Radioactiviteit kan ook in de lucht zitten. Het zit dan vast aan stofdeeltjes. Als er neerslag valt kunnen deze deeltjes op de grond komen. Daarom wordt de radioactiviteit in de lucht en neerslag continu in de gaten gehouden. Wekelijks meet het RIVM of er stofdeeltjes in de lucht zitten die radioactief zijn. Neerslag verzamelt het RIVM iedere week of maand en meet dat op de aanwezigheid van radioactieve stoffen. Of dit per week of per maand gebeurt, hangt af van welke radioactieve stof het betreft.
Het monitoren van radioactiviteit in lucht en neerslag heeft twee doelen: om te bepalen wat de reguliere blootstelling is én om incidenten met radioactiviteit op te sporen. Een voorbeeld daarvan is het incident met het radioactieve ruthenium-106 in 2017 Boven Nederland is toen geen ruthenium-106 aangetoond maar op andere plekken in Europa wel.
Uitvoerende organisaties
Het RIVM voert de metingen van radioactiviteit in lucht en neerslag uit. Deze metingen zijn geaccrediteerd volgens ISO 17025 (onder registratienummer L153). Uitzondering hierop zijn de metingen van tritium in neerslag. Nadat het RIVM de neerslag heeft, voert Rijkswaterstaat de metingen uit (geaccrediteerd volgens ISO 17025 onder registratienummer L521).
Metingen door de jaren heen
2019 In 2019 bevatte de lucht en neerslag een normaal niveau van radioactiviteit, net als in eerdere jaren. Boven Nederland zijn in 2019 geen sporen gemeten van incidenten met radioactiviteit op andere plekken in Europa of de wereld. De meetresultaten in luchtstof en neerslag voor 2019 staan in een briefrapport (zie relevante RIVM publicaties).
2002-2018 De meetresultaten van de jaren 2002 tot 2018 staan in eerdere RIVM publicaties (zie relevante RIVM publicaties).