Op deze pagina vindt u vragen en antwoorden over te veel blootstelling aan PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ):
- Drinkwater
- Voedsel
- Moestuinonderzoek Dordrecht en Helmond
- Zwemwateronderzoek Recreatieplas Berkendonk in Helmond
- PFAS en gezondheid
- Maatregelen
- Gevolgen voor Nederland
- PFAS schadelijker dan gedacht
- PFAS in het bloed
- Algemene vragen over gezondheidskundige grenswaarden en risicogrenzen
- Voedselveiligheid in Europa en PFAS
Ja, je kunt water uit de kraan blijven drinken. Mensen krijgen PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) op verschillende manieren binnen. De hoeveelheid PFAS die mensen binnen krijgen vanuit kraanwater is in het algemeen beperkt. Het RIVM vindt het daarom verantwoord om kraanwater te blijven drinken. Voldoende water drinken is belangrijk om gezond te blijven.
Nee, de gezondheidskundige grenswaarde wordt niet overschreden door de hoeveelheid PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) die mensen binnen krijgen door het drinken van kraanwater. Deze waarde wordt wel overschreden door de hoeveelheid PFAS die mensen gemiddeld binnen krijgen uit kraanwater en voedsel samen. Als mensen over een lange periode kleine hoeveelheden PFAS binnen krijgen, kan dit een negatief effect hebben op het immuunsysteem. Of gezondheidseffecten daadwerkelijk optreden is afhankelijk van veel verschillende factoren. Het RIVM adviseert de overheid om maatregelen te nemen om het contact met deze stoffen zoveel als mogelijk terug te dringen.
De hoeveelheid PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) die mensen binnen krijgen vanuit kraanwater is in het algemeen beperkt. Het RIVM vindt het daaromverantwoord om drinkwater uit de kraan te blijven drinken. Het onderzoek laat echter wel zien dat gemiddeld genomen, vooral drinkwater gemaakt van oppervlaktewater meer PFAS bevat dan flessenwater. Het hangt af van waar je woont of dit ook bij jou het geval is. Met flessenwater ben je 150 tot 500 keer duurder uit. Ook blijkt drinkwater uit de kraan honderden malen beter voor het milieu dan flessenwater en alle andere dranken uit de fles (zie ook: Wat is beter: bronwater, mineraalwater of kraanwater? | Voedingscentrum).
Nee, koken helpt niet om de hoeveelheid PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) in water te verlagen.
De PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) concentraties in oppervlaktewater zijn hoger dan in grondwater. Deze verschillen zie je terug in het drinkwater dat uit oppervlaktewater en grondwater wordt gemaakt. PFAS komen in het milieu terecht bijvoorbeeld door uitstoot uit fabrieken of door het gebruik van PFAS-houdende producten, zoals blusschuim. PFAS komen daarbij meestal als eerste in de lucht en het oppervlaktewater terecht. Van daaruit kunnen PFAS zich verder verspreiden naar de bodem en ook naar het grondwater. De waterstroom door de bodem is heel traag zodat het een tijd kan duren voordat stoffen in grondwater terecht komen. Daarom zijn er lage PFAS concentraties in grondwater.
Het RIVM heeft een drinkwaterrichtwaarde voorgesteld die het ministerie van IenW (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat )(Infrastructuur en Waterstaat) kan gebruiken de om de normen voor PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen )(Per- en polyfluoralkylstoffen ) in Nederlands kraanwater aan te passen. Daarnaast adviseert het RIVM om de hoeveelheid PFAS in kraanwater waar mogelijk te verlagen. Hiervoor is het zinvol om na te gaan welke maatregelen effectief en proportioneel zijn om de totale inname aan PFAS te verlagen. Hierbij is het belangrijk dat de overheid kijkt naar de volle breedte van mogelijke maatregelen en niet alleen naar drinkwater.
Omdat PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) wijdverbreid aanwezig is in de leefomgeving, komt PFAS in bijna alle voedselproducten voor, zoals koffie, thee, graanproducten, melkproducten, vlees, eieren, vis, groente en fruit. De hoogste hoeveelheden zitten in vis. In onderzoek van het RIVM is geen PFAS aangetroffen in suiker, suikermais, margarine en olijfolie.
