De zesde ziekte is een besmettelijke infectieziekte die wordt veroorzaakt door een virus. Bij de zesde ziekte ontstaan vlekjes en bultjes, met name in het gezicht en op de romp. Voornamelijk kinderen krijgen de zesde ziekte.
Wat is de zesde ziekte?
De zesde ziekte, ook wel exanthema subitum genoemd, wordt veroorzaakt door het herpesvirus (type 6 en 7). De tijd tussen besmetting en het optreden van de eerste ziekteverschijnselen varieert van 5 tot 14 dagen, gemiddeld 10 dagen. Na infectie blijft het virus in het lichaam aanwezig.
Wat zijn symptomen van zesde ziekte?
Een eerste infectie met het virus komt vooral voor bij kinderen in de leeftijd van 6 tot 18 maanden. Enkele dagen na besmetting ontstaat hoge koorts (39,0-40,5 °C), zonder overige specifieke ziekteverschijnselen. De koorts zakt vrij plotseling waarna in sommige gevallen rode vlekjes en bultjes ontstaan in het gezicht en op de romp. De vlekjes en bultjes kunnen zich uitbreiden naar de armen en nek. Ook kan de infectie gepaard gaan met een milde luchtweginfectie, een middenoorontsteking en/of opgezette lymfeklieren in de hals.
Na de eerste infectie blijft het virus in het lichaam aanwezig en vermenigvuldigt het zich in de speekselklieren. Bij mensen met een ernstig verminderde weerstand, bijvoorbeeld door een hiv (humaan immunodeficientievirus)-infectie, kanker of na orgaantransplantatie, kan het virus opnieuw geactiveerd worden en koorts, huiduitslag of nierfalen veroorzaken.
Besmetting en preventie van zesde ziekte
Het is onbekend hoe lang de besmettelijke periode van de zesde ziekte duurt. Besmetting vindt voornamelijk plaats via speeksel. Ook kan het virus overgedragen worden door bloedtransfusie, orgaandonatie of via de placenta. Een persoon die de zesde ziekte heeft doorgemaakt, blijft mogelijk lange tijd besmettelijk omdat het virus in het lichaam aanwezig blijft.
Hoe vaak komt zesde ziekte voor?
Er zijn weinig gegevens beschikbaar over het voorkomen van de zesde ziekte in Nederland. Verwacht wordt dat een meerderheid van de kinderen onder de twee jaar een infectie met het virus heeft doorgemaakt.