Toen deze winter alles voor de tweede keer op slot moest, hadden veel mensen het al moeilijk. Maar voor daklozen en hun begeleiders was het helemaal behelpen. Want hoe zorg je tijdens lockdown voor mensen die helemaal geen thuis hebben? Voor de maatschappelijke opvang, straatdokters en vele andere hulpverleners was het credo duidelijk: mouwen opstropen en aan de slag want iedereen moest een slaapplek krijgen.
Dit interview is afgenomen in mei 2021.
We spreken Ferdinand van de Velde, manager daklozenopvang van het Leger des Heils en werkzaam bij Herstart in Utrecht, en Peter Rouw, sociaal werker/trainer, afdelingsmanager voor de crisisopvang en verantwoordelijk voor de opvang van Oost-Europese migranten.
Iedereen een slaapplek: ja het kan!
Ferdinand valt met de deur in huis over zijn ervaringen met de soepfiets in coronatijd: "Ook tijdens de lockdown zijn we met onze soepfiets de straat op gegaan. We rijden samen met vrijwilligers langs de plaatsen waar dakloze mensen te vinden zijn. Dat is een mooie manier van contact maken." Want contact maken moesten ze. Door het kabinet was immers gesteld dat alle mensen die dakloos zijn tijdens lockdown binnen moesten blijven en – aanvankelijk voor een periode van drie weken – niemand op straat mocht slapen. "De maatregel van hogerhand kwam eigenlijk als een zegen", stelt Ferdinand, "want anders was het een ramp geweest." Hij was verbaasd over hoe snel alles op gang kwam.
Ferdinand en Peter kijken beiden terug op een spannende en enerverende tijd. Vooral tijdens de eerste lockdown moest er erg veel geregeld worden: locaties vinden, eenpersoonskamers inrichten (met het oog op de noodzakelijke afstand), koelkasten aanschaffen en de mensen opsporen, identificeren en informeren natuurlijk. Een helse klus die 24/7 wekenlang in beslag nam en waarbij zelfs onderdak in hotels werd gevonden. En met effect! Ferdinand: "Qua aantal besmettingen is het meegevallen onder de groep daklozen. Vooral onder de mensen die ooit dakloos zijn geweest en nu in onze verpleeghuizen verbleven zijn mensen ziek geworden. Maar er zijn ook schrijnende verhalen van relatief jonge mensen die niet op tijd zijn bereikt en buiten in de kou zijn overleden." Dat zit hem nog steeds niet lekker.
Ferdinand is lovend over de samenwerking die hij op alle niveaus en in alle steden in Nederland zag ontstaan. Tussen hulpverlenersorganisaties, GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)'en, gemeenten, de brancheverenigingen en het Rijk. Wat niemand van tevoren dacht dat mogelijk was, is in enkele weken tijd gerealiseerd. "Hoezo lukt het niet om alle dakloze mensen een slaapplek te geven? Door de coronacrisis hebben we deze mythe – die al lange tijd bestond – kunnen ontkrachten."
Nederland telt volgens cijfers van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) ruim 39.000 dak- en thuisloze mensen tussen de 18 en 65 jaar (schatting 2018). Dit is een verdubbeling sinds 2009 [1]. Het CBS richt zich hiermee op de populatie feitelijk daklozen*.
Naar de definitie van dak- en thuislozen wordt echter vanuit verschillend perspectief gekeken. Zo stelt het College voor de Rechten van de Mens, een onafhankelijk bestuursorgaan vastgesteld door het Rijk, dat dakloos of thuisloos zijn vaak wordt geassocieerd met het niet hebben van een dak boven je hoofd en overnachten op straat of in een opvang, maar dat het in essentie gaat om het niet hebben van een veilige eigen plek. Valente, branchevereniging voor participatie, begeleiding en veilige opvang maakt zich sterk voor deze kwetsbare groep in de samenleving. Onder hen zijn veel mensen met psychische en sociale problemen en verslavingsproblematiek, en in toenemende mate arbeidsmigranten.
Aan het begin van de lockdown in december riep het Rijk gemeenten op de opvang (tijdelijk) breed open te stellen voor iedereen die hier gebruik van wilde maken. Valente meldt dat hierop zowel een uitbreiding van het aantal locaties (om 1,5 meter afstand te kunnen houden) als uitbreiding van het aantal plekken plaatsvond - naar schatting landelijk tot een paar duizend extra. Met name in de grote steden bleek sprake van een substantieel aantal dakloze arbeidsmigranten dat hun werk kwijtraakte en daarmee ook vaak de huisvesting die werkgevers of uitzendbureaus voor hen regelden.
