Al heel lang leiden sommige processen bij het maken van voedingsmiddelen tot nanostructuren. Bijvoorbeeld bij het maken van margarine en mayonaise ontstaan nano-emulsies. Deze nanostructuren zijn veilig omdat het lichaam ze verteert in maag en darmen. Maar er bestaan ook slecht afbreekbare nanomaterialen in ons voedsel. Het RIVM kijkt of het toevoegen van nanomaterialen in voedsel risico’s voor de gezondheid kan geven.
Wat zijn mogelijke risico’s?
Gezondheidsrisico’s van nanomaterialen in voedsel zijn vooral te verwachten als het lichaam ze niet afbreekt in het maagdarmkanaal. Nanomaterialen bestaan uit zee kleine deeltjes. We weten dat deze kleine deeltjes zich anders kunnen gedragen dan grotere deeltjes van dezelfde chemische stof. Kleinere deeltjes hebben in verhouding een groter oppervlak dan hetzelfde gewicht aan grotere deeltjes. Daardoor kunnen ze makkelijker reageren met bepaalde structuren en stoffen in het lichaam en schadelijke gevolgen veroorzaken. Ook kunnen nanodeeltjes op andere plaatsen in het lichaam terechtkomen. Bijvoorbeeld omdat ze makkelijker door de darmwand heen gaan.
SAS en titaniumdioxide
Producenten gebruiken maar een paar slecht afbreekbare nanomaterialen in voedingsmiddelen. Twee daarvan zitten in veel verschillende producten, namelijk het voedseladditief E 551 en E 171. E 551 bestaat uit Synthetisch Amorf Silica (SAS) en is een antiklontermiddel. E 171 is de witte kleurstof titaniumdioxide en bestaat voor een deel uit nanodeeltjes. Producenten gebruiken ze al heel lang in voedingsmiddelen.
Het RIVM kijkt met andere Nederlandse organisaties, zoals WFSR en de NVWA, naar de mogelijke gezondheidsrisico’s. Zij delen deze informatie met de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA). Ook speelt het RIVM een actieve rol in de internationale wetenschappelijke discussie over nanodeeltjes in voedsel.
In 2021 heeft de EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) geconcludeerd dat niet zeker is dat het gebruik van E 171 in voedsel veilig is. De Europese Commissie heeft het gebruik van dit voedseladditief in voedsel nu verboden .
Risicobeoordeling van nanomaterialen in voedsel
In 2021 bracht de EFSA een nieuwe leidraad uit voor de risicobeoordeling van nanotechnologie in voedsel en diervoeder. Deze leidraad geeft aan welke informatie en aspecten belangrijk zijn voor de risicobeoordeling van nanomaterialen. De leidraad moet worden gebruikt bij het beoordelen van de veiligheid van nanomaterialen in voedsel en diervoeder in Europa. Bijvoorbeeld bij het opnieuw beoordelen van voedseladditieven, zoals SAS en titaniumdioxide, of bij ‘Novel Foods’.
Daarnaast bracht EFSA in 2021 een tweede leidraad uit. Deze leidraad geeft aan wanneer nanospecifieke aspecten in voedsel en diervoeder moeten worden meegenomen in de veiligheidsbeoordeling.
Novel Foods
Novel Foods zijn ‘nieuwe’ voedingsmiddelen en ingrediënten die niet vóór 15 mei 1997 binnen de EU (Europese Unie) als voedingsmiddel zijn verkocht. Op 1 januari 2018 geldt de nieuwe Novel Foods wetgeving. Hieronder vallen ook levensmiddelen die met nieuwe technologieën, zoals nanomaterialen, zijn gemaakt. De wetgeving moet de toegang van nieuwe en innovatieve levensmiddelen tot de Europese markt verbeteren. De EFSA zal nieuwe voedingsmiddelen op Europees niveau op veiligheid controleren. Ze komen pas op de markt als ze zijn goedgekeurd.
De kans is groot dat het aantal toepassingen van nanomaterialen in voeding en andere producten zal stijgen. Het beter begrijpen van de mogelijke gezondheidsrisico’s is een voorwaarde om te kunnen profiteren van de voordelen van nanomaterialen.
Meldingsplicht op etiketten
Vanaf december 2014 is een Europese verordening geldig over het geven van voedselinformatie aan consumenten. Deze verordening verplicht producenten om elk ingrediënt dat in de vorm van synthetisch geproduceerd nanomateriaal in een product zit, aan te geven in de ingrediëntenlijst. Op de verpakking van een product staat dan de toevoeging ‘(nano)’.
Deze meldingsplicht biedt geen informatie over het risico van het nanomateriaal, maar kan de consument wel een eigen keuze geven. In de praktijk blijkt dat nog weinig voedingsmiddelen met ‘(nano)’ ingrediënten dit op het etiket hebben staan. Fabrikanten zeggen dat voor hen niet altijd duidelijk is of een ingrediënt “nano” is.