Voor filmproducenten is improviseren dagelijkse kost, maar corona deed meer dan ooit een beroep op het improvisatievermogen van Piet-Harm Sterk en Joram Willink. Ook cateraar Paulien Hartman moest denken in oplossingen en riep zichzelf op social media uit tot 'corona setmanager': "bel me!" In dit verhaal vertellen zij hun ervaringen over werken op de set in coronatijd en over het belang van aanpassen en samenwerken.
De interviews zijn afgenomen in juli 2021.
Voor dit verhaal spraken we met Piet-Hein Sterk en Joram Willink van Bind film en corona setmanager Paulien Hartman.
Samen snel schakelen
"De impact die de pandemie op ons bedrijf had, verschilde per discipline. Bij de projecten die in de conceptfase zaten, konden we ons werk prima blijven doen door over te gaan op videobellen. Maar bij een project dat net van start ging, met een team dat elkaar nog niet eerder had ontmoet, bleek dat een stuk lastiger. Elkaar in de ogen kijken en aanvoelen, die gemeenschappelijkheid, is onontbeerlijk tijdens het creatieve proces", legt Piet-Harm uit. In het begin van de lockdown werd het spannend of er wel of niet gefilmd kon worden, en onder welke omstandigheden. Joram vult aan: "Binnen onze sector werd gelukkig vrij snel een goed werkbaar protocol opgesteld, in samenwerking met de overheid. Dit was een initiatief van onze overkoepelende vakorganisatie NAPA, de Nederlandse Audiovisuele Producenten Alliantie. Het resultaat van het snelle schakelen was de ontwikkeling van een werkmethode, waardoor shoots met inachtneming van alle geldende maatregelen toch door konden gaan."
Filmproducties kennen een complexe keten van betrokken partijen. Binnen de primaire keten vallen bedrijven die zich (vrijwel) uitsluitend met productie, distributie of vertoning van (speel)films bezighouden. Hierbij gaat het onder meer om scenaristen, script-editors, producenten, crew en cast, regisseurs, montage-medewerkers, distributeurs, bioscopen, festivals en partijen binnen de televisiewereld. Tot de indirecte partijen die betrokken zijn bij filmproductie horen onder meer toeleveranciers (o.a. cateraars en transportbedrijven), industrie (o.a. apparatuur), zakelijke dienstverlening (o.a. advertenties, merchandise, juristen) en instellingen (b.v. Filmmuseum EYE, het Filmfonds) [1].
Volgens het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) zijn er in het derde kwartaal van 2021 ruim 12.000 Nederlandse bedrijven die zich bezighouden met de productie van film. De Nederlandse Audiovisuele Producenten Alliantie (NAPA) is de beroepsvereniging voor onafhankelijke professionele producenten. De beroepsvereniging telt circa 75 leden die actief zijn in verschillende disciplines, waaronder speelfilms, dramaseries, documentaires, animatie, interactieve producties en games. De NAPA heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van haar leden te behartigen en het productieklimaat te versterken. Ook zet de vereniging zich in voor ondersteuning en verdere professionalisering van de branche en het delen van kennis en ervaring.
Ook Paulien wachtte niet af. Met 22 jaar ervaring in de mediawereld, waarvan de laatste jaren actief in de catering, ligt haar hart op de set. "Ons cateringbedrijf kwam in eerste instantie stil te liggen. Toen de protocollen waren opgesteld en er weer werd gedraaid, konden ook wij aan de slag. Maar het was wel ingewikkeld, omdat we aan zoveel maatregelen moesten voldoen. Alles moest ineens per stuk worden verpakt, tafels op afstand, 'kuchschermen' ertussen. De lol was er wel een beetje vanaf."
Veel behoefte aan 'social distance managers'
Paulien is iemand die graag denkt in oplossingen. Het werd haar al snel duidelijk dat er 'health & safety' managers nodig waren. Ze zocht meteen uit welke papieren daarvoor nodig waren, maar officiële opleidingen bleken toen nog niet te bestaan. Na drie aanmeldingen voor BHV- en EHBO (eerste hulp bij ongelukken)-cursussen, die vanwege corona evenzo veel keren werden afgezegd, besloot ze min of meer voor de grap een bericht te schrijven op social media: 'Voor wie het interessant vindt: ik heb gisteravond m’n diploma behaald als corona set manager! Bel me!'
