Een goed systeem van testen, opsporen en isoleren is belangrijk om verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan tijdens de pandemie. Hierbij is het testgedrag van de bevolking heel belangrijk. Deze kennisupdate geeft inzicht in hoeveel er getest wordt en waarom (niet), door wie welke test wordt gebruikt, en hoe testgedrag veranderd is door de tijd heen. We maken onderscheid tussen mensen die zich laten testen (door de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) of testbedrijf) of een zelftest afnemen.
Deze kennisupdate bevat cijfers uit de 16e meetronde van het vragenlijstonderzoek. Deelnemers aan het onderzoek zijn niet representatief voor de Nederlandse bevolking. De uitkomsten zijn wel vergelijkbaar met het trendonderzoek dat wordt afgenomen bij een representatief panel. De herhaalde metingen geven een duidelijk beeld van de veranderingen over tijd. Veranderingen over tijd worden getoond vanaf mei 2021, toen zelftesten voor het eerst op de markt kwamen. In de categorie 'gevaccineerd' vallen personen die minimaal een vaccinatie hebben gehad.
Testadvies in oktober 2021
In oktober 2021 begon het aantal besmettingen met het coronavirus weer toe te nemen. In deze periode gold het advies dat alle volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar zich moesten laten testen bij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) in geval van klachten (ook als zij gevaccineerd waren), na nauw contact met een besmet persoon of na terugkomst uit het buitenland*. In deze periode werd gebruik van zelftesten aangeraden uit voorzorg en afgeraden bij klachten. Zelftesten werden gratis aangeboden aan onder andere leerlingen van de middelbare school, studenten en medewerkers in het onderwijs en kinderopvang. Aan hen werd aangeraden om uit voorzorg twee keer per week te testen als zij niet waren gevaccineerd en/of geen besmetting hadden doorgemaakt in de laatste 6 maanden.
Voor kinderen jonger dan 12 jaar gold in oktober 2021 het advies om te laten testen bij de GGD wanneer zij zware klachten hadden (zoals veel hoesten, koorts, en/of benauwdheid), bij nauw contact met een besmet persoon (voor kinderen ouder dan 4 jaar) of na terugkomst uit het buitenland.
*Het testadvies bij terugkomst uit het buitenland is afhankelijk van de risico-indicatie van het land en de vaccinatiestatus, en/of het hebben doorgemaakt van een besmetting in de afgelopen 6 maanden. Zie Rijksoverheid voor meer informatie.
Waar kunnen mensen zich laten testen?
Om te testen bij klachten, bij nauw contact met een besmet persoon of na een bezoek aan het buitenland kunnen mensen terecht bij de GGD. In oktober 2021 werden testbedrijven ingezet om (gratis) testen voor toegang aan te bieden. Tot 1 oktober 2021 was het mogelijk om gratis te testen voor reizen naar het buitenland. Testen werden ook commercieel aangeboden, hier werd onder andere door werkgevers gebruik van gemaakt om hun werknemers met spoed te kunnen laten testen. In deze kennisupdate maken we geen onderscheid tussen soorten testbedrijven of plekken waar mensen zich kunnen laten testen.
Hoeveel deelnemers testen en waarom?
Hoeveel deelnemers laten zich testen en waar?
Tijdens de 16e ronde van het vragenlijstonderzoek (20 tot 24 oktober 2021), vlak voor de sterke stijging in het aantal besmettingen, gaf ongeveer 1 op 10 (12%) deelnemers (in totaal 38.403 deelnemers) aan zich te hebben laten testen in de 6 weken voor het onderzoek. Van hen deed een kwart (24%) dat meer dan één keer. Driekwart (75%) van de deelnemers die zich liet testen deed dit via de GGD (teststraat, zorg- en onderwijspersoneel of aan huis). 17% deed dit bij een testbedrijf, bijvoorbeeld via testen voor toegang of via de werkgever. 4% liet zich testen in het buitenland.
Waarom laten deelnemers zich testen?
Van de gevaccineerde deelnemers (in totaal 36.692) liet 1 op de 10 (11%) zich testen in de 6 weken voor het onderzoek, onder deelnemers die niet gevaccineerd waren (1.711 deelnemers) was dit 1 op de 3 (33%). Gevaccineerde deelnemers testten vooral bij corona-gerelateerde klachten. Deelnemers die niet gevaccineerd waren, testten vooral voor toegang. Zie de tabel hieronder.
