
Infectieziekten Bulletin, maart 2025
Auteurs
M. (Marije) Hop – Boxhoorn1,2, Dr. C.M.V. (Cherelle) van Stenus3, Dr. J.M. (Janneke) de Man – van Ginkel4,2, Dr. J.L.A. (Jeannine) Hautvast5
- GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Twente, Afdeling Infectieziektebestrijding
- Verplegingswetenschap, programma in Klinische Gezondheidswetenschappen, Universiteit Utrecht, UMC (Universitair Medisch Centrum)
- GGD Twente, Afdeling Epidemiologie, Gezondheidsbevordering en Beleid
- Verplegingswetenschap, afdeling Gerontologie en Geriatrie, Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden & Universiteit Utrecht
- Radboudumc (Radboud University Medical Centre) academische werkplaats AMPHI, afdeling Eerstelijnsgeneeskunde, Nijmegen.
Samenvatting
Dit artikel beschrijft een onderzoek naar de invloed van mentaal welzijn en socio-demografische factoren op de naleving van COVID-19-isolatiemaatregelen. Het onderzoek werd uitgevoerd onder 540 volwassenen in Twente die in isolatie moesten na een positieve COVID-19-test.
De studie maakte gebruik van een online vragenlijst die zeven dagen na de start van de isolatie werd afgenomen. Mentaal welzijn werd gemeten met gevalideerde schalen, zoals de MHI-5 en De Jong Gierveld Eenzaamheidsschaal. Met behulp van multi- en univariabele logistische regressieanalyse werden mogelijke associaties onderzocht.
Uit de resultaten bleek dat 35,9% van de deelnemers de isolatiemaatregelen volledig naleefde. Er werd geen significant verband gevonden tussen mentaal welzijn en naleving. Wel kwam naar voren dat alleenstaanden vaker de maatregelen naleefden Ook opleidingsniveau bleek een rol te spelen. Mensen die hbo (hoger beroepsonderwijs), wo of een doctoraat hebben gedaan, leefden de isolatiemaatregelen minder vaak na dan mensen die basisonderwijs, middelbare school of een mbo (middelbaar beroepsonderwijs)-opleiding hebben gevolgd.
Deze studie biedt waardevolle inzichten in het gedrag van mensen tijdens isolatie, en levert nuttige informatie op voor het ontwikkelen van gerichte benaderingen om de naleving te verbeteren. In een tijd waarin het naleven van isolatiemaatregelen van vitaal belang kan zijn voor het beheersen van een pandemie, werpt dit onderzoek licht op de complexe dynamiek tussen persoonlijke omstandigheden en het naleven van gezondheidsrichtlijnen.
Inleiding
Overdracht van COVID-19 kan plaatsvinden via direct, indirect of nauw contact met geïnfecteerde personen [1]. Om overdracht te voorkomen is in veel landen isolatie van geïdentificeerde gevallen en het opsporen en in quarantaine plaatsen van contacten gebruikt als belangrijke niet-farmaceutische interventies. Eerder onderzoek toonde aan dat isolatie 35% van de verdere overdracht naar secundaire gevallen kan voorkomen [2], maar de effectiviteit hiervan hangt sterk af van de naleving van isolatiemaatregelen [3]. Zelfs de meest effectieve massale testsystemen en uitgebreide contactonderzoeken hebben marginale waarde, als mensen die positief testen en hun nauwe contacten, niet in staat of niet bereid zijn om in isolatie en quarantaine te gaan [4].
Studies die zijn uitgevoerd tijdens de COVID-19-pandemie tonen aan dat isolatie en quarantaine een negatieve psychologische impact hebben. Geïsoleerde en in quarantaine geplaatste individuen lopen een groter risico op depressie [5] en ervaren eenzaamheid, angst en stress [6,7]. Bovendien is bekend dat mensen met psychische problemen over het algemeen een lagere naleving hebben bij medische behandelingen [8].