Het gevolg? Haar telefoon hield niet op met rinkelen. Met al haar setervaring, improvisatievermogen, gezond verstand en gevoel voor humor ging ze gewoon maar aan de slag. Met succes, want er bleek zoveel behoefte aan deze nieuwe functie dat Paulien samen met een collega (Jasper Deelen) al gauw een ploeg van 20 mensen uit allerlei disciplines van de filmwereld aan het werk had als 'COVID set manager'. Via een WhatsApp-groep hielden ze elkaar op de hoogte van wie waar aan de slag kon en werden tips en opgedane ervaringen uitgewisseld; al doende leerden ze samen.
Dat aanpassingsvermogen lijkt kenmerkend voor de filmindustrie. Joram vertelt: "Tijdens het productieproces van film krijgen we regelmatig te maken met veranderingen waar we op in moeten spelen, dus dat zijn we tot op zekere hoogte wel gewend." Wat ook specifiek is voor het maken van films, is het harde werken. "Zeker tijdens een intensieve draaiperiode worden er dagen gemaakt van 12 uur. Er ontstaat dan een hechte groep, waarbij het teamgevoel heel belangrijk is. Het maakt ‘t resultaat ook beter, creatief gezien", legt Piet-Harm uit. "En dat was meteen een grote uitdaging. Die lange draaidagen zijn een ware uitputtingsslag. Iedereen werkt op het scherpst van de snede, onder vaak hoge tijdsdruk. En normaal gesproken ga je als er frustraties zijn, samen even de kroeg in en praat je het uit. Maar die momenten waren er niet. Online of telefonisch? Nee, dat werkt niet. Het bewaken van die sociale cohesie, dat was heel moeilijk", beaamt Joram.
Zeker als er ondanks alle getroffen maatregelen toch besmettingen plaatsvinden en mensen vervangen moeten worden. Want ook dat heeft invloed op de sfeer binnen de groep. Bovendien staat niet iedereen er op dezelfde manier in. "Toen we weer konden gaan draaien, kregen we heel veel vragen. Sommige crewleden vonden het protocol te ver gaan, anderen weer niet ver genoeg. Tijdens het filmen moet je vaak dicht op elkaar staan, daar gaat iedereen op een andere manier mee om. En dat bracht soms heftige emoties met zich mee", aldus Joram.
Ik ben geen politieagent
Daar kan Paulien over meepraten: "Zeker in het begin waren de meningen ontzettend verdeeld. Dat ging van 'het is maar een griepje' tot 'je gaat eraan dood'. Paulien onthield zich heel bewust van een mening. "Ik wilde alleen maar zorgen dat we aan het werk konden blijven." Dus maakte ze looprichtingroutes met afzetlint, pionnen of desnoods krijt op de studiovloer, plaatste ze borden, zorgde ze dat er waar mogelijk goed werd geventileerd, deelde ze mondkapjes en handschoenen uit en wees ze op het houden van afstand en het belang van handen wassen. "Wat ook ingewikkeld was: niet iedere producent stond er hetzelfde in. Sommigen weigerden een mondkapje op te zetten. Leg het dan maar eens uit aan de crew. En bij sommige producties gingen ze veel verder dan het protocol voorschreef: temperaturen bijvoorbeeld, of PCR (polymerase chain reaction)-testen en FFP2-mondkapjes."
Hoe Paulien het dan toch voor elkaar kreeg dat mensen zich aan de maatregelen hielden? "Ik had slechts een adviserende rol, ben geen politieagent. Dus heb ik geprobeerd om het gezellig te houden, er humor tegenaan te gooien. Want soms moet je wel 40 keer op een dag tegen iemand zeggen dat ie z’n mondkapje op moet doen. Dan moet je wel zorgen dat het geaccepteerd wordt. 'Hé, ik zie je gezicht, vergeet je spatlapje niet, de kroeg is nog niet open', dat werk. En dat ging heel goed, ik heb nooit boos hoeven worden. Het was wat het was, net als stoppen voor rood licht. Dat moet je gewoon doen."
Zo stonden ze er bij BIND Film ook in. Op de juiste manier communiceren bleek echter een hele kunst, zo vond Piet-Harm. "We wilden het zo graag goed doen. Maar op een gegeven moment voelden we wel dat de regelmatige mailtjes over COVID-maatregelen bijna te veel waren en er te veel druk oplegden. Toen hebben we bewust een stop ingelast en even geen aandacht aan COVID gegeven. Die juiste balans, dat was inderdaad nog wel even zoeken."
Wat het ook ingewikkeld maakte, waren de tegenstrijdige adviezen tijdens de tweede golf, zo herinnert Joram zich. "Onze productieteams hadden zo ongeveer doorlopend contact met het RIVM om de maatregelen goed te kunnen duiden en toe te passen. En daarin gingen we vaak verder dan werd geadviseerd. Bij scènes met veel figuranten bijvoorbeeld, hoefden we volgens het protocol niet eerst te testen. Maar wij besloten om dat alsnog wel te doen. Ook voor het gevoel van veiligheid van de crew. Dat bracht flink veel kosten met zich mee, maar dat deden we ook om de crew gerust te stellen die zich door groepen figuranten moeten bewegen."
