Het is moeilijk om een besmetting te voorkomen. Denk aan goede hygiëne, zoals regelmatig handen wassen, schoonmaken en ventileren. En houd je aan de adviezen bij klachten.
En verder:
- Heb je een wond die verzorgd moet worden? Werk dan schoon en precies.
- Heeft iemand in het gezin een erge infectie met GAS? Dan is het soms nodig om medicijnen te geven aan de anderen in het gezin. De medicijnen helpen dan om de ziekte te voorkomen bij anderen. De GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) kijkt samen met de arts of dit nodig is.
- Heb je nauw contact gehad met iemand met een invasieve GAS-infectie? Dan kan het nodig zijn om extra op klachten te letten. De GGD bekijkt samen met de arts of dat nodig is.
Iemand met een invasieve GAS-infectie wordt vaak opgenomen en behandeld in het ziekenhuis. Soms overlijden mensen aan een ernstige invasieve infectie.
Iemand met een invasieve GAS-infectie is te ziek om naar een kindercentrum, school of werk te gaan.
Een kind mag naar school of kinderopvang als het voldoende hersteld is. Vertel het wel aan de pedagogisch medewerker of de leerkracht. Zij kunnen zo nodig in overleg met de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op dezelfde klachten bij hun kind.
Er zijn veel verschillende virussen die luchtwegklachten kunnen veroorzaken. Zoals griep of het RS (respiratoir syncytieel)-virus. Meestal gaan deze klachten vanzelf weer over. Ook kunnen jonge kinderen meerdere luchtweginfecties kort achter elkaar krijgen. Neem contact op met de huisarts als een kind steeds zieker wordt als het een luchtweginfectie of waterpokken heeft. Of als het kind opknapt en na een aantal dagen plotseling weer zieker wordt. Op de website van thuisarts staat meer informatie.
Heb je meer vragen over groep A-streptokokken of invasieve GAS-infectie?
Vraag het de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-afdeling infectieziekten of kijk op de website van thuisarts.