Onderzoek naar de invloed van mentale gezondheid op de naleving van algemene COVID-19-maatregelen, zoals het dragen van maskers en social distancing, heeft tegenstrijdige resultaten opgeleverd. Zo blijkt dat eenzaamheid bij mensen vaker leidde tot het niet naleven van de regels [9] en dat lagere scores van depressie en angst en lagere aanwezigheid van stressfactoren gerelateerd waren aan hogere naleving [10]. Daarentegen toonde één studie aan dat mensen die mentale problemen hadden, de algemene COVID-19-maatregelen, zoals het dragen van gezichtsmaskers, frequent handen wassen, huishoudelijke desinfectie, sociale afstand houden en het vermijden van onnodige reizen, eerder naleefden dan mensen die geen mentale problemen rapporteerden [11]. Er is echter een kenniskloof wat betreft de impact van mentaal welzijn op de naleving van het in isolatie gaan voor COVID-19-positieve personen.
Gezien het cruciale belang van isolatie voor de beheersing van COVID-19 [3], is het essentieel om inzicht te krijgen in de relatie tussen mentaal welzijn en de naleving van isolatiemaatregelen.
Het doel van deze studie was om te onderzoeken of er een associatie is tussen mentaal welzijn en naleving van isolatiemaatregelen bij volwassenen die geadviseerd worden om in isolatie te gaan vanwege een positieve COVID-19-test. De resultaten van de huidige studie kunnen aanbevelingen opleveren voor het verbeteren van de naleving van isolatiemaatregelen.
Methoden
Onderzoeksopzet en populatie
Deze studie werd van januari tot juni 2022 uitgevoerd met een retrospectief observationeel cross-sectioneel ontwerp. De onderzoekspopulatie bestond uit inwoners in de regio van GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Twente die positief testten op COVID-19, door middel van een gevalideerde polymerase-kettingreactie (PCR (polymerase chain reaction)) of andere nucleïnezuuramplificatietest of een in Nederland gevalideerde antigeentest. Inclusiecriteria voor dit onderzoek waren: personen dienen 18 jaar of ouder te zijn en door de GGD geadviseerd te zijn om in isolatie te gaan vanwege een positieve COVID-19-test tussen 11 maart en 5 april 2022. Exclusiecriteria waren het niet kunnen lezen van Nederlands of Engels of niet voldoende digitaal vaardig zijn om de online vragenlijst in te vullen.
Inclusiemethode
Potentiële deelnemers werden eerst telefonisch door de GGD benaderd voor toestemming tot contact. Na instemming ontvingen zij per e-mail een patiëntinformatieformulier. Vervolgens nam een andere GGD-medewerker telefonisch contact op voor de definitieve deelname aan de studie.
Gegevensverzameling
Zeven dagen na de startdatum van isolatie ontving de deelnemer de vragenlijst per e-mail, met behulp van de enquête- en pollingsoftware Enalyzer. De korte periode tussen de startdatum van isolatie en het ontvangen van de vragenlijst had als doel om de kans op recall bias te verkleinen. Het invullen van de online vragenlijst duurde ongeveer tien minuten en bestond voornamelijk uit meerkeuzevragen.
Variabelen
De uitkomstvariabele was 'naleving van isolatiemaatregelen', gedefinieerd als de mate waarin het gedrag van de persoon overeenkomt met de door de GGD opgelegde isolatiemaatregelen [1]. In totaal werden acht maatregelen beoordeeld: 1) niet naar buiten gaan tijdens isolatie, 2) niet naar de winkel gaan tijdens isolatie, 3) minstens 5 dagen de isolatiemaatregelen naleven 4) geen fysiek contact hebben tijdens isolatie, 5) de slaapkamer niet verlaten tijdens isolatie, 6) apart sanitair gebruiken of dagelijks sanitair reinigen tijdens isolatie, 7) zorgen voor goede hand- en hoesthygiëne tijdens isolatie en 8) dagelijks reinigen van regelmatige contactpunten tijdens isolatie.
In onze studie werden aspecten van mentaal welzijn, die in eerdere studies geassocieerd werden met isolatie [5-7], opgenomen als onafhankelijke variabelen door middel van drie parameters: angst- en depressieve symptomen, eenzaamheid en algemene levenstevredenheid gebaseerd op ervaringen tijdens de periode dat de deelnemer in isolatie was.
Daarnaast werden de volgende socio-demografische, economische en gezondheidsgerelateerde variabelen opgenomen in de vragenlijst, aangezien deze variabelen in andere studies gerelateerd zijn aan mentaal welzijn: 1) geslacht [12], 2) leeftijd, 3) financiële verliezen [13], 4) werkloos zijn, 5) alleenstaand zijn, 6) aanwezigheid van COVID-19-gerelateerde symptomen tijdens isolatie [14], 7) opleidingsniveau, en 8) huidige of eerdere psychotherapeutische of psychiatrische behandeling).
