Belangrijk bij interpretatie van de resultaten van dit onderzoek
  • De resultaten komen uit een cohortstudie. Dit betekent dat we mensen volgen over de tijd. Sommige mensen blijven meedoen, anderen stoppen, en weer anderen stromen later in. Dit type onderzoek is geschikt om patronen over de tijd te bestuderen (bijvoorbeeld ‘er is een toename in vertrouwen van 15 procentpunt’) en vergelijkingen te maken binnen personen (‘Draagvlak voor 1,5 meter afstand houden is 5 procentpunt lager dan voor regelmatig handen wassen’).
  • Het cohort is demografisch niet representatief voor de Nederlandse bevolking (zie toelichting). Cijfers op één tijdstip, zoals ‘de vaccinatiegraad’ in juli 2021, kunnen afwijken van onderzoeken die op dat moment een representatief sample werven en wegen. We beoordelen deze afwijkingen elke ronde t.o.v. de cijfers op het Coronadashboard en die blijken beperkt (0 - 10 procentpunt). Waar deze verschillen wel duidelijk aanwezig zijn, geven we dit aan op de website.

Welbevinden en leefstijl tijdens de coronacrisis

In de veertiende meetronde van het vragenlijstonderzoek geven de deelnemers hun leven op het moment van invullen van de vragenlijst een rapportcijfer van 7,5 op een schaal van 1-10. Ten opzichte van de vorige meetronde in juni is het cijfer gelijk gebleven. Het rapportcijfer ligt ongeveer op het niveau van vorige zomer. Bij het interpreteren van veranderingen in welbevinden over de tijd kunnen naast de geldende coronamaatregelen ook seizoenseffecten mogelijk een rol spelen.

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei | Ronde 3: 27 mei - 1 juni | Ronde 4: 17-21 juni | Ronde 5: 8-12 juli | Ronde 6: 19-23 augustus | Ronde 7: 30 september - 4 oktober | Ronde 8: 11-15 november | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari | Ronde 11: 24-28 maart | Ronde 12: 5-9 mei | Ronde 13: 16-20 juni | Ronde 14: 28 juli - 1 augustus.

Mentaal welbevinden

Op de vraag hoe men zich heeft gevoeld in de afgelopen 7 dagen geeft 3% van de deelnemers aan zich vaak tot voortdurend angstig te hebben gevoeld. Daarnaast geeft 9% aan zich vaak tot voortdurend gestrest te hebben gevoeld en 15% zegt vaak tot voortdurend last te hebben gehad van slaapproblemen.

Het mentaal welbevinden lijkt toe te nemen met de leeftijd: hoe ouder de deelnemers, hoe beter zij zich voelen. Dit verschil is het sterkst aanwezig voor ervaren stress: Van de deelnemers in de jongste leeftijdsgroep (16-24 jaar) geeft 35% aan zich de afgelopen 7 dagen (heel) vaak gestrest te hebben gevoeld. Bij de oudere leeftijdsgroepen neemt dit percentage af van 22% voor de groep van 25-39 jaar tot 2% bij de 70-plussers. Het percentage deelnemers dat zich angstig voelt en last heeft van slaapproblemen neemt ook af met de leeftijd (zie figuur).

In de vragenlijst is ook een aantal vragen opgenomen die inzicht geven in de psychische gezondheid van de deelnemers (‘Mental Health Inventory 5' ofwel 'MHI-5'). Op basis van deze vragen kan 89% van de deelnemers gezien worden als psychisch gezond. Respectievelijk 7%, 3% en 1% van de deelnemers heeft lichte, matige of ernstige psychische gezondheidsklachten. Het percentage deelnemers van 16-24 jaar dat gezien kan worden als psychisch gezond (74%) ligt lager dan bij oudere leeftijdsgroepen.

