Hoofdluis is niet ernstig, maar wel een wijdverbreid probleem op scholen en kinderdagverblijven. Er wordt dan ook veel gedaan om de bestrijding zo effectief en efficiënt mogelijk te maken. Onderzoek richt zich op resistentie van een belangrijke werkzame stof, permethrine, terwijl in de praktijk sociale media ingezet worden om ouders van benodige informatie te voorzien. Wordt bestrijding nu een ‘eitje’?
content
Auteur(s): M. Braks, A. Hofstee
Infectieziekten Bulletin, jaargang 23, nummer 3, maart 2012
Onderzoek naar resistentie tegen permethrine
Het hebben van hoofdluis (Pediculus humanus capitis) of pediculosis capitis is geen ernstig maar voornamelijk een wijdverbreid probleem, dat door schoolgaande kinderen en voornamelijk hun ouders als zeer vervelend wordt ervaren. Publicaties over het voorkomen van resistentie tegen veelgebruikte pediculicides hebben de vraag opgeworpen of het nodig is om de landelijke richtlijnen voor het behandelen van hoofdluis aan te passen. Om deze reden heeft het RIVM een onderzoek gestart naar het voorkomen van resistentie bij hoofdluis tegen één van de belangrijk werkzame stof, permethrine. Het belangrijkste kenmerk van permethrineresistentie is het voorkomen van 3 mutaties in het knockdownresistentiegen (KDR (knockdownresistentiegen)-gen). Echter een directe correlatie tussen de aanwezigheid van de mutaties in het KDR-gen en falen van de behandeling bij het gebruik van permethrine staat ook ter discussie. Het onderzoek toonde aan dat alle geteste hoofdluis afkomstig uit Nederland het homozygootresistente genotype hebben. Om de restentie in vivo te kunnen testen wordt er op dit moment een hoofdluiskweek opgezet, waarbij grote aantallen luizen op membraan in plaats van de natuurlijke gastheer - de mens - gekweekt kunnen worden voor experimenten.
Hoofdluisbestrijding en sociale media
Zodra op een school of kinderdagverblijf een uitbraak van hoofdluis geconstateerd wordt en ouders zijn ingelicht, is het voor hen zaak om van de hoofdluis af te komen of te voorkomen dat hun kind last krijgt van deze parasiet. Hierdoor kan onzekerheid ontstaan bij ouders: waar vind ik goede informatie en wat moet ik doen? Voorlichting over hoofdluis wordt vooral gegeven via eenzijdige, traditionele media (zoals folders en websites). Sociale media als Facebook, Hyves en Twitter bieden de kans om door middel van persoonsgerichte en tijdige communicatie de situatie van onzekerheid effectief en efficiënt te lijf te gaan.
Om ouders nog beter van dienst te zijn is GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Fryslân in samenwerking met het RIVM en de Universiteit Twente begonnen met een onderzoek naar de inzet van Facebook en Twitter in de bestrijding van hoofdluis. De Facebookpagina fungeert als verzamelplaats voor relevante informatie over hoofdluis en hoe deze parasiet te bestrijden. Hierbij kan gedacht worden aan Youtubefilmpjes, maar ook links naar de pagina’s over hoofdluis op de websites van de GGD of het RIVM. Via Twitter krijgen ouders de mogelijkheid om vragen te stellen aan een medewerker van de GGD Fryslân. Indien een vraag vaker gesteld wordt, dan wordt het antwoord hierop ook op de Facebookpagina geplaatst.
Op deze manier wordt geprobeerd om te voorzien in de informatiebehoefte en ouders te motiveren zich aan de maatregelen te houden. Het gebruik van sociale media is getoetst door de informatie over hoofdluisbestrijding via sociale media aan te bieden op aantal scholen in Friesland en aan de ouders van de kinderen op die scholen. Tegelijkertijd kregen een aantal andere scholen de informatie op de traditionele wijze (folders, websites) aangereikt.
Uitkomsten en het antwoord op de vraag of hoofdluisbestrijding via sociale media een ‘eitje’ is, is onderwerp van deze presentatie.
Auteurs
M. Braks1, A. Hofstee2
1. Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven
2. GGD Fryslân
Correspondentie:
M. Braks | marieta.braks@rivm.nl