Procedures
Symptomen van depressie en angst werden geïdentificeerd met behulp van de Mental Health Inventory 5 (MHI-5), die een interne consistentie heeft met een Cronbach's alpha van 0,74. Met een score van 60 of meer werd een respondent gekwalificeerd als 'mentaal gezond', en met een score van minder dan 60 als 'mentaal ongezond' [15]. De Jong Gierveld Eenzaamheidsschaal met een Cronbach's alpha van 0,78 werd gebruikt om eenzaamheid te meten. De scores werden gecategoriseerd als 'niet eenzaam' (een score van 0 of 1), 'enigszins eenzaam' (een score van 2 tot 4), en 'zeer eenzaam' (een score van 5 of 6) [16].
De algemene levenstevredenheid werd gemeten met één vraag. De antwoordopties waren oorspronkelijk verdeeld in vijf categorieën (1-5). Deze werden samengevoegd tot twee groepen: antwoorden 1, 2 en 3 werden gecategoriseerd als 'over het algemeen tevreden', en antwoorden 4 en 5 als 'over het algemeen ontevreden' [17].
Naleving van de isolatiemaatregelen werd gemeten als een dichotome variabele. Elk van de acht maatregelen die werd nageleefd, telde voor twee punten in de berekening. Als een maatregel niet werd nageleefd, telde deze voor één punt. Op basis van expertise en ervaringen van professionals in het veld werd vastgesteld dat de deelnemers de isolatiemaatregelen voor ≥80% moesten naleven. De maximale score was 16 punten (8 maatregelen × 2 punten). De drempelwaarde voor naleving werd gesteld op 80% van het maximum, wat neerkomt op 12.8 punten. Met een somscore van ≥12,8 werd de deelnemer gecategoriseerd als ‘nalevend’. Met een somscore van <12,8 werd de deelnemer gecategoriseerd als ’niet nalevend’.
Drie maatregelen met betrekking tot het verlaten van het huis en mogelijk ontmoeten en besmetten van andere mensen, werden als extra belangrijk beschouwd: 1) niet naar buiten gaan tijdens isolatie, 2) niet naar de winkel gaan tijdens isolatie, 3) minstens 5 dagen in isolatie blijven. Deelnemers die niet aan ten minste één van deze maatregelen voldeden, werden automatisch gecategoriseerd als ‘niet-nalevend', omdat regels met betrekking tot thuisblijven efficiënt zijn gebleken bij het beheersen en vertragen van de verspreiding van de pandemie en sterk geassocieerd zijn met de beheersing van COVID-19 [18].
Statistische analyse
Een descriptieve analyse werd uitgevoerd om de kenmerken van de onderzoekspopulatie te beschrijven. Vervolgens werd er een univariabele logistische regressieanalyse uitgevoerd om te zien of er associaties waren tussen elke onafhankelijke variabele en de uitkomstvariabele naleving. Na het testen op multicollineariteit werd er een multivariabele logistische regressieanalyse uitgevoerd om de associatie tussen alle onafhankelijke variabelen en naleving te beoordelen.
Parameterschattingen van logistische regressiemodellen werden uitgedrukt als OR, en 95% betrouwbaarheidsintervallen (BI) werden berekend. Een p-waarde van <0,05 werd als significant beschouwd. IBM ® SPSS (Statisch computerprogramma) 28 werd gebruikt voor statistische analyse.
Ethiek
De deelnemers gaven mondeling toestemming voor deelname aan de studie. Omdat er geen persoonlijke gegevens werden verzameld, was formele geïnformeerde toestemming volgens de METC (medisch-ethische toetsingscommissie) niet vereist (referentienummer 2021-13382, december 2021).
Resultaten
Tussen 11 maart en 5 april 2022 werden 990 personen die het advies hadden gekregen om zich te isoleren na een positieve COVID-19-test, benaderd voor deelname. Van hen gaf 74,5% toestemming om deel te nemen aan het onderzoek, wat leidde tot 738 ingevulde vragenlijsten. Na het verwijderen van onnauwkeurige en onvolledig ingevulde vragenlijsten, hadden we volledige gegevens van 540 deelnemers waarmee we de analyses uitvoerden.
