Vertrouwen in Nederlandse aanpak

De mensen om ons heen kunnen veel invloed hebben op het beeld dat we vormen van de maatregelen. Van de deelnemers in meetronde 11 heeft 92% aangegeven dat ze in de week voor het invullen van de vragenlijst met anderen over de Nederlandse aanpak van de coronacrisis te praten. 42% van de deelnemers heeft aangegeven bijna dagelijks tot meerdere keren per dag met anderen te hebben gesproken over de Nederlandse aanpak van de coronacrisis (gegevens niet in figuur). 18% van de deelnemers geeft aan dat de gesprekken (zeer) positief waren en 38% vond de gesprekken (zeer) negatief.

Van de deelnemers had 42% (veel) vertrouwen in de manier waarop de Nederlandse overheid probeert het coronavirus onder controle te houden. 17% had (helemaal) geen vertrouwen en 41% is neutraal. In vergelijking met andere landen doet Nederland het volgens 21% van de deelnemers (veel) beter, terwijl een groep van 22% het beleid als (veel) slechter beoordeelt  (57% is neutraal).

49% van de deelnemers vindt dat de Nederlandse overheid voldoende maatregelen neemt om verdere verspreiding van het virus te beperken, 23% vindt dat de overheid teveel doet, en 27% vindt dat de overheid te weinig doet.

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei | Ronde 3: 27 mei - 1 juni | Ronde 4: 17-21 juni | Ronde 5: 8-12 juli | Ronde 6: 19-23 augustus | Ronde 7: 30 september - 4 oktober | Ronde 8: 11-15 november | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari | Ronde 11: 24-28 maart.

Verandering in beeld van de Nederlandse aanpak

Voor de veranderingen in het beeld van de Nederlandse aanpak over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. De afnameperiode van de vragenlijst in meetronde 11 was vlak na de Tweede Kamerverkiezingen en tijdens de tweede lockdown die half december is ingegaan. Het vertrouwen in de manier waarop de Nederlandse overheid probeert het coronavirus onder controle te houden ligt vanaf meetronde 6 (augustus 2020) fors lager dan in de eerste maanden van de coronacrisis. Na een korte opleving in meetronde 8 (november 2020, 15 procentpunt hoger dan meetronde 7) is het percentage deelnemers dat vertrouwen heeft in de Nederlandse aanpak weer gedaald. In meetronde 11 is dit percentage ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van de vorige ronde.

Het percentage deelnemers dat vindt dat de Nederlandse overheid het beter doet dan andere landen ligt al een aantal meetrondes fors lager dan in het begin van de coronacrisis. In meetronde 8 was een opleving te zien, maar het percentage lijkt sinds meetronde 9 te stabiliseren rond 20% (ongeveer 20 procentpunt lager dan meetronde 8).  

Het percentage mensen dat aangeeft gesprekken met anderen over de Nederlandse aanpak van de coronacrisis als (zeer) positief te ervaren is vergelijkbaar met de vorige meetronde. Sinds de eerste meetronde (april 2020) is dit percentage wel flink gedaald, een verschil van 46 procentpunt met de huidige meetronde. De daling lijkt te stabiliseren, maar het percentage deelnemers dat gesprekken met anderen over de Nederlandse aanpak als positief ervaart is in de huidige meetronde het laagste tot nu toe.

Mening over aanpak van de overheid

Aan de deelnemers zijn een aantal stellingen voorgelegd die gaan over de beslissingen van de overheid ten aanzien van de coronamaatregelen. De uitspraak dat de Nederlandse overheid ‘haar best doet het goede te doen’, krijgt in meetronde 11 wederom de meeste steun (79% is het er (helemaal) mee eens). Ook vinden veel deelnemers dat de overheid zich goed laat informeren (71%), belangrijke personen en instanties betrekt (69%) en alle belangrijke informatie beschikbaar heeft (69%). Daarentegen vindt slechts 27% van de deelnemers dat de Nederlandse overheid lasten van de coronacrisis eerlijk verdeelt over alle burgers, instanties en groepen in de samenleving (26% is neutraal). 31% van de deelnemers denkt dat de Nederlandse overheid een duidelijke koers vaart (27% is neutraal). 34% vindt dat de overheid een juiste en eerlijke volgorde hanteert voor wie wanneer een vaccinatie krijgt (26% is neutraal). Daarnaast vindt 48% van de deelnemers dat de Nederlandse overheid een goede afweging maakt tussen verschillende maatschappelijke belangen (22% is neutraal).

