Papegaaienziekte (psittacose) is een ziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Chlamydia psittaci, ook wel C. psittaci (chlamydia psittaci) genoemd. Deze bacterie komt niet alleen voor bij papegaaien, maar ook bij veel andere vogels. Deze kunnen de bacterie op mensen overbrengen. Mensen kunnen hier griepachtige klachten van krijgen, maar ook ernstige klachten als longontsteking en bloedvergiftiging.
Hoe herken ik papegaaienziekte?
Papegaaienziekte kan heel verschillend verlopen. Sommige mensen worden er (bijna) niet ziek van. Anderen krijgen klachten die op griep lijken en weer anderen worden ernstig ziek.
Voorbeelden van ernstige vormen zijn longontsteking en bloedvergiftiging. Door een bloedvergiftiging kunnen verschillende organen slechter gaan werken of zelfs helemaal niet meer werken.
Klachten die veel voorkomen bij papegaaienziekte zijn:
- hoge koorts met koude rillingen
- erge hoofdpijn
- spierpijn in de nek en rug
- benauwdheid
- hoesten
Herkent u deze klachten en heeft u contact (gehad) met vogels? Neem dan contact op met uw huisarts.
Welke mensen kunnen (erg) ziek worden van papegaaienziekte?
Mensen die veel in aanraking komen met vogels (of vogelpoep), hebben een grotere kans op papegaaienziekte. Bijvoorbeeld mensen die zelf vogels houden of werken met vogels.
Sommige mensen hebben een grotere kans om erg ziek te worden van papegaaienziekte. Dit zijn vooral ouderen en mensen met een slechtere afweer.
Hoe krijg ik papegaaienziekte?
De bacterie Chlamydia psittaci kan in het oogvocht, snot en poep van vogels zitten. Ook gezonde vogels kunnen de bacterie bij zich dragen en overbrengen op mensen. Ingedroogd oogvocht, snot en poep van vogels zorgen voor stofdeeltjes. Deze stofdeeltjes zitten ook in dode vogels en in vogelveren. Als mensen de stofdeeltjes van besmette vogels inademen, kunnen ze ziek worden.
De tijd tussen besmet raken en ziek worden is ongeveer één tot vier weken. De poep van besmette vogels kan tot wel acht maanden lang besmettelijk blijven. De bacterie wordt bijna nooit van mens op mens overgedragen.
Hoe voorkom ik papegaaienziekte?
Besmetting met de bacterie die papegaaienziekte veroorzaakt, kan op verschillende manieren voorkomen worden:
- Blijf zoveel mogelijk uit de buurt van besmette vogels en hun stofdeeltjes.
- Werkt u met vogels? Of heeft u om een andere reden veel contact met (mogelijk) besmette vogels? Draag dan altijd beschermende kleding, handschoenen en een mond-neusmasker.
- Maak mogelijk besmette oppervlakken, zoals vogelkooien, nat schoon. Zo voorkomt u dat er stof verstuift.
- Zorg voor voldoende ventilatie in ruimtes met vogels. Zet ramen en deuren open wanneer u hokken en kooien schoonmaakt.
- Laat, als u een vogel als huisdier gaat houden, door de dierenarts testen of de vogel de C. psittaci (chlamydia psittaci)-bacterie draagt of hier zelfs ziek van is. Laat zieke vogels door de dierenarts behandelen.
- Heeft u al vogels en koopt u nieuwe vogels? Houd de nieuwe vogels dan de eerste dertig dagen in een aparte afgesloten ruimte. Verzorg de vogels die u al had altijd eerst en daarna pas de nieuwe vogels. Zo voorkomt u dat u ziektes overdraagt.
Is papegaaienziekte te behandelen?
Mensen die ziek zijn door papegaaienziekte, kunnen hier antibiotica voor krijgen van een arts. Mensen die erg ziek worden, moeten soms in het ziekenhuis worden opgenomen.
Hoe vaak komt papegaaienziekte voor in Nederland?
In Nederland zijn artsen verplicht melding te doen van patiënten met papegaaienziekte. De laatste paar jaren ligt het aantal meldingen gemiddeld tussen de vijftig en negentig per jaar. Waarschijnlijk is het aantal mensen met papegaaienziekte eigenlijk hoger dan het aantal meldingen. Dat komt doordat er bij longontsteking vaak geen laboratoriumtest gedaan wordt om te onderzoeken of het om papegaaienziekte gaat. Daarnaast krijgen sommige mensen ook milde klachten door papegaaienziekte. Zij gaan hier meestal niet mee naar de dokter, waardoor er ook geen melding wordt gedaan.
Meldingen papegaaienziekte per jaar
Sla de grafiek Aantal meldingen van papegaaienziekte over en ga naar de datatabelFiguur 1. Aantal meldingen van papegaaienziekte per jaar, 2016 t/m 2025 (Bron: Osiris). Voor het jaar is uitgegaan van de datum waarop de patiënt voor het eerst klachten kreeg. Wanneer dit niet bekend is, is uitgegaan van de datum van de labuitslag óf de melding van de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst), afhankelijk van welke datum het vroegst is. De cijfers van 2025 zijn nog niet compleet.
Kan iemand met papegaaienziekte naar een kinderopvang, school of werk?
Wanneer iemand met papegaaienziekte zich goed voelt, kan deze persoon gewoon naar de kinderopvang, school of werk.