengebieden | 27 | 32 | NA | NA | 6,9 | 0 |
3. polders en droogmakerijen | 17 | 16 | <0.05 | 6 | 6,9 | 0 |
4. zeekleigebieden | 37 | 39 | <0.05 | 3 | 6,9 | 5 |
5. rivierkleigebieden | 28 | 29 | <0.05 | 3 | 2 | 0 |
6. beekdalcomplexen | 9 | 14 | <0.05 | 7 | 2 | 0 |
7. hoogveengebied | 18 | 21 | <0.05 | 14 | 2 | 0 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 10 | 10 | <0.05 | 10 | 2 | 10 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 28 | 41 | <0.05 | 20 | 2 | 0 |
10. keileemgebieden | 37 | 40 | <0.05 | 20 | 2 | 0 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 17 | 17 | <0.05 | 88 | 2 | 0 |
12. Centrale Slenk | 21 | 21 | <0.05 | 43 | 2 | 0 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 16 | 16 | <0.05 | 44 | 2 | 0 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 22 | 22 | <0.05 | 18 | 2 | 0 |
15. krijt- en lössgebied | 3 | 3 | <0.05 | 67 | 2 | 0 |
Homogene gebieden
Figuur 3. Spreiding van de mediane concentratie P-totaal per gebied in het ondiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Tabel 5. Statistische gegevens bij figuur 3.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 0,025 | 0,069 | 0,121 | 0,168 | 0,168 |
2. gras-mais/veen | 0,114 | 0,188 | 0,362 | 0,905 | 0,967 |
3. gras-mais/zeeklei | 0,128 | 0,284 | 0,893 | 2,922 | 5,034 |
4. akkerbouw/zeeklei | 0,025 | 0,254 | 1,681 | 3,170 | 4,144 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 0,071 | 0,698 | 2,361 | 2,987 | 3,566 |
6. gras-mais/rivierklei | 0,025 | 0,135 | 0,507 | 0,800 | 1,161 |
7. gras-mais/zand | 0,025 | 0,025 | 0,078 | 0,190 | 0,348 |
8. akkerbouw/zand | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,042 | 0,065 |
9. bos, natuur/zand | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,025 |
10. stedelijk gebied/zand | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,025 |
11. gras-mais/moerig | 0,025 | 0,025 | 0,102 | 0,237 | 0,404 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 0,025 | 0,025 | 0,035 | 0,168 | 0,306 |
Tabel 6. Aanvullende data bij de mediane concentratie P-totaal per gebied in het ondiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Homogeen gebied | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (mg/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 9 | 27 | <0.05 | 11 | 6,9 | 11 |
2. gras-mais/veen | 16 | 34 | NA | NA | 6,9 | 0 |
3. gras-mais/zeeklei | 13 | 21 | NA | NA | 6,9 | 0 |
4. akkerbouw/zeeklei | 24 | 41 | <0.05 | 5 | 6,9 | 12 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 7 | 14 | NA | NA | 6,9 | 57 |
6. gras-mais/rivierklei | 14 | 28 | <0.05 | 14 | 2 | 0 |
7. gras-mais/zand | 76 | 222 | <0.05 | 43 | 2 | 0 |
8. akkerbouw/zand | 9 | 26 | <0.05 | 69 | 2 | 0 |
9. bos, natuur/zand | 47 | 137 | <0.05 | 82 | 2 | 0 |
10. stedelijk gebied/zand | 8 | 24 | <0.05 | 100 | 2 | 0 |
11. gras-mais/moerig | 9 | 23 | <0.05 | 26 | 2 | 0 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 14 | 40 | <0.05 | 55 | 2 | 0 |
Figuur 4. Spreiding van de mediane concentratie P-totaal per gebied in het middeldiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Tabel 7. Statistische gegevens bij figuur 4.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 0,034 | 0,146 | 0,425 | 1,161 | 1,161 |
2. gras-mais/veen | 0,140 | 0,171 | 0,328 | 0,646 | 1,100 |
3. gras-mais/zeeklei | 0,072 | 0,121 | 0,684 | 2,056 | 3,440 |
4. akkerbouw/zeeklei | 0,059 | 0,294 | 1,270 | 2,239 | 3,971 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 0,105 | 0,150 | 1,169 | 3,915 | 4,255 |
6. gras-mais/rivierklei | 0,025 | 0,160 | 0,235 | 0,470 | 0,620 |
7. gras-mais/zand | 0,025 | 0,066 | 0,150 | 0,190 | 0,361 |
8. akkerbouw/zand | 0,027 | 0,073 | 0,296 | 0,608 | 0,732 |
9. bos, natuur/zand | 0,025 | 0,027 | 0,062 | 0,124 | 0,223 |
10. stedelijk gebied/zand | 0,025 | 0,027 | 0,027 | 0,054 | 0,081 |
11. gras-mais/moerig | 0,060 | 0,116 | 0,271 | 0,689 | 0,900 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 0,025 | 0,027 | 0,063 | 0,155 | 0,210 |
Tabel 8. Aanvullende data bij de mediane concentratie P-totaal per gebied in het middeldiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Homogeen gebied | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (mg/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 9 | 9 | <0.05 | 11 | 6,9 | 0 |
2. gras-mais/veen | 16 | 19 | NA | NA | 6,9 | 0 |
3. gras-mais/zeeklei | 12 | 13 | NA | NA | 6,9 | 0 |
4. akkerbouw/zeeklei | 23 | 24 | <0.05 | 4 | 6,9 | 4 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 6 | 6 | NA | NA | 6,9 | 50 |
6. gras-mais/rivierklei | 14 | 14 | <0.05 | 7 | 2 | 0 |
7. gras-mais/zand | 75 | 86 | <0.05 | 22 | 2 | 0 |
8. akkerbouw/zand | 9 | 9 | <0.05 | 22 | 2 | 0 |
9. bos, natuur/zand | 43 | 47 | <0.05 | 40 | 2 | 0 |
10. stedelijk gebied/zand | 8 | 8 | <0.05 | 75 | 2 | 0 |
11. gras-mais/moerig | 8 | 10 | NA | NA | 2 | 0 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 14 | 17 | <0.05 | 35 | 2 | 0 |
[1] Van Vliet, M. E., Vrijhoef, A., Boumans, L. J. M., & Wattel-Koekkoek, E. J. W. (2010). De kwaliteit van ondiep en middeldiep grondwater in Nederland: In het jaar 2008 en de verandering daarvan in 1984-2008. RIVM rapport 680721005.
[2] CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), 2020: http://statline.cbs.nl/. Database: Mineralenbalans landbouw. Waarden van CBS StatLine omgerekend van kg (kilogram) naar g/ha.a.
[3] Emissieregistratie, 2020. Ter reproductie van de gebruikte grafieken/kaarten, volg de stappen: 1) selecteer “P - Totaal” onder Stof; 2) selecteer alle beschikbare jaren onder Jaar; 3) selecteer Bodem onder Compartiment en 4) klik op “Weergeven in grafiek >” of “Weergeven in kaart >”.