In de week van 17 tot en met 23 februari, kregen 29.977 personen een positieve corona testuitslag. Een stijging van bijna 19% ten opzichte van de week ervoor. Afgelopen week hebben 263.291 mensen zich laten testen, dat zijn meer testen in vergelijking met de winterse week daarvoor toen 190.153 mensen getest werden. Het aantal personen met klachten passend bij corona is gestegen, blijkt uit de Infectieradar. Het reproductiegetal is op 5 februari 0,99 (0,96 – 1,02), dit is ongeveer gelijk aan het reproductiegetal dat vorige week werd gerapporteerd, toen was het reproductiegetal 0,96 (0,93 – 0,99). Het aantal mensen dat met COVID-19 in het ziekenhuis is opgenomen nam niet verder af. Op de IC Intensive care (Intensive care)’s werden in de afgelopen week weer iets meer mensen opgenomen. Kijk voor de overige cijfers van deze week op de actueel pagina en in het epidemiologisch rapport.

Regionale verschillen

In Nederland steeg het aantal meldingen per 100.000 inwoners in de afgelopen week in vergelijking met de week ervoor. In de veiligheidsregio’s Gooi en Vechtstreek, Drenthe en Gelderland-Midden bleef het aantal mensen met een positieve testuitslag ongeveer gelijk aan de week ervoor. In de overige veiligheidsregio’s was sprake van een stijging in het aantal meldingen per 100.000 inwoners.

Aantal afgenomen testen en meldingen naar leeftijd

De afgelopen kalenderweek lieten 263.291 personen zich testen op corona. Dat zijn ruim 70.000 personen meer dan in de week van 8 tot en met 14 februari (190.153 personen). Een stijging van 38%. Van de mensen die zich hebben laten testen is het deel met een positieve testuitslag afgelopen week iets gedaald naar 9,8%*, ten opzichte van 11,5% in de week ervoor.

In alle leeftijdsgroepen is het aantal meldingen in de afgelopen week hoger vergeleken met de week daarvoor (figuur 1). De stijging in het aantal meldingen is het grootst in de leeftijdsgroep 0-12 jaar. De grootste toename in het aantal afgenomen testen werd ook gezien in deze leeftijdsgroep. Dit hangt mogelijk samen met de heropening van de basisscholen en kinderdagverblijven twee weken eerder, in combinatie met het verscherpte testbeleid: ook bij lichte klachten moeten deze kinderen zich laten testen. In de kalenderweek van 15 tot en met 21 februari werden in de leeftijdsgroep 0-12 jaar 25.831 testen afgenomen, waarvan 8,6% een positieve testuitslag had. De week ervoor werden 14.852 kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar getest, waarvan 10,5% een positieve testuitslag had.

Figuur 1:  Aantal meldingen per leeftijdscategorie per week.

Derde golf zo laag mogelijk houden

Door de maatregelen van 16 december 2020 en de avondklok die sinds 23 januari geldt hebben mensen minder contact met anderen, hierdoor zijn veel besmettingen voorkomen. De avondklok en de maximaal 1 bezoeker-maatregel, die op 23 januari ingingen, heeft het reproductiegetal naar schatting 10% doen afnemen. Op basis van literatuuronderzoek en ervaringen in andere landen werd het effect vooraf tussen de 8% en 13% geschat.

Modellering laat zien dat zonder naleving van de geldende maatregelen we in deze fase van de epidemie veel meer besmettingen zouden hebben gehad. Dat geldt zowel voor besmettingen met de Britse variant als voor andere virusvarianten. De druk op de zorg zou hierdoor ook flink hoger zijn geweest.

Omdat het grootste gedeelte van de bevolking nog niet gevaccineerd is, is het van groot belang om besmettingen zo veel mogelijk te voorkomen en deze derde golf zo laag mogelijk te houden. Dat kan alleen als een versoepeling met grote voorzichtigheid en stapje-voor-stapje gaat.