Het werd er niet goedkoper op
De extra maatregelen die werden getroffen brachten wel financiële consequenties met zich mee. Piet-Harm somt op: "Extra voorzieningen voor de catering, 'health & safety officers', de ingekochte testen, noem maar op. Van alles wat je normaal gesproken niet nodig hebt. Iedere dag werden er behoorlijk veel extra kosten gemaakt." Om nog maar te zwijgen van de onvoorziene uitgaven als er een hoofdrolspeler uitvalt omdat die besmet is. "Dan moet je hele schema’s gaan omgooien, dat kost écht klauwen met geld, want een draaidag kost makkelijk tienduizenden euro’s", verzuchten beide heren. "Als er iemand van het licht of geluid bijvoorbeeld uitvalt, dan is die in principe vervangbaar. Maar dan moet er wel snel iemand zijn om die functie op te vangen. Vandaar dat wij op een gegeven moment de hele crew hebben gevraagd om een achterwacht te regelen die zou kunnen inspringen als iemand in quarantaine moest of besmet was."
Extra financiële belasting gerelateerd aan COVID werd overigens grotendeels opgevangen door een speciaal in het leven geroepen garantieregeling, opgetuigd door het Filmfonds. Joram licht toe: "Verzekeringen zijn essentieel bij het maken van film. Draaidagen zijn duur en afhankelijk van zoveel factoren. Maar in het geval van COVID dekte de verzekering de mogelijke COVID-schade niet. Toen heeft het Filmfonds het initiatief genomen tot een speciale garantieregeling die COVID-schades ging dekken. Iedere productie moest een percentage bijdragen en een deel kwam vanuit de overheid. Als het nodig was, kon je er aanspraak op maken. Nederland was snel hiermee, later heeft dit ook internationale navolging gekregen. En wat ook heel inspirerend is: als het niet meer nodig is en er is nog geld over, gaat dat terug naar de filmindustrie. Dat is echt anders dan bij reguliere verzekeringen, want als je geen aanspraak maakt op dat geld, zie je ‘t nooit meer terug."
Naast de garantieregeling heeft het Filmfonds geld beschikbaar gemaakt met steun van de overheid om de COVID-maatregelen op de set, en in de voorbereiding en postproductie te vergoeden. Twee geweldige initiatieven, want zonder dat garantiefonds en de tegemoetkoming voor maatregelen in verband met COVID hadden we niet kunnen draaien.
Wat het afgelopen jaar ook impact heeft gehad, is het uitblijven van filmfestivals. Normaliter een belangrijke plek, niet alleen om contacten te leggen, maar ook om je film aan de man te brengen. "Cannes, Berlijn, dat viel allemaal weg. Natuurlijk kan je wel online afspraken maken, maar juist dat informeel elkaar tegen het lijf lopen is zo belangrijk voor je netwerk." Inmiddels ligt er internationaal een heel stuwmeer aan films die nooit zijn uitgebracht, terwijl ze al lang klaar zijn. Hierdoor haalt niet iedere film het tot de bioscoop. "Er wordt dan toch gekeken naar de hoeveelheid kaartjes die bioscoopexploitanten hopen te verkopen. Sommige films delven daarbij het onderspit en gaan rechtstreeks naar streamingkanalen zoals Netflix, wat vaak veel minder opbrengt."
Het onlangs gepubliceerde 'sectoroverzicht in cijfers' van het Nederlands Filmfonds [2] laat zien dat het Nederlandse filmproductievolume substantieel daalde van €201 miljoen in 2019 naar €128,4 miljoen in 2020. In 2019 waren er 75 Nederlandse producties, in 2020 waren dit er 43 [3]. Wel kon het Nederlandse marktaandeel bijna verdubbelen door de afwezigheid van Amerikaanse films (van 11,8% naar 21,2%). Door de lange sluiting van de bioscopen (in totaal 15 weken) zijn er grote verschuivingen te zien. Het totale bioscoopbezoek halveerde in 2020 van 38 miljoen naar 16,8 miljoen bezoekers.
Steeds meer mensen maakten gebruik van de mogelijkheden om thuis films te kijken. De markt van SVOD (Subscription Video on Demand - zoals bijvoorbeeld Netflix, Disney+, Videoland) groeide met bijna 40%. Aan de online filmverkoop verdienden Nederlandse producties 543 miljoen euro in 2020, een jaar eerder nog maar 392 miljoen. Dit maakte deels goed dat er veel minder bioscoopkaartjes werden verkocht [4].