Redenen om te laten testen | Wel gevaccineerd (n=4.090) | Niet gevaccineerd (n=562) |
---|---|---|
Ik had klachten die door het coronavirus veroorzaakt kunnen worden. |
2.774 (68%) | 124 (22%) |
Ik wilde meer zekerheid hebben dat ik het coronavirus niet had. | 602 (15%) | 29 (5%) |
Ik was in contact geweest met een besmet persoon. | 548 (13%) | 50 (9%) |
Ik had een negatief testbewijs nodig om naar het buitenland te gaan. | 398 (10%) | 90 (16%) |
Ik had een negatief testbewijs nodig om toegang te krijgen tot een culturele, sociale of sportieve activiteit of evenement. | 139 (3%) | 377 (67%) |
Hoeveel deelnemers doen een zelftest?
Bijna 1 op de 3 deelnemers (29%) nam in de 6 weken voor het onderzoek een zelftest af. Bijna de helft hiervan (45%) deed dit vaker dan één keer. Bij 1% van de deelnemers die een zelftest deden, was de uitslag positief. Hiervan gaf 90% (104 deelnemers) aan na de positieve testuitslag naar de GGD te zijn gegaan om zich opnieuw te laten testen*.
* Van de overige 10% heeft de helft contacten gewaarschuwd of deze doorgegeven aan de GGD, ook is het grootste deel in isolatie gegaan (zie ook Thuisblijven, testen en quarantaine). Bij de andere helft (5%) is het mogelijk dat sommige deelnemers niet in contact zijn geweest met mensen en dus niemand hoefden te informeren.
Waarom doen deelnemers een zelftest?
Zelftestgebruik was vergelijkbaar onder deelnemers die wel (29%) of niet gevaccineerd waren (26%). Deelnemers deden vooral een zelftest omdat ze corona-gerelateerde klachten hadden, om meer zekerheid te hebben dat ze het coronavirus niet hadden of zodat ze anderen niet konden besmetten. Zie de tabel hieronder.
Redenen om wel een zelftest te doen | Wel gevaccineerd (n=10.653) | Niet gevaccineerd (n=451) |
---|---|---|
Ik had corona-gerelateerde klachten. | 3.817 (36%) | 178 (39%) |
Om meer zekerheid te hebben dat ik het coronavirus niet had. | 3.384 (32%) | 130 (29%) |
Om meer zekerheid te hebben dat ik anderen niet kon besmetten toen ik op bezoek ging. | 2.517 (24%) | 109 (24%) |
Laten testen of zelftesten bij klachten?
Hoeveel deelnemers met klachten laten zich testen?
In de 6 weken voor het onderzoek, gaf 1 op de 5 (21%) deelnemers aan minstens één corona-gerelateerde klacht te hebben gehad* die niet werd toeschreven aan een onderliggende aandoening (8.025 deelnemers ). 1 op de 3 (30%) van deze deelnemers liet zich vanwege deze corona-gerelateerde klachten testen. Dit is 30% onder gevaccineerde deelnemers en 27% onder deelnemers die niet gevaccineerd waren. 2 op de 3 deelnemers die zich lieten testen (68%) deed dat binnen 2 dagen na start van de klachten.
*Onder corona-gerelateerde klacht wordt één of meer van de volgende klachten verstaan: verhoging (temperatuur tussen 37,5 en 38 graden Celsius) of koorts (temperatuur boven 38 graden Celsius), hoesten/niezen, neusverkouden, loopneus, keelpijn, plotseling verlies van reuk of smaak, moeilijk ademen.
Hoeveel deelnemers met klachten doen een zelftest?
Van de deelnemers met corona-gerelateerde klachten die niet werden veroorzaakt door een onderliggende aandoening (8.025 deelnemers) had 39% een zelftest afgenomen. Dit was vaker het geval onder gevaccineerde deelnemers (40%) dan onder deelnemers die niet gevaccineerd zijn (30%). 21% van de deelnemers die een zelftest gebruikten bij klachten liet zich ongeacht de testuitslag daarna ook testen bij de GGD.
Welke redenen geven deelnemers die zich niet laten testen bij klachten?
Deelnemers met klachten die niet aan een onderliggende aandoening werden toegeschreven, maar zich niet hebben laten testen, werd gevraagd naar de redenen om zich niet te laten testen (zie de tabel hieronder). 30% van de gevaccineerde deelnemers gaf als reden dat zij zich niet hebben laten testen omdat zij dit niet nodig vonden vanwege hun vaccinatie. Daarnaast gaven deelnemers die niet gevaccineerd zijn vaak aan dat zich testen hen niets oplevert. Door alle deelnemers werd het hebben van hele milde klachten of klachten die mensen altijd hebben in deze periode, vaak genoemd als reden om zich niet te laten testen.