De gemiddelde leeftijd van de steekproef (N=540) was 53 jaar en 55,6% van de deelnemers identificeerde zich als vrouw (Tabel 1). Van de deelnemers was 48,3% hoogopgeleid, 18,5% alleenstaand en 8,5% leed financieel verlies. COVID-19-gerelateerde symptomen werden door 90,7% ervaren. Het ondergaan van psychotherapeutische of psychiatrische behandeling voor of tijdens isolatie werd gerapporteerd door 22,8% van de steekproef.
Variabelen | % | N=540 | OR | 95% BI | |
---|---|---|---|---|---|
Leeftijd | 18 - 25 jaar | 5,9% | 32 | 1,044 | 0,488 - 2,236 |
25 - 64 jaar | 62,4% | 337 | 0,625 | 0,427 - 0,913 | |
65+ (referentiecategorie) | 31,7% | 171 | |||
Geslacht | |||||
Man | 44,3% | 239 | 0,908 | 0,637-1,294 | |
Vrouw | 55,6% | 300 | |||
Andersa | 0,2% | 1 | |||
Opleidingsniveau | 0,542 | 0,379-0,776 | |||
Basisonderwijs, middelbare school, mbo (middelbaar beroepsonderwijs) (referentiecatergorie) |
51,7 | 279 | |||
Hbo, wo bacherlor en wo master, doctor | 48,3% | 261 | |||
Financiële verliezen geleden | 0,947 | 0,502 - 1,785 | |||
Nee | 91,5% | 494 | |||
Ja | 8,5% | 46 | |||
Betaald werk hebben | 1,629 | 1,134-2,340 | |||
Ja | 63,5% | 343 | |||
Nee | 36,5% | 197 | |||
Alleenstaand | 1,768 | 1,139-5,966 | |||
Neeb | 81,5% | 440 | |||
Jac | 18,5% | 100 | |||
COVID-19-gerelateerde symptomen | 1,103 | 0,605-2,011 | |||
Ja | 90,7% | 490 | |||
Nee | 9,3% | 50 | |||
Huidige of vroegere psychotherapeutische of psychiatrische behandeling |
1,297 | 0,858-1,961 | |||
Nee | 75,6% | 408 | |||
Ja | 22,8% | 123 | |||
Wil ik niet zeggena | 1,7% | 9 |
Tabel 2 geeft een overzicht van de naleving van elk van de isolatiemaatregelen. Over het geheel genomen werd 35,9% van de deelnemers tijdens de isolatie als ‘nalevend’ gecategoriseerd.
COVID-19-isolatiemaatregelen | % | N |
---|---|---|
Niet naar buiten zijn geweest tijdens de isolatieperiode* | 79,4% | 429 |
Niet naar de winkel zijn geweest tijdens de isolatieperiode* | 97,8% | 529 |
Ten minste 5 dagen in isolatie hebben verbleven* | 47% | 254 |
Hebben geen lichamelijk contact gehad tijdens de isolatie | 73,3% | 396 |
De slaapkamer tijdens de isolatieperiode niet hebben verlaten | 28,1% | 152 |
De regels voor hygiëne opgevolgd hebben tijdens de isolatieperiode | 64,4% | 348 |
De regels voor tissue-gebruik opgevolgd hebben tijdens de isolatieperiode | 88,1% | 476 |
Regelmatig contactpunten hebben schoongemaakt tijdens de isolatieperiode | 47,8% | 258 |
Totale naleving isolatiemaatregelen tijdens de isolatieperiode | 35,9% | 194 |
Tabel 3 toont het optreden van problemen in mentaal welzijn en de resultaten van univariabele logistische regressieanalyse van de associatie van symptomen van depressie en angst, eenzaamheid en algemene levenstevredenheid met naleving van de COVID-19-isolatiemaatregelen. Tijdens de isolatie werd 90,6% van de steekproef als mentaal gezond beschouwd (MHI-5). Verder gaf 28% aan enigszins eenzaam te zijn (eenzaamheidsschaal van De Jong Gierveld) en gaf 90,7% aan tevreden te zijn met het leven.
