Het RIVM breidt dit jaar de stikstofmetingen uit om de stikstofbelasting in Nederland nog nauwkeuriger in kaart te brengen. Vanuit de wetenschap, de maatschappij en de politiek groeit de behoefte om de concentratie en depositie van stikstof in het milieu steeds preciezer te bepalen. In 2021 verbetert het RIVM de stikstofmetingen daarom op meerdere manieren: er komen extra meetpunten, er worden nieuwe stikstofcomponenten gemeten en meettechnieken worden doorontwikkeld. Verder wordt onderzocht of ook andere typen metingen gebruikt kunnen worden. Het RIVM werkt hierin samen met verschillende andere kennisinstellingen. Deze samenwerking is belangrijk omdat we hiermee kennis kunnen bundelen. De uitbreiding van de stikstofmetingen is structureel: ook na 2021 wil het RIVM de stikstofbelasting nog gedetailleerd in kaart brengen.
Toekomstig meetnet
De kennis over stikstof wordt versterkt door extra metingen. Het RIVM heeft de nieuwe meetlocaties verspreid over natuur, landelijk en stedelijk gebied en verdeeld over Nederland. Door de uitbreidingen in 2021 meet het RIVM de droge depositie van ammoniak (NH3 (ammoniak)) straks op 10 locaties in ons land. Droge depositie van ammoniak heeft het grootste aandeel in de totale stikstofdepositie. Ook meten we voortaan de droge depositie van stikstofoxiden (NOx (Stikstofoxiden)). Daarnaast gaat het RIVM op extra plekken elk uur ammoniak en ammoniakzouten in de lucht meten.
Citizen science en satellietmetingen
Op steeds meer plekken in Nederland meten mensen zelf de luchtkwaliteit met kleine sensoren. RIVM werkt in deze projecten samen met bijvoorbeeld burgers en scholen. De gebruikte meetapparatuur is minder nauwkeurig dan professionele meetapparatuur. Daarom onderzoekt het RIVM hoe deze data gebruikt kan worden om de stikstofmodellen te verbeteren. Ook wordt er in samenwerking met TNO en KNMI (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) onderzocht of data van satellietmetingen ingezet kunnen worden om de stikstofbelasting nog beter in kaart te brengen.
Huidig meetnet
Het RIVM meet verschillende stikstofcomponenten in Nederland: de hoeveel ammoniak en stikstofoxiden. Het gaat om de concentraties in de lucht en hoeveel daarvan neerkomt op de vegetatie en bodem in Nederland. Dit doen we met verschillende soorten meetapparatuur, verspreid over het hele land. Zo meet het RIVM ammoniak in ruim 80 natuurgebieden. De metingen worden gebruikt voor het volgen van trends, het ijken van de modelberekeningen en voor onderzoek. Zo ontstaat een zo goed mogelijk beeld van de stikstofdepositie in Nederland (waaronder de Natura 2000-gebieden) gebaseerd op metingen en kennis van de processen die de depositie bepalen. Naast meten, onderhoudt het RIVM ook de meetlocaties. Ook beoordelen we de kwaliteit van nieuwe meetmethoden en onderzoeken we of we metingen van anderen kunnen gebruiken. We werken hierbij samen met verschillende kennisinstellingen en provincies. Deze samenwerking is belangrijk omdat we hiermee de beschikbare kennis over de stikstofdepositie in Nederland kunnen vergroten.
Vervolgstappen
Dit is een eerste stap in het uitbreiden van het meetnet. Het vormt een opmaat naar een verfijnd meetnetwerk.
Bekijk de video: Vier vragen over uitbreiding meetnet stikstof