Redenen om niet te laten testen | Wel gevaccineerd (n=5.225) | Niet gevaccineerd (n=355) |
---|---|---|
Ik had al een zelftest gedaan en vond het niet nodig om mij te laten testen. | 2.096 (40%) | 100 (28%) |
Ik heb/had hele milde klachten. | 1.938 (37%) | 114 (32%) |
Ik ben gevaccineerd tegen corona en vond het daarom niet nodig om mij te laten testen. | 1.574 (30%) | 0 (0%) |
Ik heb deze klachten altijd in deze periode. | 1.561 (30%) | 122 (34%) |
Testen levert mij niks op (ik word er niet beter van). | 144 (3%) | 89 (25%) |
Wie kiest welke test bij klachten?
Welke deelnemers kiezen welke test?
Vrouwen lieten zich vaker testen dan mannen en hoger opgeleiden lieten zich vaker testen dan lager en middelbaar opgeleiden. Jongere deelnemers (25-54 jaar) lieten zich vaker testen dan ouderen (70-plussers). Mannen en ouderen (70-plussers) gebruikten ook minder vaak een zelftest dan vrouwen en jongere deelnemers*. Of deelnemers alleen wonen of een kwetsbare gezondheid hebben stond los van het testgedrag. Er waren te weinig deelnemers met klachten die niet gevaccineerd waren om uitspraken te doen over de relatie tussen vaccinatiestatus, meningen over de testmaatregel en testgedrag. Om die reden laten we alleen de percentages van deze groepen zien.
* Alleen deelnemers die alléén een zelftest hebben gedaan, of na een positieve zelftest zich nog hebben laten testen, vallen in de zelftest-groep. Deelnemers in de 'laten testen'-groep kunnen ook een zelftest hebben gedaan.
Wat is de rol van klachten bij de testkeuze?
Het type klachten was belangrijk voor de keuze tussen zich laten testen of het doen van een zelftest: bij meer dan één milde klacht of zware klachten (koorts, moeilijk ademen) was de kans groter dat deelnemers zich laten testen (in vergelijking met een zelftest en niet testen) dan bij één milde klacht, zoals neusverkouden/loopneus, keelpijn, verhoging, hoesten/niezen of plots verlies van reuk of smaak.
Wordt de testkeuze beïnvloed door meningen over de testmaatregel?
Ja. Als deelnemers vonden dat laten testen bij klachten helpt om verspreiding tegen te gaan of dat laten testen makkelijk is, dan is de kans groter dat zij dit ook lieten doen (in vergelijking met een zelftest en niet testen). Als een deelnemer dacht dat de maatregel laten testen bij klachten helpt was de kans ook groter dat zij een zelftest deden dan helemaal geen test. Hoe ernstig of hoe groot een deelnemer de kans op besmetting van zichzelf of anderen inschatte had geen effect op het testen of welk type test deelnemers kozen.
Hoe verandert testgedrag over tijd?
Sinds zelftesten op de markt kwamen in april 2021 is het percentage deelnemers dat zich liet testen bij klachten afgenomen, terwijl het gebruik van zelftesten bij klachten steeds verder is toegenomen. Het totaal percentage deelnemers dat test met klachten, ongeacht het type test, is redelijk stabiel gebleven tussen de 60 en 65% (zie figuur 1 hieronder). Het draagvlak voor de maatregel 'Als je klachten hebt, laat je testen bij de GGD' is met 10% gedaald in deze periode (78% begin mei naar 68% in oktober). Het percentage deelnemers dat deze maatregel naleeft laat een veel grotere daling zien (62% in begin mei naar 29% in oktober). Deze sterkere daling lijkt vooral te maken te hebben met de toename in het gebruik van zelftesten (5% begin mei naar 29% in oktober).
Grafiek
Sla de grafiek Verandering testen bij klachten (GGD en zelftest) over en ga naar de datatabelFiguur 1: Percentage deelnemers die zich laat testen bij klachten bij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) neemt af en percentage zelftesten neemt toe. Deze percentages hebben alleen betrekking op deelnemers uit het cohort (deelnemers die aan minimaal twee meetrondes van het vragenlijstonderzoek hebben meegedaan).
