Het aantal mensen dat een soa seksueel overdraagbare aandoening (seksueel overdraagbare aandoening)-test laat doen bij een Centrum Seksuele Gezondheid (CSG Centrum Seksuele Gezondheid (Centrum Seksuele Gezondheid)) is het afgelopen jaar gelijk gebleven. Bij huisartsenpraktijken stijgt het aantal soa-testen. Er zijn steeds minder nieuwe hiv humaan immunodeficientievirus (humaan immunodeficientievirus)-diagnoses bij de CSG's, maar syfilis en gonorroe nemen toe. Chlamydia blijft de meest voorkomende soa. Dit blijkt uit het soa-jaarrapport van het RIVM.

In 2019 hebben ruim 150.000 mensen zich laten testen bij de CSG’s. Dat is ongeveer net zoveel als in 2018. Bijna 1 op de 5 mensen die zich laat testen heeft ook echt een soa. Voor huisartsen, die de meeste soa-testen uitvoeren, worden cijfers uit 2018 gebruikt. In dat jaar hadden zij 335.000 soa-consulten, 8 procent meer dan in het jaar ervoor.

Chlamydia    

Chlamydia is al jaren de meest voorkomende soa, vooral bij jongeren. In 2019 hadden meer dan 21.000 bezoekers van de CSG’s een chlamydia-infectie, net als in 2018. Van het totaal aantal vrouwen dat zich laat testen bij een CSG heeft 15 procent chlamydia. Van de heteroseksuele mannen is dat 18 procent. Bij mannen die seks hebben met mannen ligt het percentage al jaren rond de 10 procent. Het aantal chlamydia-diagnoses bij huisartsenpraktijken was 42.500, een stijging van 7 procent vergeleken met een jaar eerder.

Gonorroe

Ruim 8.000 bezoekers van de CSG’s hadden het afgelopen jaar gonorroe. Dat is 11 procent meer dan in 2018. Deze soa komt vooral voor bij mannen die seks hebben met mannen. Het is sinds 2015 bij deze groep de meest voorkomende soa. Ook bij huisartsenpraktijken is er een stijging van het aantal gonorroe-diagnoses: van 9.550 in 2017 naar 11.300 in 2018. Deze stijging betreft met name vrouwen jonger dan 25 jaar.  

Syfilis

Het afgelopen jaar zijn er 1.430 syfilis diagnoses gesteld bij de CSG’s. Dat is bijna 17 procent meer dan in 2018. In bijna alle gevallen gaat het om mannen die seks hebben met mannen. Bij vrouwen en heteroseksuele mannen komt syfilis nauwelijks voor.

Hiv humaan immunodeficientievirus (humaan immunodeficientievirus)

Het aantal hiv-diagnoses bij de CSG’s is het afgelopen jaar flink gedaald met 34 procent. De CSG’s stelden 27 procent van de hiv-diagnoses; 152 bij mannen die seks hebben met mannen en 12 diagnoses bij hetero’s. Verder kregen 972 mensen met hiv voor het eerst een behandeling bij een van de Nederlandse hiv-behandelcentra (‘in zorg’). In totaal waren er vorig jaar bijna 21.000 mensen met hiv in behandeling bij zo’n centrum.

PrEP pre-expositie profylaxisis (pre-expositie profylaxisis)

In 2019 maakte een subsidieregeling het mogelijk dat de CSG’s het middel PrEP geven aan mensen die een hoog risico lopen op een hiv-infectie. Dit zijn voornamelijk mannen die seks hebben met mannen. PrEP wordt geslikt om een hiv-infectie te voorkomen. Eind 2019 hebben 2.800 personen hun eerste PrEP-consult via deze regeling gehad. Er kunnen maximaal 6.500 personen meedoen aan deze regeling.