Aantal meldingen daalt niet verder

Figuur 2 laat sinds begin december het verloop van het aantal meldingen van personen met een positieve testuitslag zien. Ondanks de maatregelen, zien we dat het aantal meldingen per week op het zelfde niveau blijft en de afgelopen week weer iets stijgt. Dat is een kwetsbare positie. Bij te snelle versoepelingen zal het aantal besmettingen, en daarmee het aantal ziekenhuisopnames weer toenemen.

De figuur laat de eerste ziektedag van positief geteste personen zien. Het rode deel van de balkjes geeft het aantal aan met de Britse variant, zoals geschat op basis van beschikbare gegevens uit de RIVM kiemsurveillance. In de figuur is te zien dat de Britse variant het grootste aandeel heeft.

Figuur 2: Geschat aantal besmettingen met overige en Britse varianten, van 1 december 2020 tot en met 19 februari 2021 op basis van datum eerste ziektedag.

Zuid-Afrikaanse en Braziliaanse varianten

De zogenoemde Zuid-Afrikaanse variant wordt in Nederland steeds vaker gevonden in de kiemsurveillance, ook bij mensen zonder reishistorie naar Zuid-Afrika. Deze aantallen zijn nog klein. Er zijn geen nieuwe meldingen van de Braziliaanse varianten. 

Reproductiegetallen

Het reproductiegetal is 0,99 (0,96 – 1,02) op 5 februari, zie tabel 1. Van de Britse variant ligt het reproductiegetal ruim boven de 1, en is nagenoeg gelijk aan het R-getal van een week eerder. Het reproductiegetal van de oude varianten in Nederland steeg iets ten opzichte van de week ervoor, maar is nog steeds onder de 1.

Dankzij de extra maatregelen en het bijbehorende gedrag van mensen hebben we tot eind januari in Nederland snelle stijging van het aantal positief geteste personen voorkomen. Doordat het reproductiegetal van de Britse variant boven de 1 ligt, zal het aantal positief geteste personen met de Britse variant blijven toenemen.

Tabel 1. Reproductiegetallen in Nederland voor 5 februari en 29 januari.

Reproductiegetal in Nederland voor:

Op 5 februari 2021

Op 29 januari 2021

Alle besmettingen (gecombineerd)

0,99 (0,96 – 1,02)

0,96 (0,93 – 0.99)

Britse variant

1,14 (1,07 – 1,20)

1,15 (1,09 – 1,21)

Oude varianten

0,90 (0,85 – 0,94)

0,84 (0,79 – 0,89)

Houd je aan de maatregelen, bij klachten: laat je testen

Door ons gedrag kunnen we onszelf en anderen beschermen tegen het virus. De afgelopen weken laten zien dat de extra maatregelen en het gedrag van mensen het verschil maken. Voor elke variant van het coronavirus geldt: houd je aan de maatregelen. De meest effectieve manier om niet besmet te raak is door geen direct contact met anderen te hebben. Houd daarom 1,5 meter afstand, werk en blijf zo veel mogelijk thuis. Verlaat het huis niet als je (milde) klachten hebt, behalve om je te laten testen. Testen, ook bij milde klachten, is en blijft heel belangrijk. Zo zorgen we er samen voor dat we anderen niet besmetten. In de meeste gevallen heb je binnen een dag je testuitslag.

* Exclusief resultaten van het grootschalig testen in Bunschoten, Dronten en de Rotterdamse wijk Charlois. Door het grootschalig testen in deze locaties en wijk is het percentage positief in Nederland 9,7%. In Utrecht is het percentage positief 6,9%, in Flevoland 5,3% en in Rotterdam-Rijnmond 10,9%. Exclusief de resultaten van het grootschalig testen op deze locaties is het percentage positief in Nederland 9,8%, Utrecht 7,0%, Flevoland 7,2% en Rotterdam-Rijnmond 11,4%.

** Schattingen van de R van langer dan 14 dagen geleden zijn betrouwbaar. Als de R berekend wordt met gegevens van minder dan 14 dagen geleden zijn de onzekerheden groter. Daarom gaan we altijd uit van de R van 14 dagen geleden.