We hebben te maken met groepsgedrag
Als er iets is wat Piet-Harm en Joram willen benadrukken, is het wel dat samenwerken loont. Door de garantieregeling en de COVID-tegemoetkoming liepen ze veel minder financieel risico. Mede hierdoor hebben zij geen aanspraak hoeven te maken op andere steunmaatregelen. Voor de toekomst hopen ze dan ook dat een dergelijke regeling structureel kan worden ingezet, liefst met nog veel meer deelnemers, ook uit de tv (televisie)-wereld. (De regelingen waren alleen voor door het Filmfonds ondersteunde producties.)
En waar ze zich voor de toekomst nog op bezinnen: hoe je het beste de sfeer in de crew goed blijft houden, in tijden van sociale beperkingen en dwingende maatregelen. Ondanks de hoge vaccinatiebereidheid in het algemeen bij de crew, blijken sommige vaste freelancers er toch anders over te denken. "Tsja, we zullen dan toch op een andere manier moeten screenen dan we gewend waren. We kunnen het ons niet veroorloven om risico’s nemen, want we zijn verantwoordelijk voor een grote groep en we hebben te maken met groepsgedrag. Maar daar moeten we heel voorzichtig mee zijn", concludeert Joram. Paulien heeft in haar netwerk in ieder geval nog niet teruggehoord dat men zich niet wil laten vaccineren. "Iedereen wil aan het werk blijven. Ik ook. En het klinkt misschien gek, maar ik hoop dat mijn huidige functie vanzelf uitsterft. Dan ga ik fijn weer iets anders doen op de set."
Filmdistributeurs Nederland meldt dat mede door de inzet van uitgebreide steunpakketten, de gevolgen van de COVID-19 pandemie voor bedrijven en ZZP (Zelfstandige zonder personeel)'ers in de Nederlandse filmindustrie in 2020 enigszins beperkt zijn gebleven. Ondanks de nodige overheidssteun haalden niet alle filmbedrijven en -banen het eind van
2020, meldt Kunsten ’92, de belangenorganisatie voor de culturele en creatieve sector [5]. Zo waren er productiehuizen en distributeurs die mensen moesten ontslaan en sloten enkele theaters hun deuren.
Het is volgens de voorzitter van het Dutch Directors Guild (DDG) moeilijk in te schatten met welke problemen de vele ZZP’ers in de filmsector kampen. Volgens filmbestuurder Gamila Yltra (Abraham Tuschinkski Fonds) worden vooral nieuwkomers het hardst getroffen en vallen juist de nieuwe innovatieve initiatieven geruisloos weg, terwijl die juist hard nodig zijn voor vernieuwing van de sector. Voor scenaristen was het goed mogelijk 'coronaproof' te werken, vanuit verschillende fondsen kwam er meer schrijfgeld beschikbaar. Omdat er nu een bubbel aan scenario’s ontstaat, is het nog de vraag of er straks genoeg realiseringsgelden zijn.
De coronacrisis heeft ook tot nieuwe, waardevolle inzichten geleid. Volgens Mardou Jacobs (directeur beroepsvereniging film- en televisiemakers) zijn onafhankelijke makers zich bewuster geworden van het belang om georganiseerd te zijn. Zij benoemt de actie 'Fijn Weekend' van crewleden om collectief hun arbeidsvoorwaarden voor weekendwerk aan te kaarten. Hier komt de waarde van het collectief naar voren. Het initiatief van de speciale COVID-tegemoetkoming door het Filmfonds maakte het – mede door ieders eigen bijdrage – mogelijk om te blijven draaien.
Met dank aan
Met dank aan:
Piet Hein Sterk, Joram Willink en Paulien Hartman
Bronnen:
- Berden, C., Weda, J., Van der Nol, R. (2012). Economische kerngegevens Nederlandse film SEO (Structureel Echoscopisch Onderzoek) Economisch onderzoek.
- Nederlands Filmfonds (2021). Film Facts & Figures of The Netherlands. Summer 2021 Issue
- De Boekmanstichting (2021). Bioscoopgeschiedenis cijfers (1946-2020)
- Frijters, S. (2021). Een rampjaar voor bioscopen, maar een opsteker voor de Nederlandse film De Volkskrant.
- Wolfs. K. (2021). Film & AV-sector zichtbaar & onzichtbaar drama. Cultuur en Corona. Een jaar later.
De interviews zijn afgenomen in juli 2021.