Verandering in mentaal welbevinden

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Van meetronde 8 in november 2020 tot meetronde 11 in maart 2021 is het percentage deelnemers dat zich de afgelopen 7 dagen (heel) vaak angstig voelde gelijk gebleven. Sinds meetronde 12 daalt dit percentage, tot 3% in de huidige meetronde. Ook het percentage deelnemers dat zich (heel) vaak gestrest voelde is na meetronde 11 met 6 procentpunt gedaald, tot 9% in de huidige meetronde. Het percentage deelnemers dat (heel) vaak last had van slaapproblemen is deze meetronde gelijk gebleven aan de vorige ronde.

 

Het totale percentage deelnemers dat psychisch gezond is, is vrij stabiel over de tijd en schommelt tussen de 83 en 90%. Over de tijd heen zijn de percentages voor psychische gezondheid onder de deelnemers van 70 jaar en ouder relatief het hoogst, en onder de 16-24-jarigen het laagst. Voor alle leeftijdsgroepen is de psychische gezondheid over de tijd veranderd, waarbij de laagste percentages werden gemeten in de eerste maanden van 2021. Sinds meetronde 11 is het percentage deelnemers dat scoort als psychisch gezond in alle leeftijdsgroepen gemiddeld toegenomen. Dit lijkt zich in de huidige meetronde te stabiliseren. Er is ten opzichte van de vorige meetronde alleen een lichte toename te zien in de leeftijdsgroep 16-24-jarigen (4 procentpunt). Hiermee nemen de verschillen tussen de leeftijdsgroepen af. Waar het verschil tussen de jongste en de oudste leeftijdsgroep in meetronde 10 nog 43 procentpunt was, is dit in de huidige meetronde 20 procentpunt.

 

Eenzaamheid

Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd om hun eenzaamheid te meten, zoals ‘Ik ervaar een leegte om me heen’ en ‘Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen’. Deze konden zij beantwoorden met ‘Ja’, ‘Min of meer’ of ‘Nee’. In meetronde 14 geeft 45% aan zich enigszins tot sterk eenzaam te voelen. Voor de jongeren (16-24 jaar) ligt dit percentage hoger (59%) dan voor de oudere leeftijdsgroepen (44 tot 47%).

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Sinds meetronde 11 (maart 2021) neemt het percentage deelnemers dat eenzaamheid ervaart af. In meetronde 14 is het percentage deelnemers dat zich enigszins tot sterk eenzaam voelt het laagste tot nu toe (45%). Dit patroon over de tijd is vergelijkbaar voor alle leeftijdsgroepen, met uitzondering van de jongere deelnemers (18-24 en 25-39), bij hen lag het percentage dat zich eenzaam voelde het laagst in de zomer van 2020.

 

Sociale contacten

Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd om de kwaliteit van hun sociale contacten te meten, zoals ‘Ik mis het om mijn vrienden of familie in het echt te zien’ en ‘Alles bij elkaar ervaar ik de kwaliteit van mijn sociale contacten goed’. Deze stellingen konden zij beantwoorden met vijf antwoordmogelijkheden variërend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’.

Van de deelnemers ervaart 70% de kwaliteit van hun sociale contacten als goed. Daarnaast geeft 74% aan goed contact te hebben met familie en vrienden en 58% geeft aan hun digitale of telefonische contacten als positief te ervaren. 40% van de deelnemers geeft aan het te missen om familie en vrienden in het echt te zien.

Verandering sociale contacten

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Het percentage deelnemers dat de kwaliteit van hun sociale contacten als goed ervaart en het percentage deelnemers dat goed contact heeft met familie en vrienden is vergelijkbaar met de vorige meetronde. De enige duidelijke verandering ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat het mist om familie en vrienden in het echt te zien. Dit is afgenomen met 13 procentpunt.

Veerkracht

Veerkracht is het vermogen van mensen om op een positieve manier om te gaan met tegenslag, veranderingen en stressvolle situaties. Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd om hun veerkracht tijdens de coronacrisis te meten, zoals ‘Ik zoek naar creatieve manieren om met deze situatie om te gaan’ en ‘Ik geloof dat ik ook positieve dingen uit deze situatie kan halen’. Deze stellingen konden zij beantwoorden met vijf antwoordmogelijkheden variërend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’.