Variabelen | % | N | OR | BI 95% | |
---|---|---|---|---|---|
Symptomen van depressie en angst (MHI-5) | Mentaal ongezond | 9,4% | 51 | 1,279 | 0,710 – 2,301 |
Mentaal gezond (referentiecategorie) | 90,6% | 489 | |||
Eenzaamheid (De Jong Gierveld Eenzaamheidsschaal) | Erg eenzaam | 1,5% | 8 | 1,145 | 0,269 – 4,866 |
Enigszins eenzaam | 28% | 151 | 1,258 | 0,853 – 1,856 | |
Niet eenzaam (referentiecategorie) | 70,6% | 381 | |||
Algemene levenstevredenheid | Ontevreden | 9,3% | 50 | 0,600 | 0,311 – 1,158 |
Tevreden (referentiecategorie) | 90,7% | 490 |
Zoals weergegeven in tabel 1, toonden de resultaten van de univariabele logistische regressieanalyse aan dat deelnemers van 25-64 jaar minder vaak voldeden aan de isolatiemaatregelen (OR 0,625, 95% BI 0,427 - 0,913) in vergelijking met deelnemers van 65 jaar en ouder. Bovendien voldeden deelnemers die een hbo (hoger beroepsonderwijs), wo of doctor opleiding hebben gedaan minder vaak aan de isolatiemaatregelen in vergelijking met deelnemers die basisonderwijs, middelbare school of mbo (middelbaar beroepsonderwijs) hebben gedaan (OR 0,542, 95% BI 0,379 - 0,776).
Verder bleek uit de analyse dat deelnemers die geen betaalde baan hadden tijdens de isolatie zich vaker aan de isolatiemaatregelen hielden (OR 1,629, 95% BI 1,134 - 2,340) dan deelnemers die wel een betaalde baan hadden. Tot slot hielden deelnemers die tijdens de isolatie alleenstaand waren zich vaker aan de isolatiemaatregelen (OR 1,768, 95% BI 1,139 - 5,966).
Er werd geen significante associatie gevonden tussen:
-
deelnemers die mentaal ongezond waren en het voldoen aan isolatiemaatregelen, p=,412.
-
deelnemers die aangaven zeer of enigszins eenzaam te zijn en het naleven van isolatiemaatregelen, p=,509.
-
deelnemers die aangaven ontevreden te zijn met hun leven tijdens isolatie en het naleven van isolatiemaatregelen, p=,128.
Uit de multivariabele logistische regressieanalyse bleek dat er geen statistisch significante associaties werden gevonden tussen symptomen van depressie en angst, eenzaamheid, algemene levenstevredenheid en naleving. In het uiteindelijke model bleek dat deelnemers die alleenstaand waren tijdens isolatie (OR 2,612, 95% BI 1,013 - 2,595) zich vaker aan de isolatiemaatregelen hielden. Tot slot hielden deelnemers die een hbo, wo of doctor opleiding hebben gedaan zich minder vaak aan de isolatiemaatregelen in vergelijking met deelnemers die basisonderwijs, middelbare school of mbo hebben gedaan(OR 0,586, 95% BI 0,404 - 0,850). De Hosmer-Lemeshow Goodness-of-Fit tests suggereerden een goede fit van het model (p=,959).