Ja. Vis is een belangrijke bron voor de blootstelling aan PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) via voedsel. Echter, het eten van vis levert ook waardevolle voedingsstoffen op en is dus ook goed voor de gezondheid. Dit is waarom het Voedingscentrum adviseert om 1 keer per week vis te eten. Zie ook: Wat is het voedingsadvies voor vis? | Voedingscentrum.
Regio Dordrecht
Het RIVM adviseert om geen groenten en fruit meer te eten uit moestuinen binnen een straal van 1 kilometer van DuPont/Chemours.
Voor moestuinen op grotere afstand van DuPont/Chemours geven de in 2018 verzamelde gegevens onvoldoende duidelijkheid. Het RIVM kan daardoor niet beoordelen of het veilig is om gewassen buiten een straal van 1 kilometer te eten. Het is wel bekend dat de PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) gehalten in de bodem in een gebied van ongeveer 50 km (kilometer) rond de fabriek van DuPont/Chemours verhoogd zijn. Er is meer onderzoek nodig om te kunnen zeggen of het eten van gewassen die geteeld zijn in dit gebied kan leiden tot negatieve gezondheidseffecten.
Helmond
Het RIVM adviseert ook om geen groenten en fruit meer te eten uit volkstuinencomplex Sluisdijk in Helmond. Naar andere moestuinencomplexen in Helmond heeft het RIVM nu geen onderzoek gedaan. Ook hier is meer onderzoek nodig om te kunnen zeggen of het eten van gewassen die geteeld zijn in dit gebied kan leiden tot negatieve gezondheidseffecten.
Het RIVM adviseert om groenten die al zijn geoogst en geteeld niet te eten uit tuinen binnen 1 kilometer van DuPont/Chemours en het moestuinencomplex Sluisdijk. Er is geen reden om aan te nemen dat de geoogste groenten lagere PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) gehalten zullen bevatten.
Op basis van de kennis die nu beschikbaar is vanuit de moestuinen die zijn onderzocht in Dordrecht en Helmond, is het niet mogelijk om gericht advies te geven over specifieke groenten/fruit. Daarvoor is het aantal metingen en het aantal verschillende gewassen waarin is gemeten te beperkt. Ook bij beschikbaarheid van meer meetgegevens is het de vraag of er dan wel gericht advies gegeven kan worden over een duidelijk onderscheid tussen groenten. Het advies om geen groenten en fruit meer te eten uit moestuinen binnen van 1 kilometer van DuPont/Chemours en het moestuinencomplex Sluisdijk geldt dus voor alle soorten groenten en fruit.
Alleen als de tuin binnen 1 km (kilometer) van Chemours ligt, dan is ons advies hier niet uit te eten.
PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) kunnen effecten op de gezondheid geven als je deze stoffen langdurig binnenkrijgt. Mensen kunnen PFAS op verschillende manieren binnen krijgen, bijvoorbeeld via moestuingewassen als daar PFAS in zitten. Of gezondheidseffecten daadwerkelijk optreden is afhankelijk van veel verschillende factoren.
Voor vragen over je gezondheid en PFAS kun je contact opnemen met de afdeling Milieu en Gezondheid van de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) in jouw regio. Zoek met postcode of plaats de GGD gegevens op via www.ggd.nl. Indien je gezondheidsklachten hebt, neem dan contact op met je huisarts.
We weten dat de PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) concentraties in de bodem in het gebied rond de fabrieken van DuPont/Chemours en Custom Powders verhoogd zijn. Dat gebied rond Dupont/Chemours is groter dan het gebied rond Custom Powders.
Op dit moment weten we niet wat dit betekent voor de concentratie PFAS in gewassen die in dit grotere gebied zijn geteeld. Het RIVM kan daardoor op dit moment geen advies geven voor dit grotere gebied. Aanvullende metingen zijn nodig om een beter beeld te krijgen van PFAS concentraties in verschillende soorten gewassen in een groter gebied rond de genoemde fabrieken.
