Een chlamydia-infectie is een veel voorkomende seksueel overdraagbare aandoening. Een groot deel van de vrouwen met een chlamydia-infectie merkt hier niets van. Toch kan een chlamydia-infectie soms ernstige gevolgen hebben. Mogelijke gevolgen zijn een eileiderontsteking, een buitenbaarmoederlijke zwangerschap en verminderde vruchtbaarheid. In de Nederlandse Chlamydia Cohort Studie (NECCST Nederlandse Chlamydia Cohort Studie (Nederlandse Chlamydia Cohort Studie)) wordt onderzoek gedaan naar deze langetermijngevolgen van chlamydia-infecties bij vrouwen. NECCST is een vervolg op de Chlamydia Screening Implementation (CSI Chlamydia Screening (Chlamydia Screening)) die is uitgevoerd tussen 2008-2011.

De Chlamydia Screening

Tussen 2008 en 2011 heeft de Chlamydia Screening plaatsgevonden. Deze is uitgevoerd door GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Amsterdam, GGD Rotterdam-Rijnmond en GGD Zuid Limburg. Er zijn 300.000 jongeren uitgenodigd mee te doen aan de screening. Door deze screening is er meer bekend geworden over het vóórkomen van chlamydia in Nederland. Zo komt een chlamydia-infectie vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en vaker bij jongeren onder de 20 jaar. Ook zijn we er achter gekomen dat te weinig mensen zich laten screenen op chlamydia om het vóórkomen van chlamydia te verminderen. Daarom is besloten geen landelijke chlamydia-screening in te voeren. Een chlamydia-infectie zelf is meestal niet zo erg, maar de mogelijke gevolgen wel, daarom start het RIVM met NECCST Nederlandse Chlamydia Cohort Studie (Nederlandse Chlamydia Cohort Studie). Deze studie is een vervolg op de Chlamydia Screening en loopt door tot en met 2022. NECCST wordt uitgevoerd in samenwerking met de GGD.

Wat is het doel van NECCST?

In NECCST onderzoeken we hoe groot het risico is op een eileiderontsteking, een buitenbaarmoederlijke zwangerschap en verminderde vruchtbaarheid bij vrouwen die ooit een chlamydia-infectie hebben gehad en bij vrouwen die nooit een chlamydia-infectie hebben gehad. Daarnaast onderzoeken we of er bepaalde kenmerken zijn, bijvoorbeeld erfelijke kenmerken en gedragskenmerken, die het risico op het krijgen van deze aandoeningen vergroten. Maatregelen om een chlamydia-infectie te voorkómen kunnen zo worden gericht op vrouwen die deze kenmerken hebben. Ook kunnen de resultaten van dit onderzoek mogelijk helpen om de behandeling in vruchtbaarheidsklinieken te verbeteren.

Wat houdt NECCST in?

Alle vrouwen die hebben meegedaan aan de Chlamydia Screening en destijds toestemming hebben gegeven om opnieuw benaderd te mogen worden voor onderzoek naar soa seksueel overdraagbare aandoening (seksueel overdraagbare aandoening), worden gevraagd mee te doen aan NECCST. Aan de deelneemsters wordt gevraagd om vier keer een vragenlijst in te vullen over seksuele contacten, seksueel overdraagbare aandoeningen en eventuele zwangerschappen. Dit zal gevraagd worden in 2015, 2017, 2019 en 2021. Daarnaast vragen we de deelneemsters in 2015 en 2021 om door middel van een vingerprikje wat bloed af te nemen. In het bloed wordt gekeken of de deelneemster ooit een chlamydia-infectie heeft doorgemaakt. In enkele gevallen wordt in 2015 aan deelneemsters naast het vingerprikje ook gevraagd om wat wangslijm af te nemen. In het wangslijm, of in het restant van eerder ingeleverde vaginale swab of urine, wordt gekeken naar erfelijke kenmerken die mogelijk gerelateerd zijn aan het ontwikkelen van een eileiderontsteking, een buitenbaarmoederlijke zwangerschap of verminderde vruchtbaarheid.

Vragen over NECCST?

Neem dan contact op met de onderzoekers van NECCST via e-mail.