Variabelen | OR | 95% BI | |
---|---|---|---|
Leeftijd | 18 – 25 jaar | 0,855 | 0,330 – 2,218 |
25– 64 jaar | 0,747 | 0,391 – 1,427 | |
65+ (referentiecategorie) | |||
Geslacht | Man (referentiecategorie) | ||
Vrouw | 0,944 | 0,644 – 1,382 | |
Andersa | |||
Opleidingsniveau | Basisonderwijs, middelbare school, mbo (middelbaar beroepsonderwijs) (referentiecategorie) | ||
Hbo, wo bachelor en wo master, doctor | 0,586 | 0,404 – 0,850 | |
Financiële verliezen geleden | Nee | ||
Ja | 1,171 | 0,576 – 2,381 | |
Betaald werk hebben | Ja | ||
Nee | 1,293 | 0,704 – 2,373 | |
Alleenstaand zijn | Neeb | ||
Jac | 1,621 | 1,013 – 2,595 | |
COVID-19-gerelateerde symptomen | Ja | ||
Nee | 1,009 | 0,530 – 1,919 | |
Huidige of vroegere psychotherapeutische of psychiatrische behandeling | Nee | ||
Ja | 1,312 | 0,827 – 2,083 | |
Wil ik niet zeggena | |||
Symptomen van depressie of angst (MHI-5) | Mentaal ongezond | 1,354 | 0,660 – 2,779 |
Mentaal gezond (referentiecategorie) | |||
Eenzaamheid (De Jong Gierveld Eenzaamheidsschaal) | Erg eenzaam | 0,931 | 0,175 – 4,940 |
Enigszins eenzaam | 1,231 | 0,797 – 1,900 | |
Niet eenzaam (referentiecategorie) | |||
Algemene levenstevredenheid | Ontevreden | 0,539 | 0,249 – 1,167 |
Tevreden (referentiecategorie) |
Discussie
Deze studie toonde aan dat 35,9% van deze onderzoeksgroep voldeed aan de isolatiemaatregelen. Univariabele en multivariabele logistische regressiemodellen toonden geen statistisch significant verband tussen het ervaren van symptomen van depressie en angst, eenzaamheid of algemene levenstevredenheid tijdens isolatie en het naleven van isolatiemaatregelen. Multivariabele analyse toonde echter aan dat deelnemers die alleenstaand waren tijdens isolatie vaker de isolatiemaatregelen naleefden. Deelnemers die een hbo (hoger beroepsonderwijs), wo of doctor opleiding voldeden minder vaak aan de isolatiemaatregelen.
Een mogelijke verklaring voor het niet naleven van de isolatiemaatregelen door de deelnemers die niet alleenstaand zijn, is dat ze voor anderen moeten zorgen. In die gevallen is het onvermijdelijk om andere mensen in hetzelfde huishouden tegen te komen. Dit is ook terug te vinden in het onderzoek van Burton et al. (2022), dat aantoonde dat de barrières voor het naleven van sociale afstandsmaatregelen onder andere zorgverantwoordelijkheden waren [19].
Onze studie toonde dat hogeropgeleide respondenten minder vaak de isolatiemaatregelen opvolgden. Dit komt overeen met gedragsonderzoeken in Nederland, die lieten zien dat hogeropgeleiden meer moeite hebben met het naleven van COVID-19-maatregelen dan lageropgeleiden. De steun voor veel COVID-19-maatregelen was het hoogst onder hoogopgeleiden, maar dit werd niet altijd weerspiegeld in een betere naleving [20]. Volgens de studie van Nivette et al. (2021) bleken hogeropgeleide personen minder geneigd om COVID-19-beperkende maatregelen na te leven [21].
Het huidige onderzoek kende zowel sterke punten als beperkingen. Een sterk punt van dit onderzoek is de grote steekproefomvang, die zorgt voor een nauwkeurigere schatting van het effect dat mentaal welzijn en andere socio-demografische, economische en gezondheidsgerelateerde variabelen hebben op de naleving van isolatiemaatregelen. Het aantal deelnemers met psychische problemen was laag, wat de mogelijkheid om verbanden te leggen heeft beperkt. Desalniettemin biedt de grote steekproefomvang toch waardevolle inzichten.
Daarnaast werden de online vragenlijsten zeven dagen na het begin van de isolatie verstuurd, waardoor de meeste deelnemers nog in of net uit de isolatie waren, wat de recall bias minimaliseerde. Tot slot was de respons hoog (54,5%), wat de generaliseerbaarheid van dit onderzoek ten goede komt. Hoewel dit percentage hoog is, is het mogelijk dat de non-respons bepaalde bias introduceert, wat de representativiteit van de bevindingen kan beïnvloeden.
Deze studie kende enkele beperkingen. Het kleine aantal deelnemers met psychische problemen en een basisschool, middelbare school of mbo (middelbaar beroepsonderwijs) opleiding heeft wellicht de mogelijkheid beperkt om verbanden te leggen tussen deze factoren en het naleven van isolatiemaatregelen. Toekomstig onderzoek zou zich moeten richten op het includeren van meer deelnemers uit deze groepen om de bevindingen verder te kunnen onderbouwen. De resultaten kunnen tevens door sociaal wenselijke antwoorden zijn beïnvloed. Dit kan mogelijk hebben geleid tot onderrapportage van isolatiemaatregelen die niet werden nageleefd.
