Tot 2060 blijven de zorguitgaven naar verwachting stijgen. Bij ongewijzigd beleid zullen de kosten gemiddeld met ongeveer 2,8 procent per jaar toenemen. Het meeste geld gaat naar ziekenhuiszorg (96 miljard), en de uitgaven aan de geestelijke gezondheidszorg zal zijn vervijfvoudigd. Dat stelt het RIVM in een onderzoek in opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).
Door nieuwe mogelijkheden om ziekten vroegtijdig op te sporen en door toenemende medische kennis komen steeds meer mensen eerder in de zorg terecht. Ook worden mensen langer en intensiever behandeld dan vroeger, met steeds meer nieuwe, vaak dure, technologie of geneesmiddelen.
Naast de uitgaven voor ziekenhuiszorg, stijgen ook de uitgaven aan gehandicaptenzorg, ouderenzorg en geestelijke gezondheidszorg (30 miljard). Uitgesplitst naar ziekten stijgen vooral de uitgaven voor dementie, kanker, hart- en vaatziekten. In totaal komen de geschatte kosten op 291 miljard euro in 2060.
De uitkomsten van deze toekomstverkenning zijn onzeker. Dat komt doordat demografische ontwikkelingen vaak anders lopen dan verwacht, economische groei lastig te voorspellen is en de medische wetenschap, de zorgpraktijk en overheidsbeleid veranderen.
In het tweede onderzoek voor de WRR heeft het RIVM op een rij gezet wat de maatschappelijke baten van de gezondheidszorg zijn. De gezondheidszorg in Nederland kost veel geld. Het levert ook veel op, vooral gezondheid en welvaart. De kosten voor de zorg zullen in de toekomst stijgen. Dat vraagt om keuzes, want ook andere onderdelen van onze welvaart kosten geld. Door niet alleen naar de zorguitgaven te kijken, kunnen beleidsmakers en politici beter afwegen hoeveel de zorg mag kosten. Het is daarom belangrijk te weten wat de maatschappelijke baten van de gezondheidszorg zijn en of zij de kosten waard zijn.
Beide studies zijn tot stand gekomen voordat Nederland getroffen werd door de Corona-pandemie. De impact van de pandemie op zorguitgaven is daarom niet opgenomen in deze studie. De WRR gebruikt de bevindingen van het RIVM voor een verkenning naar de houdbaarheid van de Nederlandse gezondheidszorg op de lange termijn.