Verandering in meningen over aanpak van de overheid

Sinds meetronde 2 zijn stellingen over de beslissingen van de overheid ten aanzien van de coronamaatregelen bij deelnemers uitgevraagd. In meetronde 10 (februari 2021) zijn er vier nieuwe stellingen toegevoegd. Voor de veranderingen over de tijd op dit onderdeel is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Voor alle stellingen geldt dat de mate waarin deelnemers het (helemaal) eens zijn gedurende het jaar is afgenomen. De sterkste afname is te zien bij de stellingen dat de Nederlandse overheid ‘besluiten goed toelicht’ en ‘goed uitlegt waarom de maatregelen nodig zijn’. De kleinste afname is te zien bij de stelling ‘ik denk dat de Nederlandse overheid alle belangrijke informatie beschikbaar heeft’. Ondanks een gestage afname van 13 procentpunt (van 92% in meetronde 1 naar 79% in meetronde 11) kan de stelling ‘ik denk dat de Nederlandse overheid haar best doet het goede te doen’ in alle meetrondes op de meeste steun rekenen. In meetronde 8 (november 2020) was een tijdelijke toename te zien bij alle stellingen. In meetronde 9 (december 2020/januari 2021) nam bij alle stellingen de mate waarin deelnemers het (helemaal) eens waren, weer af. Deze afname zette door in meetronde 10. De percentages van alle stellingen zijn in de huidige meetronde ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van meetronde 10.

De afnameperiode van de vragenlijst van meetronde 11 was tijdens de tweede lockdown, vlak nadat de Tweede Kamerverkiezingen hadden plaatsgevonden.

Onduidelijkheid maatregelen en kritische geluiden

Voor het goed kunnen uitvoeren en volhouden van gedragsregels is het belangrijk dat mensen begrijpen wat ze moeten doen. Van de deelnemers geeft 52% aan dat ze het onlogisch of moeilijk te begrijpen vinden waarom sommige gedragsregels in de ene situatie wel gelden en in de andere niet. Op de vraag wat zij daar vervolgens mee doen, antwoordt 64% dat ze het naast zich neerleggen en de adviezen van de overheid opvolgen. 42% van de deelnemers die sommige gedragsregels onlogisch of moeilijk te begrijpen vindt, geeft aan dat zij hierdoor minder gemotiveerd zijn om de regels op te volgen. Dit is een stijging ten opzichte van meetronde 10, toen lag dit percentage op 35%.

Verkiezingen

Half maart vonden de Tweede Kamerverkiezingen plaats. Aan de deelnemers van meetrondes 10 en 11 zijn hier enkele vragen over voorgelegd.

96% van de deelnemers uit meetronde 11 geeft aan te hebben gestemd voor de Tweede Kamerverkiezingen. Dit is een hoog percentage in vergelijking met de landelijke opkomst van 79%Van de mensen die hebben gestemd heeft 69% dat gedaan in het stemlokaal op 17 maart en 17% eerder (op 15 of 16 maart). 10% van de mensen die hebben gestemd heeft dat gedaan per brief en 4% heeft iemand gemachtigd.

Van de deelnemers die voorafgaand aan de verkiezingen (in meetronde 10) aangaven zorgen te hebben over besmettingsrisico in het stemlokaal heeft uiteindelijk 95% gestemd. Van de deelnemers die zich geen zorgen maakten over besmettingsrisico, of er neutraal instonden heeft 98% gestemd. 45% van de deelnemers die van te voren aangaven een voorkeur te hebben voor een alternatieve manier van stemmen, heeft dat ook gedaan. Dat wil zeggen per brief, volmacht of vervroegd, op 15 of 16 maart (cijfers niet in figuur).