Producten met chemische stoffen mogen niet zomaar verkocht of gebruikt worden. Voordat een producent een stof op de markt brengt, moet hij onderzoek doen naar het gevaar van een stof. Voor stoffen met gevaarlijke eigenschappen gelden strenge regels voor productie, gebruik, vervoer, opslag en afval.  Ook moeten bedrijven  bij de overheid opgeven of ze gevaarlijke stoffen uitstoten via de lucht of lozen in het water. De overheid kan bedrijven verplichten om te meten hoeveel stoffen ze uitstoten. 

Sommige stoffen hebben zulke gevaarlijke eigenschappen, dat we willen voorkomen dat ze in het milieu terechtkomen. Dat geldt bijvoorbeeld voor kankerverwekkende stoffen of stoffen die giftig zijn voor het ongeboren kind. Dit geldt ook voor stoffen die heel lang in het milieu blijven en zich opstapelen in de voedselketen. In Nederland noemen we dit Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS).  Een bedrijf dat met deze stoffen werkt moet aan strenge eisen voldoen. Het bedrijf moet de overheid informeren dat het deze stof uitstoot en moet zo veel mogelijk voorkomen dat die stof in de lucht of in het water terecht komt. De eerste voorkeur is door de stof te vervangen door een minder schadelijke stof. 

Nederland

De Nederlandse overheid past de Europese regels toe en zorgt binnen Nederland voor een zo veilig mogelijke omgeving. Een voorbeeld hiervan is de aanpak van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS Zeer Zorgwekkende Stoffen (Zeer Zorgwekkende Stoffen)). De Rijksoverheid draagt zorg voor het meten van stoffen, stelt normen vast, en draagt bij aan de Europese beoordeling van stoffen. 

Europa

Het Europese Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) verzamelt informatie over chemische stoffen die bedrijven maken en gebruiken (REACH). De EU Europese Unie (Europese Unie) schrijft ook voor wat er op het etiket moet staan. Als er risico’s zijn, kan Europa het gebruik van een chemische stof verbieden of beperken. Ook voor andere stoffen (bijvoorbeeld in bestrijdingsmiddelen, verpakkingen van voedsel of cosmetica) zijn er Europese regels. 

Wereldwijd

Sommige gevaarlijke stoffen die moeilijk afbreken in het milieu zijn op de hele wereld verboden (POP-verordening).