Het merendeel van de deelnemers toont een zekere mate van veerkracht. Zo geeft 68% van de deelnemers aan dat zij naar creatieve manieren zoeken om met de huidige situatie om te gaan en gelooft 68% dat zij ook positieve dingen uit deze situatie kunnen halen. 72% zoekt actief naar alternatieven als zij bepaalde dingen door deze situatie niet meer kunnen doen en 79% gelooft dat zij zichzelf onder controle hebben, wat er ook gebeurt.

Leefstijl

Een gezonde leefstijl helpt om mentaal, fysiek en sociaal gezond te blijven, ook in coronatijd. Het gaat hierbij onder andere om sporten, bewegen en gezond eten. Gebruik van middelen zoals alcohol en tabak kan invloed hebben op de stemming en op de kwaliteit van de slaap.

Ruim de helft van de deelnemers (58%) heeft in de week voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst minimaal 5 dagen matig intensief bewogen. 6% geeft aan (bijna) nooit matig intensief te bewegen. Voor sterk intensief bewegen geeft 8% aan dit in de afgelopen week minimaal 2 dagen te hebben gedaan en 50% van de deelnemers geeft aan dit (bijna) nooit te doen.

Deelnemers is gevraagd naar hoeveel uur per dag zij zitten. 15% van de deelnemers geeft aan dat dit minder is dan 4 uur per dag, ruim een derde zit tussen de 4 en 6 uur per dag (36%), 38% zit tussen de 6 en 10 uur per dag en 10% meer dan 10 uur.

De deelnemers is gevraagd naar hun eetgedrag. 84% geeft aan dagelijks te hebben ontbeten, 62% at dagelijks groente en 55% at dagelijks fruit. Ook werd gevraagd naar de consumptie van suikerhoudende dranken, zoals frisdrank, vruchtensap, koffie/thee met suiker of honing. Lightdranken (Cola Light, Crystal Clear, Optimel) zijn hierbij niet meegerekend. 18% van de deelnemers dronk dagelijks suikerhoudende dranken en 45% gaf aan dit de afgelopen week niet te hebben gedaan.

Van de deelnemers geeft 74% aan wel eens alcohol te drinken en 11% wel eens te roken. Van de deelnemers die alcohol drinken, gaf 49% aan dit 1 tot 3 dagen te hebben gedaan in de afgelopen week, 19% deed dit elke dag en 9% gaf aan geen alcohol te hebben gedronken. Op de dagen dat zij alcohol dronken, gaf 31% aan 1 glas te hebben gedronken, voor 55% was dit 2 of 3 glazen, en voor 14% was dit 4 glazen of meer. Van de rokende deelnemers heeft 3% de afgelopen week niet gerookt, 81% deed dit elke dag.

Coronamoeheid

Aan de deelnemers is een vijftal stellingen voorgelegd om hun coronamoeheid te meten, zoals ‘Ik ben het zat om over het coronavirus te horen’ en ‘Ik ben het beu om mezelf te beperken om de meest kwetsbaren te beschermen’. Deze stellingen konden zij beantwoorden met vijf antwoordmogelijkheden variërend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’.

Van de deelnemers geeft een minderheid aan dat zij het zat zijn om over het coronavirus te horen (37%). 67% van de deelnemers geeft aan niet gestrest te zijn door het opvolgen van de maatregelen. 59% van de deelnemers is het niet eens met de stelling ‘Ik heb steeds minder zin om tegen het coronavirus te vechten’. Ook is het merendeel van de deelnemers het niet beu zichzelf te beperken om de meest kwetsbaren te beschermen (69%), enprobeert in gesprekken niet van onderwerp te veranderen om niet over het coronavirus te hoeven praten (52%).