Ja, uit de studie van het RIVM blijkt dat mensen weinig PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) binnenkrijgen door te zwemmen in deze plas. Ook niet als je er dagelijks zwemt.
Ook voor kinderen geldt dat de blootstelling aan PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) via zwemmen of spelen in deze recreatieplas zo laag is dat deze geen negatieve effecten heeft voor de gezondheid.
Het eten van zelfgevangen vis en de mogelijke risico’s voor de gezondheid door PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) in die vis, is niet meegenomen in dit onderzoek van het RIVM. Berkendonk is geen officiële, door de gemeente Helmond goedgekeurde, plek om te vissen.
Het RIVM heeft in een ander onderzoek wel PFAS concentraties in zoetwatervis uit Nederlandse wateren vergeleken met de nieuwe gezondheidskundige grenswaarde van EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit). Hieruit blijkt dat PFAS inname door het eten van de zelfgevangen vis boven deze grenswaarde uit kan komen en daarom een risico op negatieve effecten op de gezondheid kan geven. Het Voedingscentrum raadt het regelmatig eten van zelfgevangen zoetwatervis uit Nederlandse wateren af.
PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen
) worden in verband gebracht met verschillende gezondheidseffecten. Ze kunnen een effect hebben op het immuunsysteem, op het cholesterol in het bloed, effecten op de lever geven en nier- en testiskanker veroorzaken. Of PFAS daadwerkelijk gezondheidseffecten geven, hangt onder andere af van hoeveel PFAS mensen binnen krijgen over de tijd. Mensen kunnen PFAS binnen krijgen door het eten van groenten die PFAS bevatten, maar bijvoorbeeld ook uit andere voedingsmiddelen, uit kraanwater of uit consumentenproducten.
Van de effecten die hier worden genoemd, worden effecten op het immuunsysteem als eerste verwacht. Deze effecten kunnen al optreden als mensen over een langere periode kleine hoeveelheden PFAS binnen krijgen. Negatieve effecten op het immuunsysteem kunnen ervoor zorgen dat het immuunsysteem minder goed werkt. Daardoor is er een grotere kans om ziek te worden Bij de huidige blootstelling vanuit voedsel en kraanwater kunnen deze effecten niet worden uitgesloten. Als u klachten heeft, neem dan contact op met uw (huis)arts. Ook kunt u terecht bij uw regionale GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) als u vragen heeft over uw gezondheid en PFAS.
De hoeveelheid PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) die mensen in Nederland binnenkrijgen is door de studie van EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) niet veranderd. Wat wel is veranderd, is wat we weten over het effect van langdurige blootstelling aan deze stoffen. Een lagere gezondheidskundige grenswaarde betekent dat er al gezondheidseffecten kunnen optreden bij lagere concentraties PFAS dan we eerder dachten. Een gevolg hiervan is dat we nu weten dat meer mensen in Nederland kans hebben op gezondheidseffecten door blootstelling aan PFAS. Of je daadwerkelijk ziek wordt, hangt ook af van andere factoren, zoals leefstijl of andere ziekten.
PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) zijn stoffen die in veel verschillende toepassingen worden gebruikt omdat ze handige eigenschappen hebben. Zo zijn ze water-, vet- en vuilafstotend. Helaas zijn er de afgelopen jaren PFAS in het milieu terechtgekomen, waardoor mensen en dieren het hebben binnen gekregen. Twee van de vier PFAS die EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) heeft bekeken zijn inmiddels wereldwijd verboden. Dit zijn PFOS (perfluoroctaansulfonaten) en PFOA (perfluoroctaanzuur ).
Het RIVM werkt in opdracht van het ministerie van IenW (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ) mee aan een Europees traject om de productie en het gebruik van alle PFAS aan banden te leggen en ze te verbieden in niet-essentiële toepassingen zodat ze minder in onze leefomgeving terecht komen. Maar ook met een sterke beperking van het gebruik van PFAS in de toekomst, zullen deze stoffen nog jarenlang in onze leefomgeving aanwezig zijn. Dat komt doordat de stoffen nauwelijks afbreken. Daarom is het belangrijk om te weten wat de mogelijke effecten van PFAS zijn en welke blootstelling aan PFAS risico’s oplevert voor mens of milieu. Dat helpt bijvoorbeeld bij het nemen van besluiten over milieumaatregelen, zoals saneringen.