* Definitie feitelijk daklozen: mensen die slapen in de openlucht, in overdekte openbare ruimten, zoals portieken, fietsenstallingen, stations, winkelcentra of een auto, of binnen slapen in passantenverblijven van de maatschappelijke opvang en eendaagse noodopvang, of op niet-structurele basis bij vrienden, kennissen of familie, zonder vaste verblijfplaats.
Een stukje gordijn
Dat het is gelukt alle mensen zonder vaste verblijfplaats op te vangen heeft ook Peter verheugd. Hij zag de gevolgen van de crisis van dichtbij als hij crisisdienst had op de locatie waar veel mensen verbleven met psychische problemen en verslavingsproblematiek. Peter: "De crisisopvang is – ook buiten corona – een tijdelijke locatie waar dakloze mensen met problemen opgevangen worden en wonen. We geven medicatie wanneer nodig, we dragen zorg voor een goede sfeer, we verzorgen het eten en bieden activering aan. Tijdens de activering bieden we structuur, onder andere door mensen allerlei werk te laten doen en daar krijgen ze dan een kleine beloning voor. Dat biedt zingeving en helpt ook tegen de eenzaamheid."
Tijdens het begin van de lockdown, toen overal noodopvang werd geregeld, zag hij veel stress bij de mensen die plots bij elkaar gezet werden. Al was in het begin iedereen vriendelijk en vol goede wil, na verloop van tijd zag hij de problemen en irritaties tussen de mensen toenemen. Peter: "Tja, wat wil je als je met zijn allen in een sporthal slaapt met alleen een stukje gordijn ertussen. De omgangsvormen zijn hard." Dat veel dakloze mensen met verslavingsproblematiek worstelen maakte het er niet makkelijker op. Er was maatwerk nodig zodat de mensen kregen wat ze echt nodig hadden. Peter: "Een andere oplossing was er eigenlijk niet. En zo begint elke dag opnieuw met de vraag: hoe zorgen we ervoor dat het vandaag veilig is voor iedereen? Daarna kijken we pas hoe we het gezellig gaan maken."
Uit onderzoek blijkt dat dakloze mensen tijdens pandemieën kwetsbaarder zijn vergeleken met de algemene bevolking [2]. Diverse factoren kunnen virusoverdracht verhogen zoals beperkte toegang tot de gezondheidszorg en minder mogelijkheid en toegang tot basisfaciliteiten voor hygiëne. Door onderliggende medische en psychische problematiek is er ook kans op een ernstiger verloop van de ziekte na besmetting. Uit onderzoek onder straatdokters* blijkt echter dat het aantal (geregistreerde) besmettingen onder daklozen in de eerste golf lager was dan verwacht. In de periode maart-september 2020 werden in negen steden in Nederland slechts enkele dakloze mensen met COVID-19-infectie geregistreerd [2].
Het aantal besmettingen valt volgens hoogleraar gezondheidsverschillen en straatdokter Maria van den Muijsenbergh van de Radboud Universiteit onder meer mee doordat na een aantal kleine uitbraken bij opvangcentra in maart 2020, snel en adequaat gereageerd is door gemeenten, GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)'en en straatdokters. Ze zorgden voor noodopvang waar mensen goed afstand konden houden en het aantal bedden per kamer werd verminderd. Ook mochten mensen vaker de hele dag binnen blijven wat veel stress wegnam [3]. Daarnaast zijn er vermoedens dat daklozen doorgaans minder zijn blootgesteld aan besmettingsgevaar door hun sociale omstandigheden. Zo hebben veel daklozen doorgaans weinig sociale contacten en zijn zij mogelijk geneigd om afstand te bewaren tot andere mensen (en andersom). Daarnaast begeven zij zich veelal niet op locaties die gevoelig zijn voor potentiële besmettingshaarden (zoals bijvoorbeeld in winkels, op het werk, op bezoek of vakantie [4].
* De ‘Nederlandse Straatdokters Groep’ zijn artsen en verpleegkundigen die eerstelijnszorg verlenen aan dakloze mensen in verschillende steden in Nederland.