Daarnaast zijn door het ontbreken van demografische gegevens de onvolledig ingevulde vragenlijsten niet geanalyseerd. Hierdoor kan potentiële selectiebias niet worden uitgesloten.
Tijdens dit onderzoek zijn er geen gegevens verzameld over de vaccinatiestatus van de deelnemers. Vaccinatiestatus zou mogelijk invloed kunnen hebben gehad op de risicoperceptie en het daaruit voortvloeiende gedrag van deelnemers. Voor vervolgonderzoek wordt aanbevolen deze variabele wel mee te nemen.
Tijdens het onderzoek werden niet alle COVID-19-positieve personen door de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) gebeld vanwege hoge infectiecijfers en personeelstekort. Dit kan de onderzoekspopulatie hebben beïnvloed. De willekeurige selectie van gebelde personen minimaliseerde echter het risico op selectiebias.
Tot slot heeft dit onderzoek als beperking dat er bij de meting van het naleven van de isolatiemaatregelen geen onderscheid is gemaakt tussen mensen die alleen woonden of met anderen samenwoonden. Hoewel mensen die alleen woonden zich volgens de isolatiemaatregelen vrij door hun huis mochten bewegen, maakte onze naleving-maat hier geen onderscheid in. Dit kan hebben geleid tot een onderschatting van de compliance, aangezien alleenstaanden als niet-nalevend konden worden geclassificeerd voor het verlaten van hun kamer, ook al was dit volgens de richtlijnen toegestaan. Toekomstig onderzoek zou rekening moeten houden met de huishoudsamenstelling bij het meten van de naleving van isolatiemaatregelen.
Conclusie
Dit onderzoek benadrukt het belang van een gedifferentieerde aanpak bij het bevorderen van naleving van isolatiemaatregelen tijdens een pandemie. Hoewel mentale gezondheid geen significante rol bleek te spelen, zijn factoren als alleenstaand zijn en opleidingsniveau wel van invloed op de mate van naleving. Deze bevindingen hebben belangrijke implicaties voor de praktijk van infectieziektebestrijding.
Voor GGD'en en andere gezondheidsorganisaties betekent dit dat zij hun communicatie en ondersteuning mogelijk moeten aanpassen aan verschillende doelgroepen. Specifieke aandacht is nodig voor niet-alleenstaanden, die mogelijk meer moeite hebben met het naleven van isolatiemaatregelen binnen hun huishouden. Het ontwikkelen van strategieën om isolatie binnen gezinsverbanden te vergemakkelijken zou de naleving in deze groep kunnen verbeteren.
De lagere naleving onder hogeropgeleiden vraagt om een heroverweging van hoe informatie over isolatiemaatregelen wordt gepresenteerd aan deze groep. Het is mogelijk dat traditionele voorlichtingsmethoden minder effectief zijn voor deze doelgroep en dat er behoefte is aan meer genuanceerde en evidence-based communicatie die ingaat op de specifieke bezwaren of twijfels die deze groep mogelijk heeft.
Verder onderzoek is nodig om de onderliggende mechanismen te begrijpen die leiden tot verschillen in naleving tussen verschillende groepen. Dit zou kunnen helpen bij het ontwikkelen van nog effectievere interventies en communicatiestrategieën.
Tot slot benadrukt deze studie het belang van het regelmatig evalueren van isolatiemaatregelen en hun naleving. In een snel veranderende pandemische situatie is het cruciaal om flexibel te blijven en strategieën aan te passen op basis van nieuwe inzichten en veranderende omstandigheden.
Door deze bevindingen te integreren in het beleid en de praktijk van infectieziektebestrijding, kunnen gezondheidsautoriteiten de effectiviteit van isolatiemaatregelen verbeteren. Dit draagt niet alleen bij aan een betere beheersing van de huidige pandemie, maar versterkt ook onze paraatheid voor toekomstige uitbraken van infectieziekten.
- COVID-19 | LCI richtlijnen. [cited 2022 Mar 14].
