Afgelopen week nam het aantal mensen dat zich liet testen op SARS (severe acute respiratory syndrome)-CoV (coronavirus)-2 met 20% toe. Het aantal positieve meldingen steeg met 7%. Ook het reproductiegetal steeg tot boven de 1. Alleen als dit getal onder de 1 is, neemt het aantal besmettingen met SARS-CoV-2 in Nederland af.
Voor de tweede week op rij lieten veel meer mensen zich testen (+20%). Dit was te zien in alle leeftijdsgroepen (zie figuur 1). Tegelijk steeg ook het aantal mensen met een positieve uitslag met 7% tot 31.984 mensen. Het percentage positieve tests nam verder af van 9,8% een week eerder naar 8,9%* in de afgelopen week. Het toegenomen testgedrag in de leeftijdsgroep 0-12 jaar hangt waarschijnlijk samen met het openen van de basisscholen en kinderdagverblijven twee weken eerder. Tegelijk met de opening startte het verscherpte testbeleid. Kinderen in de klas van een positief geteste leerling of leraar wordt nu aangeraden zich te laten testen.
Figuur 1: Aantal testen met uitslag (grijze balkjes) en percentage positief (rode lijn) per leeftijdscategorie per week.
Toename klachten
In Infectieradar was een stijging te zien van het aantal personen met klachten dat past bij COVID-19. Een mogelijke reden hiervoor is het gestarte hooikoortsseizoen. In de week van 22 t/m 28 februari steeg het percentage deelnemers dat COVID-19-achtige klachten rapporteerde in Infectieradar naar 2,4%. Een week eerder was dit 1,7% (paarse lijn in figuur 2). In diezelfde week gaf 29,3% van 313 Infectieradar-deelnemers met COVID-19-achtige klachten aan dat zij dachten dat dit door hooikoorts kwam. In de eerdere weken van 2021 lag dat percentage gemiddeld op 5%. Maar ook zonder deze mensen mee te tellen steeg het aantal personen dat COVID-19 achtige klachten rapporteerde (groene lijn). Gemiddeld melden zo’n 13.000 deelnemers iedere week hun klachten in Infectieradar.
Figuur 2: Percentage deelnemers dat COVID-19-klachten meldt op Infectieradar.
De stippen laten zien hoeveel procent van de deelnemers klachten had die passen bij COVID-19. De lijnen tonen dit ook, alleen dan de gemiddeldes per 5 dagen.
Paars: iedereen met COVID-19-achtige klachten.
Groen: de mensen die zelf aangeven dat deze klachten komen door hooikoorts vanaf gehaald.
Ziekenhuizen en verpleeghuizen
Het aantal opnames voor COVID-19 in het ziekenhuis was afgelopen kalenderweek met 1.113 opnames ongeveer hetzelfde met de week ervoor. Het zelfde gold voor het aantal opnames op de intensive care. Op de IC (Intensive care)’s werden afgelopen kalenderweek 224 mensen met COVID-19 opgenomen.
Alleen het aantal meldingen van mensen met een positieve test in de leeftijdscategorie 70+ nam licht af (zie figuur 3). In vrijwel alle andere leeftijdsgroepen is een stijging te zien. Ook het aantal meldingen in het verpleeghuis nam verder af. Dit wijst op een van de eerste goede gevolgen van vaccinatie tegen het coronavirus in Nederland.
Figuur 3: Aantal meldingen per leeftijdscategorie per week.
Reproductiegetal
Het gecombineerde reproductiegetal steeg naar 1,14 (1,11 – 1,18) op 12 februari, zie tabel 1. Een reproductiegetal van 1,14 betekent dat 100 mensen met coronavirus samen 114 andere mensen besmetten. Het reproductiegetal is in tabel 1 verdeeld naar de Britse variant, Zuid-Afrikaanse variant en de oude varianten. De Zuid-Afrikaanse variant komt weinig voor, waardoor de schatting van het reproductiegetal een grote onzekerheidsmarge heeft. De nieuwste gegevens uit de kiemsurveillance met daarin het voorkomen van de verschillende varianten vind je hier.
Op 12 februari 2021 | Op 5 februari 2021 | |
---|---|---|
Alle besmettingen (gecombineerd) | 1,14 (1,11 - 1,18) | 0,99 (0,96 - 1,02) |
Britse variant | 1,26 (1,20 - 1,33) | 1,14 (1,07 - 1,20) |
Zuid-Afrikaanse variant | 1,37 (1,12 - 1,61) | Niet beschikbaar |
Oude varianten | 1,02 (0,96 - 1,07) | 0.90 (0,85 - 0,94) |
Tabel 1. Reproductiegetallen in Nederland voor 12 februari en 5 februari.
Houd je aan de maatregelen
Het kabinet kondigde afgelopen week aan dat sommige eerder genomen maatregelen vervallen of versoepeld worden. Versoepelingen kunnen leiden tot meer besmettingen, omdat het aantal contactmomenten stijgt. Het is om die reden des te belangrijker je zo goed mogelijk aan de basismaatregelen te houden. Vermijd zo veel mogelijk contact met anderen. Dit kun je doen door niet of zo min mogelijk met andere af te spreken. Kom je wel iemand tegen? Houd dan 1,5 meter afstand. Werk thuis als dat kan. Verlaat het huis niet als je (milde) klachten hebt, behalve om je te laten testen. Testen, ook bij milde klachten, is en blijft heel belangrijk. Zo zorgen we er samen voor dat we anderen niet besmetten. In de meeste gevallen heb je binnen een dag je testuitslag.
* Exclusief resultaten van het grootschalig testen in Bunschoten, Dronten en de Rotterdamse wijk Charlois. Met het grootschalig testen in deze locaties is het percentage positief in Nederland 8,8%, zonder grootschalig testen is het percentage positief 8,9%. Het percentage positief inclusief het grootschalig testen is in Utrecht 7,0% (exclusief: 6,9%), in Flevoland 5,5% (exclusief: 7,6%) en in Rotterdam-Rijnmond 9,9% (exclusief: 10,7%).