Aanzuigende werking
Peter en Ferdinand hebben zich vooral zorgen gemaakt over de groep dakloze arbeidsmigranten, waarvan er velen uit Oost-Europese landen kwamen. Het gaat hier om mensen waarvoor eenvoudigweg geen 'zakje geld' is en die nergens aanspraak op kunnen maken. Peter: "Die groep bestaat al veel langer, het zijn de buitenslapers. Maar er was een tendens bij velen om deze groep niet te zien of aandacht te geven. De angst voor een aanzuigende werking speelt veel gemeenten parten", zegt hij. Gemeenten kijken sterk naar elkaar en durven niet innovatief te zijn en de omstandigheden te verbeteren uit angst meer mensen aan te trekken. Peter: "Maar het is in ieders voordeel dat er wat wordt geregeld voor deze vergeten groep, want ze zijn er en voor velen geldt dat ze niet meer weg zullen gaan." Corona heeft de noden van deze groep scherper in beeld en onder de aandacht gebracht.
Wie als een gast behandeld wordt
Net als in veel andere gemeenten in Nederland zet ook de gemeente Utrecht Barka in, een Poolse organisatie die bemiddelt en probeert mensen uit Polen zonder vaste verblijfplaats aan het werk te krijgen of terug te helpen naar het land van herkomst. Peter: "Maar dat lukt niet altijd – soms door verslaving of psychische problemen – en die groep neemt de laatste tijd juist flink toe. Inmiddels gaat het landelijk al om honderden mensen." Ferdinand: "We zien dat deze groep grotendeels buiten de boot valt. Ook ontbreekt vanuit zorg ieder zicht op wie zij zijn, al zijn velen wel bekend bij 'Veiligheid'." Wat vooral lastig is, is dat medewerkers op deze manier ook geen band met de mensen kunnen opbouwen waardoor je ze ook niet goed kan helpen. Want alleen door een goed contact en juiste bejegening kan het noodzakelijke vertrouwen worden hersteld. Corona heeft dit contact mogelijk gemaakt." Ferdinand merkte dit vooral toen de mensen tijdelijk in een hotel werden ondergebracht: "Wie als een gast behandeld wordt gedraagt zich als een gast."
Tijdelijk en onvoorspelbaar
Het moeilijkst vonden beiden de tijdelijkheid en de onvoorspelbaarheid van de maatregelen. Ferdinand: "De opvang zou van korte duur zijn, maar de termijn werd telkens verlengd." Peter: "Voor de groep zelf was eerst het aanbod geven en vervolgens weer wegnemen soms helemaal onbegrijpelijk. Eerst bied je ze onderdak en vaste maaltijden aan. En daarna moet je ze vertellen dat dat aanbod weer stopt. Peter: "We zagen dat mensen gedurende de lockdown – toen de voorzieningen op orde waren – echt hoop en perspectief kregen en tot rust kwamen. Als ineens al je basisbehoeften worden vervuld, vermindert de stress en krijg je ineens weer ruimte in je hoofd: 'wat wil ik en wat kan ik?' Je ziet het middelen gebruik dan ook afnemen, maar ineens moet je zeggen: 'Je moet nu weer naar buiten.' Dan wordt die hoop ruw afgekapt. Dat was echt heel lastig uitleggen en een behoorlijk ethisch dilemma."
"Wat veel mensen zich niet beseffen", zegt Peter, "is dat deze mensen vaak al veel onzekerheden in het leven hadden: tijdelijk werk, tijdelijke slaapplekken. Door corona is het laatste beetje zekerheid dat ze hadden ook afgepakt. Want mensen hadden geen werk, geen woning meer en alles ging op slot. Ze konden geen onderdak meer vinden in de bieb of in een buurthuis." Dat de tijdelijke noodopvang heeft geholpen, leert hen wel degelijk iets over de toekomst. Want waarom zou je deze opvang niet structureel maken, zodat mensen hun leven weer op de rit kunnen krijgen?
Een aantal opvanginstellingen vond het moeilijk cliënten te motiveren om maatregelen na te leven, zoals afstand houden en het dragen van mondkapjes en hen te overtuigen van de noodzaak hiertoe. Met name de continue aanpassingen van de maatregelen zorgden voor problemen. Zo was er bijvoorbeeld verwarring rondom de veranderingen van de groepsgrootte. Voor medewerkers was het lastig om cliënten voortdurend te wijzen op de maatregelen en het handhaven van de regels kostte hen veel tijd. Daarbij speelde de taalbarrière ook een rol, met name in het contact met arbeidsmigranten en mensen zonder papieren [7]. Volgens onderzoekers en straatdokters is dit een belangrijk aandachtspunt voor de overheid: belangrijke informatie voor burgers moet begrijpelijk zijn voor iedereen en alle burgers bereiken. Ook de dak- en thuislozen [3].