Hoe verschilt testen bij kinderen?
Informatie over kinderen wordt gegeven door ouders, waarbij ze de vragen in de vragenlijst beantwoorden over hun oudste kind. Van de deelnemers met thuiswonende kinderen (7.668 deelnemers met kinderen onder de 18 jaar) gaf 1 op de 4 (28%) aan dat hun kind klachten had gehad waarvoor een testadvies gold*. 40% van deze kinderen met klachten liet zich testen. Net als bij volwassenen was het al hebben gedaan van een zelftest een veelgenoemde reden om (oudere) kinderen niet te laten testen. In totaal deden 4 van de 10 (37%) kinderen met klachten alleen een zelftest. De meest genoemde redenen om niet te laten testen bij een kind met klachten waarvoor een testadvies gold, lijken anders te zijn voor verschillende leeftijdsgroepen (zie tabel hieronder).
*Het testadvies verschilt per leeftijdsgroep. Voor kinderen tussen de 0 en 12 jaar gold een testadvies bij 1) zware klachten, zoals veel hoesten, koorts, en/ of benauwdheid, 2) bij nauw contact met een besmet persoon (voor kinderen ouder dan 4 jaar) of 3) na terugkomst uit het buitenland.
Redenen om kinderen niet te laten testen | 0 t/m 3 jaar (n = 95) |
4 t/m 12 jaar (n = 338) |
13 t/m 17 jaar (n = 1.087) |
---|---|---|---|
Mijn kind heeft al een zelftest gedaan | 9 (9%) | 117 (35%) | 766 (70%) |
Mijn kind heeft milde klachten | 10 (11%) | 39 (12%) | 352 (32%) |
De kans is klein dat mijn kind besmet is met corona | 43 (45%) | 80 (24%) | 217 (20%) |
Ik wil niet dat mijn kind getest wordt | 37 (39%) | 49 (15%) | 28 (3%) |
Ik denk dat de test erg onprettig is voor mijn kind | 28 (29%) | 36 (11%) | 12 (1%) |
Anders namelijk | 23 (24%) | 131 (39%) | 247 (23%) |
Conclusies
- Het percentage deelnemers met klachten dat zich liet testen daalde met 33% in de periode mei 2021 tot en met oktober 2021. Het percentage deelnemers dat een zelftest deed met klachten nam in deze periode toe met 27%. Testen bij klachten (laten testen óf zelftesten) bleef stabiel.
- Deelnemers die niet gevaccineerd zijn lieten zich het vaakst testen voor toegang, gevaccineerde deelnemers deden dit vooral omdat ze klachten hadden. Beide groepen gaven vaak aan een zelftest af te nemen in verband met klachten.
- Deelnemers die zich niet lieten testen bij klachten deden dit vooral niet omdat zij al een zelftest hebben afgenomen (gevaccineerde deelnemers) of omdat zij altijd klachten hadden in deze periode (niet gevaccineerde deelnemers).
- De kans was groter dat men kiest om zich te laten testen als deelnemers laten testen makkelijk of effectief vinden, of bij meer dan één milde klacht of zware klachten.
- Bij kinderen met klachten waarvoor een testadvies gold was 40% getest en werd een zelftest (vooral bij oudere kinderen) als voornaamste reden genoemd om niet te laten testen.
Tips voor de praktijk
Tips voor de praktijk
- Communicatie over het testbeleid is belangrijk; communiceer duidelijk vanuit de ontvanger ('wat moet je wanneer doen en waarom'). Maak daarbij duidelijk in welke situaties men een zelftest kan afnemen of wanneer een bezoek aan een teststraat nodig is. Benadruk hierbij ook dat testen nodig blijft, ongeacht of men wel of niet gevaccineerd is en óók bij milde klachten.
- Deelnemers testen vaker wanneer zij dit effectief vinden. Benadruk daarom hoe en waarom het testbeleid werkt en welke bijdrage het testbeleid levert aan het terugdringen van het virus. Benoem hierbij voor elk soort test de voordelen voor de samenleving en de voordelen voor het individu.
- Deelnemers testen vaker wanneer zij dit makkelijk vinden. Maak daarom testen in elke situatie zo gemakkelijk mogelijk, denk hierbij aan gemakkelijk bereikbare teststraten, korte wachtperiode tot uitslag en gemakkelijke toegang tot voldoende zelftesten (zie ook De juiste test in de juiste situatie).