Het RIVM heeft berekend dat mensen in Nederland uit voedsel en drinkwater samen meer PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) binnen krijgen dan de gezondheidskundige grenswaarde, en dat er dus een risico is dat er nadelige effecten op de gezondheid kunnen optreden. Dit is onwenselijk en aanleiding om de blootstelling van mensen aan PFAS te verminderen. Hierbij geldt hoe eerder maatregelen genomen kunnen worden, hoe liever. Omdat mensen vanuit verschillende bronnen (zoals voedsel, kraanwater, lucht en consumentenproducten) worden blootgesteld aan PFAS is er niet één bron als belangrijkste ‘boosdoener’ aan te wijzen. De blootstelling van mensen kan worden verminderd als in de genoemde bronnen minder PFAS aanwezig is. Het is aan de verantwoordelijke ministeries om te kiezen welke maatregelen genomen worden om de blootstelling van mensen aan PFAS te verminderen.
Het RIVM adviseert in twee specifieke situaties om direct maatregelen te nemen: het niet eten van gewassen uit moestuinen binnen een straal van 1 km (kilometer) rond de fabriek van Dupont/Chemours en gewassen uit volkstuinencomplex Sluisdijk in Helmond.
PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) zijn schadelijk voor mens en milieu. Ze hebben een aantal handige eigenschappen, bijvoorbeeld dat ze water-, vet- en vuilafstotend zijn. Maar ze hebben ook een aantal eigenschappen die niet goed zijn voor het milieu en de gezondheid. Van sommige PFAS is bekend dat ze:
- niet of nauwelijks afbreken in het milieu (ze zijn persistent)
- schadelijke effecten kunnen geven in mensen en het milieu (ze zijn toxisch)
- zich gemakkelijk en snel verspreiden in het milieu (ze zijn mobiel) en/of
- ophopen in het menselijk lichaam, in dieren en planten (ze zijn bioaccumulerend)
Deze eigenschappen zorgen ervoor dat zonder maatregelen de problemen die PFAS kunnen veroorzaken alsmaar toenemen.
Nederland wil samen met andere Europese lidstaten het gebruik van PFAS aan banden leggen om de risico’s van de stoffen voor mens en milieu te beperken, zogenoemd bronbeleid. Hierbij is het noodzakelijk om de zeer grote groep van PFAS als één groep aan te pakken en in Europa op dezelfde manier om te gaan met PFAS om te voorkomen dat de ene schadelijke PFAS wordt vervangen door de andere.
Je kunt contact met PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) bijna niet voorkomen. Deze stoffen zijn op veel plekken om ons heen aanwezig. Wereldwijd wordt er gewerkt aan het terugdringen van de uitstoot en verspreiding van PFAS. Dit om er voor te zorgen dat er steeds minder PFAS in de leefomgeving terecht komt en dat mensen minder PFAS binnen krijgen. Zo is het gebruik van PFOS (perfluoroctaansulfonaten) en PFOA (perfluoroctaanzuur ) wereldwijd al verboden. Aanvullend werkt het RIVM in opdracht van het ministerie van IenW (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ) en samen met een aantal andere Europese lidstaten aan een verbod op de productie en het gebruik van alle PFAS om blootstelling aan PFAS nog verder terug te dringen. Het is lastig om zelf je PFAS-blootstelling te verminderen. Wel kun je letten op de gebruiksartikelen die je koopt. Door producten te kopen die geen PFAS bevatten draag je bij aan minder verspreiding van PFAS. Voor meer informatie over PFAS in producten kun je kijken op Waarzitwatin.nl. Daarnaast is het belangrijk om gevarieerd te eten. Gevarieerd eten voorkomt dat je vaak voedsel eet met hoge gehalten PFAS.
Het RIVM heeft de humane risicogrenzen voor PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) in bodem, kraanwater en PFAS in biota (vis) opnieuw berekend. Later in 2021 zullen risicogrenzen voor PFAS in oppervlaktewater worden berekend. Ook wordt gekeken of het mogelijk is een drinkwaterrichtwaarde af te leiden voor een grotere groep PFAS.