Ook de verschuivingen in de periode waarin er aanspraak op opvang kon worden gemaakt was aan cliënten niet goed uit te leggen [7]. Onderzoekers en partners van Werkplaatsen Sociaal Domein meldden dat het telkens sluiten van de opvang na de lockdown periodes leidde tot onrust en ontevredenheid bij belangenbehartigers en opvangorganisaties, die hierdoor te maken hadden met onzekerheid en frustraties van daklozen. Zij lobbyden voor langer durende uitbreiding van het aantal opvangplekken, ook in combinatie met reguliere winteropvang, om stabiliteit en voorspelbaarheid voor daklozen, medewerkers en organisatie te creëren [4]. Vanaf 19 mei 2021 is stap 2 van het openingsplan ingegaan en is volgens de richtlijn opvang dak- en thuisloze mensen [6] de noodopvang in twee weken tijd langzaam afgebouwd.
Geuzenuitspraken
Als je leven al complex is, dan komt zo’n crisis anders binnen. Peter: "Het begint al met veel dakloze mensen die zeiden: 'het virus bestaat niet dus die maatregelen, ach...' en ook 'we drinken alcohol, dat beschermt ons'. Echte geuzenuitspraken dus. Het overlevingsinstinct staat wel aan, maar is gericht op het dagelijks overleven. Toen de avondklok in het begin ook op hen van toepassing was (ze mochten na 22.00 uur niet meer naar buiten, dus ook niet roken) ging het echt niet goed. Er braken vechtpartijen uit waar we met alle risico’s van dien tussen moesten springen; mensen gingen op de wc roken of deden de deur open." Over alle maatregelen en aanpassingen moest met iedereen opnieuw gecommuniceerd en afgestemd worden. Met de dakloze mensen, maar ook tussen medewerkers onderling. Daarbij was ruimte geven aan elkaar en vertrouwen cruciaal. "De taalbarrière speelt bij de Oost-Europese doelgroep een grote rol", zegt Peter. Gelukkig kon Barka hier ook ondersteuning bij bieden.
My Covid – My vaccin
Wat nu speelt is het vaccineren en de weerstand die daar tegen is. Peter: "Volgens een kleine inventarisatie bleek dat hier maar 3 van de 15 mensen een vaccin wilden. Er was veel wantrouwen, de gekste verhalen deden de ronde. Maar dat wilde ik niet laten gebeuren. Kortom, ik heb het bespreekbaar gemaakt want hoe je het brengt maakt veel verschil. Ik heb zelf als eerste de vaccinatie gehaald en de mensen daar mee naartoe genomen. Ik liet zien, ik ben ook een mens net als jullie." Dat dit effect heeft gehad kan hij nu wel concluderen, nu inmiddels 10 van de 15 mensen al zijn gevaccineerd met het Janssen-vaccin dat gelukkig maar een keer gezet hoeft te worden. Hij beaamt het nog maar een keer: "Vertrouwen draait om de relatie." Wat overigens ook wel werkte was dat ze van het vaccineren iets leuks maakten met een kop koffie en een taartje. Peter: "Omkopen werkt niet en is niet ethisch, maar een klein feestje bouwen kan wel."
Het Rijk heeft gemeenten opgeroepen om in overleg met de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)'en de afbouw van de opvang zoveel mogelijk aan te laten sluiten op het moment van vaccinatie. Per mei 2021 heeft het ministerie van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) de GGD’en gevraagd om met de gemeenten, opvanginstellingen en straatdokters plannen te maken voor onder meer de vaccinatie van dak- en thuislozen, de bewoners van de vrouwenopvang en de illegalen. De vaccinaties zullen plaatsvinden in de locaties waar daklozen en illegalen verblijven of samenkomen. Omdat het lastig is voor deze doelgroepen een afspraak te maken voor een tweede prik, is gekozen om hierbij het vaccin van Janssen in te zetten. Daarvan is maar één prik nodig [8].
Never waste a good crisis
Als we ze vragen wat nu de belangrijkste lessen zijn, haalt Peter de welbekende uitspraak van Churchill nog maar eens aan: 'never waste a good crisis'. De coronacrisis heeft een schokgolf teweeg gebracht in de daklozenopvang, maar naast ellende en te betreuren overlijdens ook veel goeds in werking gezet. En er zijn veel lessen te leren. "Veel mensen hebben oog gekregen voor de daklozenopvang en snappen het nu beter. Dat is een goed ding", zegt Ferdinand. Een les kwam al eerder aan de orde, namelijk dat het onderdak bieden aan alle daklozen wel kan.