- Quilty BJ, Clifford S, Hellewell J, Russell TW, Kucharski AJ, Flasche S, et al. Articles Quarantine and testing strategies in contact tracing for SARS-CoV-2: a modelling study. 2021 [cited 2021 Sep 24];
- Saurabh K, Ranjan S. Compliance and Psychological Impact of Quarantine in Children and Adolescents due to Covid-19 Pandemic. Indian J. Pediatr. 2020 May 11; 87(7):532-536.
- Patel J, Fernandes G, Sridhar D. How can we improve self-isolation and quarantine for covid-19. The BMJ. 2021 Mar 10;372.
- Pietrabissa G, Simpson SG. Psychological Consequences of Social Isolation During COVID-19 Outbreak. Front. Psychol. 11:2201. doi: 10.3389/fpsyg.2020.02201
- Saeed H, Eslami A, Nassif NT, Simpson AM, Lal S. Anxiety Linked to COVID-19: A Systematic Review Comparing Anxiety Rates in Different Populations. International Journal of Environmental Research and Public Health. 2022; 19(4):2189. doi: 10.3390/ijerph19042189
- Zhuo K, Zacharias J. The impact of out-of-home leisure before quarantine and domestic leisure during quarantine on subjective well-being. Leisure Studies. 2021 May 4;40(3):321-37
- DiMatteo MR (antimicrobial resistance), Lepper HS, Croghan TW. Depression is a risk factor for noncompliance with medical treatment meta-analysis of the effects of anxiety and depression on patient adherence. Archives of Internal Medicine. 2000 Jul 24;160(14):2101–7.
- Dempster M, O’connell N, Graham CD, O’connor C, Zgaga L, Burke E, et al. Non-adherence to COVID-19 containment behaviours: results from an all-Ireland telephone survey. 2021 [cited 2022 Jun 8]; doi: 10.1186/s12889-022-13322-6
- Wright L, Steptoe A, Fancourt D. Predictors of self-reported adherence to COVID-19 guidelines. A longitudinal observational study of 51,600 UK adults. The Lancet Regional Health - Europe [Internet]. 2021 May 1 [cited 2022 Jun 5];4:100061.
- Lee ATC, Cheng GWH, Lin C, Wong BHC, Chiu L, Lam W. Do people with mental health problems have lower adherence to precautionary measures in COVID-19 pandemic? A cross-sectional observational study in Hong Kong. BMJ Open. 2021 [cited 2022 Mar 14];11:46658.
- Almeida DM (dystrophia myotonica), Kessler RC. Everyday stressors and gender differences in daily distress. Journal of Personality and Social Psychology. 1998;75(3):670–80.
- Mihashi M, Otsubo Y, Yinjuan X, Nagatomi K, Hoshiko M, Ishitake T. Predictive factors of psychological disorder development during recovery following SARS outbreak. Health Psychol. 2009 Jan;28(1):91-100. doi: 10.1037/a0013674. PMID: 19210022.
- Magnúsdóttir I, Lovik A, Bára Unnarsdóttir A, McCartney D, Ask H, Kõiv K, et al. Acute COVID-19 severity and mental health morbidity trajectories in patient populations of six nations: an observational study. 2022 [cited 2022 Jun 8];
- MHI-5. [cited 2021 Oct 23].
- Gierveld JDJ, Tilburg T van. A 6-Item Scale for Overall, Emotional, and Social Loneliness: Confirmatory Tests on Survey Data. 2016 Aug 18 [cited 2021 Oct 16];28(5):582–98.
- van Beuningen J, Kloosterman R. Subjectief welzijn: welke factoren spelen een rol?
- Tian H, Liu Y, Li Y, Wu CH (Congenitale hypothyreoidie), Chen B, Kraemer MUG, et al. An investigation of transmission control measures during the first 50 days of the COVID-19 epidemic in China. Science (New York, N.y) 2020 May 8 [cited 2021 Oct 26];368(6491):638.
- Burton A, McKinlay A, Dawes J, Roberts A, Fynn W, May T, et al. Understanding Barriers and Facilitators to Compliance with UK Social Distancing Guidelines During the COVID-19 Pandemic: A Qualitative Interview Study. Behaviour Change. Cambridge University Press; 2022;:1–21.
- Corona & gedrag: specifieke groepen. [cited 2023 Mar 26].
- Nivette A et al. Non-compliance with COVID-19-related public health measures among young adults in Switzerland: Insights from a longitudinal cohort study. Social science & medicine, 2021, 268: 113370.