De opnieuw berekende risicogrenzen zijn lager dan de waarden die eerder waren berekend. De lage risicogrenzen geven aanleiding om bestaande normen voor PFAS te heroverwegen. Of normen worden aangepast is een beslissing van het ministerie. Dit is niet aan het RIVM.
Deze situatie is niet uniek voor Nederland. Ook in andere landen krijgen mensen deze stoffen binnen. EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) concludeert in 2020 dat een deel van de Europese bevolking via voedsel en kraanwater teveel PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) binnenkrijgt.
Er is nieuwe wetenschappelijke kennis over mogelijke effecten van PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) op mensen. Het is bekend geworden dat PFAS nadelige effecten heeft op het immuunsysteem. Deze effecten kunnen optreden op bij een zeer kleine blootstelling aan PFAS. EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) heeft deze nieuwe informatie gebruikt in het berekenen van de nieuwe gezondheidskundige grenswaarde (TWI). Gebruik van de EFSA-grenswaarde biedt daarmee bescherming tegen het nieuw vastgestelde effect (immuunsysteem). Dit in tegenstelling tot de gezondheidskundige grenswaarde die het RIVM eerder hanteerde.
EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) heeft een gezondheidskundige grenswaarde afgeleid van 4,4 nanogram/kilogram lichaamsgewicht per week voor PFOS (perfluoroctaansulfonaten), PFOA (perfluoroctaanzuur ), PFNA en PFHxS samen. Deze waarde geeft aan hoeveel van deze PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) iemand langdurig iedere week binnen mag krijgen zonder dat er schadelijke effecten op de gezondheid verwacht worden.
Het RIVM gebruikt deze grenswaarde vanaf nu basis voor verder werk aan PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ). Bijvoorbeeld om te beoordelen of er gezondheidsrisico’s zijn door de aanwezigheid van PFAS in voedsel en kraanwater of voor het berekenen van risicogrenzen van PFAS in bodem of water. De EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit)-grenswaarde gaat over PFOS (perfluoroctaansulfonaten), PFOA (perfluoroctaanzuur ), PFNA en PFHxS samen. In de praktijk komen deze vier PFAS niet altijd samen voor en er zijn ook nog andere PFAS die in Nederland voor komen. Ook in die situaties moeten de risico’s van individuele PFAS of van andere mengsels van PFAS ingeschat kunnen worden.
RIVM heeft een rekenmethode uitgewerkt om de EFSA-grenswaarde te gebruiken voor 23 verschillende PFAS. Het is nu mogelijk om een mengsel van PFAS te beoordelen.
Het is niet zeker dat de door EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) afgeleide waarde precies goed is. De werkelijke waarde kan ook hoger of lager zijn. Er zijn verschillende redenen waarom de TWI die is afgeleid door EFSA erg onzeker is. Allereerst blijkt uit de dosis-respons analyse dat niet goed is op te maken bij welke bloedconcentratie welk effect op treedt. Vanwege gebrek aan gegevens doet EFSA verschillende aannames in de berekening. Een voorbeeld hiervan is de aanname dat de vier PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) waar EFSA naar heeft gekeken even schadelijk zijn. EFSA geeft zelf al aan dat er aanwijzingen zijn dat dit niet het geval is, maar dat er niet voldoende gegevens zijn om een betere aanname te doen.
Er zijn geen mogelijkheden om op korte termijn een alternatieve, minder onzekere, grenswaarde af te leiden met de nu beschikbare informatie. Wetenschappelijk onderzoek naar het gedrag en schadelijkheid van PFAS is momenteel volop gaande. Bij het beschikbaar komen van nieuwe wetenschappelijke informatie kan de grenswaarde weer wijzigen.
