Testen bij klachten

Testen is een belangrijk onderdeel van de corona-aanpak. In mei 2021 hebben de meeste mensen al (meerdere malen) een test laten doen, terwijl er ook een aanzienlijke groep (41%) is die nog nooit een test heeft gedaan [1]. Het doel van de interviews was zicht krijgen op de afwegingen en redenen van mensen om zich wel of niet te (laten) testen. 

 

NB: deze interviews zijn in mei 2021 afgenomen. In deze periode waren veel minder mensen gevaccineerd dan tegenwoordig en gold een andere testbeleid.

Vooral testen bij duidelijke klachten of uit noodzaak

De meeste geïnterviewden met testervaring hebben zich vaker dan één keer laten testen, sommigen zelfs vaker dan tien keer. Het hebben van duidelijke klachten (zoals koorts, verkoudheid of smaak- of geurverlies) was hiervoor de meest genoemde reden. Andere redenen om te testen zijn het in contact geweest zijn met iemand met corona, toegang krijgen tot zorg (bij de huisarts of specialist) of naar het buitenland of een activiteit/evenement gaan. 

"Je maakt eigenlijk niet echt een afweging. We willen gewoon uitsluiten dat we besmet zijn en iemand anders zouden kunnen besmetten. 'Better safe than sorry', totaal niet over getwijfeld."

Geïnterviewden die zich nog nooit hebben laten testen, geven vooral aan dat zij géén klachten hadden. Ook was er vaak geen noodzaak om te testen, omdat ze geen melding kregen van de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst), de CoronaMelder-app en niet naar het buitenland hoefden.

"Als ik echt klachten zou hebben, dan zou ik gaan testen, maar als ik die niet heb, dan hoeft dat niet."

Bij 'bekende' of milde klachten geen test

Geïnterviewden die nog nooit hebben getest, hebben soms wel (milde) klachten. Zij geven aan dat ze al geruime tijd hooikoorts of astma hebben, of vaker in de betreffende periode van het jaar last hebben van verkoudheidsklachten. Omdat ze deze klachten herkennen gaan ze ervan uit dat ze geen corona hebben en laten zich daarom niet testen. 

"Een paar maanden geleden had ik vrij veel last van keelpijn. Toen heb ik me niet laten testen. Omdat ik van mezelf weet dat ik elk jaar rond dezelfde periode vrij veel keelpijn heb."

Geïnterviewden die milde klachten ervaren die niet herkend worden, zoals een kuchje of snotneus, geven aan dat ze soms wachten met testen en daarbij een risicoafweging maken. Vooral als ze nergens heen gaan of niemand zien, wachten ze wat langer af. Als de milde klachten vervolgens snel over zijn, testen ze niet. Sommigen vertellen daarbij dat ze zich goed aan alle andere maatregelen houden of het niet nodig vinden om te testen omdat ze gezond en jong zijn. Ook praktische overwegingen en barrières bij het testen spelen mee, zoals de wachttijd tussen (het maken van) de afspraak en de uitslag, en de afstand tot de teststraat.

"Ik had verder geen andere klachten en ging ook nergens heen. Als ik ergens heen zou gaan (kantoor, oma) had ik het wel gedaan."

Geen anderen willen besmetten

Vrijwel alle geïnterviewden staan positief tegenover testen en vinden dit belangrijk in de strijd tegen corona. Het niet willen besmetten van (kwetsbare) mensen wordt als motivatie genoemd om tóch te laten testen, ook als men bekende of milde klachten heeft. 

Zelftest vooral als extra check

De meeste geïnterviewden hebben (in mei 2021) nog geen zelftest gedaan. Er is nog geen aanleiding geweest, of men noemt dat zelftesten niet goed werken of dat er twijfel is of ze de test wel goed zouden afnemen. Anderen hebben nog helemaal niet over zelftesten nagedacht. Van de geïnterviewden die aangeven een zelftest te (willen) gebruiken, ziet een deel dit als extra veiligheidscheck, bijvoorbeeld bij milde klachten, of als ze naar een feest of evenement gaan. Anderen zien de zelftest als vervanging van de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-test. Een enkeling ziet een negatieve zelftestuitslag als een bevestiging van coronavrij zijn en volgt daardoor de basismaatregelen minder strikt op.

"De negatieve testuitslag was in het geval met mijn zusje wel een beetje een vrijbrief om elkaar na zoveel maanden weer even te knuffelen."

Positieve kijk op toegangstesten

De meerderheid van de geïnterviewden staat positief tegenover toegangstesten. De maatschappij kan daardoor wat meer open, wat goed is voor de economie en welzijn. Geïnterviewden die (nog) geen gebruik (willen) maken van toegangstesten geven aan dat ze nog niet naar een evenement willen of durven, of dat ze verwachten dat ze tegen die tijd gevaccineerd zijn en een toegangstest dan niet meer nodig is.

"Het kan een hulpmiddel zijn om toch weer wat meer dingen te kunnen ondernemen binnen aanvaardbare risico’s."

Van 18 tot en met 21 mei 2021 zijn 68 mensen geïnterviewd. Om zicht te krijgen op de afwegingen die mensen maken om zich wel of niet te laten testen, hebben we zowel mensen geselecteerd zonder testervaring (36 personen) als mensen met minimaal één testervaring (32 personen). Daarnaast is geselecteerd op vaccinatiestatus (nog geen enkele vaccinatie versus minimaal één vaccinatie) en op spreiding in leeftijd en geslacht. Mannen en zestigplussers zijn iets oververtegenwoordigd in onze deelnemersgroep. 

De geïnterviewden zijn geselecteerd uit de groep respondenten van het vragenlijstonderzoek van het RIVM en de
GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en; ze hebben in dit onderzoek aangegeven bereid te zijn deel te nemen aan verdiepend onderzoek. 

Bron

Bronnen

1. Rijksoverheid (2021). Drijfveren van testbereidheid