Ferdinand voegt daar wel nog iets aan toe: "Iedereen roept 'housing first', maar daarmee zijn we er niet. Mensen uit andere EU (Europese Unie)-landen die hier kort zijn kunnen immers geen aanspraak maken op voorzieningen als goede zorg of begeleiding bij problemen. De crisis leert ons dat het wel belangrijk is om het juiste zicht op mensen te hebben, niet alleen vanuit politie of handhaving maar ook vanuit zorg. Dat je een band kan opbouwen en dat het dan pas mogelijk is de juiste hulp en ondersteuning te bieden. Hen begeleiding te bieden en te activeren, te leiden naar werk of terug naar hun land van herkomst. Activering is de eerste stap om de problemen echt aan te pakken." De experts die wij spraken voor dit artikel waren het zeker over een ding eens en dat is dat het nodig is dat er een plan voor dakloze mensen komt voor een mogelijke pandemie in de toekomst. Ferdinand: "Het zou toch doodzonde zijn als we de lessen uit deze crisis uit de vingers laten glippen."
Onderzoek laat zien dat door het openen van noodopvanglocaties niet alleen de toegang tot de opvang verbeterde, het bracht een grote groep daklozen ook meer rust. Hulpverleners konden hierdoor beter met hen in gesprek komen [2]. Ook is er volgens de branche contact ontstaan met een groep daklozen die eerder niet zo zichtbaar en bereikbaar was. Juist nu deze groep bereikt is, kan in beeld gebracht worden wat ze nodig hebben om ze een stap verder te helpen. Niet alleen in crisistijd maar ook richting de toekomst is het van belang te kijken hoe een basis in de vorm van (tijdelijke) huisvesting geboden kan worden.
Valente benadrukt de noodzaak oplossingen te vinden voor zowel de groep arbeidsmigranten die na afloop van de coronamaatregelen weer dakloos wordt, als ook voor de groep mensen die een woonplek en begeleiding nodig hebben vanwege hun psychische en sociale problemen [7]. Daarbij wordt een nieuwe golf daklozen verwacht als gevolg van uitgestelde huisuitzettingen bij huurachterstanden [4]. De branche benadrukt de noodzaak tot creativiteit. De opvang in hotels was slechts tijdelijk maar er is mede als gevolg van de coronacrisis mogelijk veel leegstand dat kan functioneren als tijdelijke basis voor opvang van daklozen , ()
Met dank aan
Met dank aan:
Ferdinand van de Velde en Peter Rouw
Ten behoeve van de reflecties: Rina Beers beleidsadviseur Valente, branchevereniging opvang en Lia van Doorn, lector Innovatieve maatschappelijke dienstverlening, Kenniscentrum Sociale Innovatie te Utrecht.
Bronnen:
- CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). Daklozen; persoonskenmerken 2020
- Van Laere I, van Loenen T, Mennis E, Hobus M, Kloosterman M, Arts M, De Vries M, de Vet R, Wolf J, van den Muijsenbergh M. COVID-19 en dakloosheid in Nederland - De impact van Covid-19 op dakloze mensen en op de zorg en opvang voor dakloze mensen in Nederland gedurende de eerste golf in 2020. NSG/Radboudumc (Radboud University Medical Centre) Nijmegen 2020.
- Kleinschalige crisisopvang geeft dakloze rust voor toekomstplannen ZonMw (ZorgOnderzoek Nederland Medische Wetenschappen ).
- Max Huber, Joyce Crombach, Sabrina Keinemans, Lia van Doorn en Maaike van Vugt. Waar kunnen dakloze mensen nog heen? Dakloos zijn in tijden van Corona Werkplaatsen Sociaal Domein Magazine, maart 2021.
- Christien Muusse, Michel Planije, Hans Kroon. Dakloos in coronatijden Trimbos, 2020.
- Richtlijn opvang dak- en thuisloze mensen Rijksoverheid.
- Impact corona op opvang en beschermd wonen Valente, 10 februari 2021.
- Huisman, C. (12 mei 2021) Vaccinatie van daklozen, illegalen en asielzoekers begint eind mei met vaccin van Janssen De Volkskrant
- Bakker, S. (25 maart 2021) Daklozen wonen nu in een hotel, maar er is geen zicht op een vast onderkomen. Hoe moet dat straks? Trouw
Het interview is afgenomen in mei 2021.