Ja. Door blootstelling via het milieu (voedsel en kraanwater) en consumentenproducten is vrijwel iedereen onbewust blootgesteld aan PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ). Er zijn Europese studies waarin bij de algemene bevolking de concentratie van PFOA (perfluoroctaanzuur ) (dat is één van de PFAS stoffen) in het bloed bepaald is. Uit verschillende Europese onderzoeken blijkt volgens het Europees Chemicalien Agentschap (ECHA (European Chemicals Agency)) dat mensen in de EU (Europese Unie) gemiddeld 3,5 nanogram PFOA per milliliter bloedserum hebben. In een RIVM-onderzoek in 2016 is in het bloed van een groep Nederlandse volwassenen een gemiddelde van 3,4 nanogram PFOA per milliliter bloedserum aangetroffen. EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) vermeldt in haar opinie Europa-breed een gemiddelde waarde van 2,1 nanogram PFOA per milliliter bloedserum.
Nee, ondanks de kennis over verbanden tussen PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) blootstelling en mogelijke gezondheidseffecten, is het niet mogelijk om per individu aan te geven/te voorspellen hoeveel PFAS in het bloed daadwerkelijk leidt tot gezondheidseffecten. Hierdoor is het niet mogelijk om naast algemene adviezen voor een gezonde leefstijl een aanvullend advies te geven.
Voor vragen over je gezondheid en PFAS kun je contact opnemen met de afdeling Milieu en Gezondheid van de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Gemeentelijke Gezondheidsdienst in jouw regio. Zoek met postcode of plaats de GGD gegevens op via www.ggd.nl. Indien je gezondheidsklachten hebt, neem dan contact op met je huisarts.
Er is geen behandeling mogelijk om PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) uit het lichaam te verwijderen. Alleen door verdere blootstelling zoveel mogelijk te beperken, zal de hoeveelheid PFAS in het lichaam langzaam afnemen.
Voor vragen over uw gezondheid en PFAS kunt u contact opnemen met de afdeling Milieu en Gezondheid van de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) in uw regio. Zoek met postcode of plaats de GGD gegevens op www.ggd.nl. Indien u gezondheidsklachten heeft, neemt u dan contact op met uw huisarts.
Een gezondheidskundige grenswaarde van een stof geeft aan wat de maximale hoeveelheid van een stof is die iemand binnen mag krijgen, zonder dat dit gevolgen heeft voor zijn gezondheid. Deze waarde wordt in een risicobeoordeling gebruikt en heeft geen wettelijke status. Een voorbeeld van een gezondheidskundige grenswaarde is de TWI: Tolereerbare Wekelijkse inname, deze geeft aan hoeveel je levenslang wekelijks mag binnen krijgen van een stof zonder dat dit gevolgen heeft voor de gezondheid.
Gezondheidskundige grenswaarden zijn daarnaast ook van belang voor het milieudomein. Voor het vaststellen van (humane) risicogrenzen voor een stof in bodem, water en lucht worden gezondheidskundige grenswaarden gebruikt.
(Humane) risicogrenzen geven de concentratie in het milieu aan waaronder de risico’s voor mens aanvaardbaar zijn. Hierbij wordt gekeken in hoeverre de mens via het milieu met de stof in aanraking kan komen. Risicogrenzen hebben ook geen wettelijke status, maar kunnen door beleidsmakers worden gebruikt om normen vast te stellen.
Door middel van een risicobeoordeling bepaalt het RIVM of contact met een stof nadelige effecten op de gezondheid kan veroorzaken. Hierbij wordt eerst uitgezocht welke schadelijke eigenschappen een stof heeft. Vervolgens wordt gekeken op welke manieren en hoe lang mensen in contact komen met deze stof en of dat gevolgen voor de gezondheid heeft. Met deze informatie wordt de kans berekend dat er nadelige effecten op de gezondheid optreden. Deze onderzoeken en berekeningen worden gedaan op basis van (internationaal) wetenschappelijk onderbouwde methodes.
Er is nieuwe kennis over mogelijke effecten van PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) op het immuunsysteem. Deze effecten op het immuunsysteem kunnen optreden bij lagere concentraties dan voorheen bekend was voor andere effecten van PFAS (op leverfunctie en cholesterolgehalte). EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) (Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid) heeft in 2020 deze nieuwe informatie gebruikt in het berekenen van de nieuwe gezondheidskundige grenswaarde (TWI). Gebruik van de EFSA-grenswaarde biedt daarmee ook bescherming tegen het nieuw vastgestelde effect (immuunsysteem). Dit in tegenstelling tot de grenswaarde die het RIVM eerder hanteerde.
De EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) (European Food Safety Authority) is de Europese Voedselveiligheidsautoriteit en adviseert de Europese Commissie over voedselveiligheid. EFSA levert onafhankelijke wetenschappelijke beoordelingen, zogenoemde opinies, over voedsel gerelateerde risico’s van (onder andere) chemische stoffen in voedsel. De EC (European Commission) gebruikt deze beoordelingen om de noodzaak voor maatregelen te bepalen. EFSA leidt in haar opinies een gezondheidskundige grenswaarde af. Deze waarde wordt in de risicobeoordeling gebruikt en heeft geen wettelijke status. De EC kan op basis van een EFSA-opinie Europese wetgeving opstellen, bijvoorbeeld wettelijke productnormen voor voedsel.
EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) heeft een nieuwe gezondheidskundige grenswaarde afgeleid voor vier PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ). Op basis hiervan keek EFSA of de blootstelling aan deze stoffen via voedsel een nadelig effect heeft op de gezondheid van de Europese bevolking. Blootstelling betekent dat mensen in contact komen met de stoffen, of dat de stoffen in het lichaam komen. Vervolgens heeft EFSA gekeken welke voedingsmiddelen het meest bijdragen aan de blootstelling van mensen aan deze vier stoffen.
De huidige PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen )-opinie (uit 2020) van EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) gaat over PFOS (perfluoroctaansulfonaten) perfluoroctaansulfonaten (perfluoroctaansulfonzuur), PFOA (perfluoroctaanzuur ) perfluoro octanoic acid (perfluoroctaanzuur), PFNA (perfluornonaanzuur) en PFHxS (perfluorhexaansulfonzuur). Dit zijn de vier PFAS stoffen die volgens EFSA gelijksoortige eigenschappen hebben en het meeste worden gevonden in bloed van mensen. EFSA heeft in dit onderzoek niet naar GenX-stoffen gekeken.
EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) heeft in haar opinie een gezondheidskundige grenswaarde afgeleid van 4,4 nanogram/kilogram lichaamsgewicht per week. Deze gezondheidskundige grenswaarde wordt door EFSA een TWI (Tolerable Weekly Intake) genoemd. Deze TWI geldt voor PFOS (perfluoroctaansulfonaten), PFOA (perfluoroctaanzuur ), PFNA en PFHxS samen. EFSA concludeert dat PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) nadelige effecten kunnen hebben op het immuunsysteem. Dit zou de kans op ziekten kunnen vergroten. EFSA heeft de TWI op deze effecten gebaseerd, omdat dit de meest gevoelige effecten lijken te zijn. EFSA geeft aan dat andere bekende nadelige gezondheidseffecten van PFAS niet worden verwacht bij een inname lager dan deze nieuwe TWI. Het gaat dan bijvoorbeeld om effecten op de leverfunctie en op cholesterolgehalte. Dit zijn effecten die bij hogere concentraties optreden dan het effect op het immuunsysteem. Na vergelijking van de TWI met de berekende inname van PFAS via voedsel en drinkwater, concludeert EFSA dat een deel van de Europese bevolking meer binnenkrijgt dan de TWI. Zij zien dit ook terug in de PFAS concentraties die gemeten zijn in bloed van mensen in Europa. EFSA heeft aangegeven dat dit een reden tot zorg is. Dit betreft vooral jonge kinderen, maar het geldt ook voor een deel van de volwassenen. Bekijk de EFSA-opinie voor meer informatie.
Het RIVM had vragen over de wetenschappelijke onderbouwing van de gezondheidskundige grenswaarden die EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) had afgeleid voor PFOA (perfluoroctaanzuur ) en PFOS (perfluoroctaansulfonaten) in 2018. Deze vragen gingen vooral over de interpretatie en analyse van gegevens uit studies bij mensen (epidemiologische studies). Het RIVM vond dat de studies die EFSA in 2018 gebruikte onvoldoende basis boden om met deze gezondheidskundige grenswaarde te gaan werken.