De hygiënerichtlijn voor justitiële inrichtingen en landelijke diensten is voor het laatst volledig herzien in 2014. Tussentijdse wijzigingen sinds de laatste herziening staan aangegeven in de Verantwoording.
De schoonmaakschema’s bij deze richtlijn kunt u hier downloaden als Word-document. Voor het maken van een checklist of rapport kunt u gebruik maken van de normenlijst.
1 Inleiding
In deze inleiding staat voor wie de hygiënerichtlijn voor justitiële inrichtingen en landelijke diensten is geschreven en wat het doel van de hygiëne-eisen is. Ook wordt er uitgelegd waarom hygiëne belangrijk is. Daarnaast vindt u een leeswijzer als ondersteuning bij het vinden van specifieke informatie.
Voor wie is deze hygiënerichtlijn?
Deze richtlijn is opgesteld om de uitvoering van het hygiënebeleid vorm te geven in justitiële inrichtingen en landelijke diensten die onder de verantwoordelijkheid vallen van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen)). De belangrijkste gebruikers van deze richtlijn zijn de penitentiaire inrichtingen, jeugdinrichtingen, detentiecentra, Forensisch Psychiatrische centra (FPC), Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) en het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg (JCvSZ).
De particuliere inrichtingen, die een inkooprelatie hebben met DJI, zijn ook verantwoordelijk dat hun inrichting voldoet aan de hygiëne-eisen. Zij kunnen hiervoor gebruik maken van deze richtlijn. Voor een volledige overzicht van alle justitiële inrichtingen, kijk op www.dji.nl.
Deze richtlijn is in de eerste plaats geschreven voor de (vestigings)directeuren van de justitiële inrichtingen en landelijke diensten. Zij zijn verantwoordelijk voor een goede hygiëne, en daarmee de uitvoering van deze richtlijn, in hun inrichting of dienst. De hoofdstukken zijn zo (praktisch) geschreven dat de medewerkers er ook mee uit de voeten kunnen. Als ondersteuning voor de (vestigings)directeuren zijn kant-en-klare instructies opgenomen voor uitvoerend medewerkers en justitiabelen.
Wat is het doel van deze richtlijn?
Deze richtlijn geeft een overzicht van de hygiëne-eisen waaraan justitiële inrichtingen en landelijke diensten moeten voldoen. De eisen zijn vastgesteld door het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid)) in samenwerking met DJI en GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en; wet- en regelgeving en basale wetenschappelijke inzichten op het gebied van hygiëne zijn daarbij vertaald naar praktische normen. Een overzicht van de relevante wet- en regelgeving vindt u in bijlage 8.3. Door u aan de eisen in deze richtlijn te houden, verkleint u de kans dat infectieziekten zich verspreiden in uw inrichting.
De hygiënemaatregelen zijn nodig omdat justitiabelen een groter infectierisico lopen dan de gemiddelde burger. Dit komt doordat justitiabelen:
- veel gebruikmaken van dezelfde ruimtes en materialen;
- vaker een slechtere lichamelijke conditie hebben dan de gemiddelde burger.
Het is de taak van de organisatie om het infectierisico zo klein mogelijk te maken. Deze richtlijn helpt u daarbij.
Hygiëne en ziekteverwekkers
Een goede hygiëne voorkomt de verspreiding van micro-organismen. Voorbeelden van micro-organismen zijn bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. Micro-organismen zijn onzichtbaar voor het blote oog en komen overal voor. De meeste zijn onschuldig of zelfs nuttig voor de mens, maar sommige kunnen ziekten veroorzaken. Door direct contact (bijvoorbeeld een hand geven) en indirect contact (bijvoorbeeld niezen) kunnen mensen met deze ziekteverwekkers besmet raken.
Of een besmetting uitgroeit tot een infectie, heeft met verschillende dingen te maken:
- de hoeveelheid ziekteverwekker waarmee iemand besmet is;
- hoe gemakkelijk de ziekteverwekker mensen ziek maakt;
- iemands lichamelijke conditie. De een wordt ziek, de ander voelt zich niet lekker en een derde heeft nergens last van.
Hoe verspreiden ziekteverwekkers zich?
Ziekteverwekkers verspreiden zich op de volgende manieren:
- via direct contact (handen, het lichaam). Voorbeelden van ziekten die zo kunnen worden overgedragen zijn griep en schurft;
- door de lucht (via druppels door hoesten, huidschilfers of stof). Veel virussen, zoals het verkoudheidsvirus of het griepvirus verspreiden zich door de lucht;
- via voedsel en water;
- via voorwerpen als scheermesjes, tondeuses, tatoeage- en piercingnaalden, medische instrumenten, tandenborstels en deurklinken;
- via lichaamsvloeistoffen (speeksel, braaksel, ontlasting, bloed, enzovoorts);
- via dieren, zoals huisdieren en insecten.
Hygiëne voorkomt ziekte
Infectierisico’s beperkt u in de eerste plaats door een goede hygiëne. Alle regels in deze richtlijn hebben hiermee te maken. In de basis is hygiëne niet meer dan het volgende:
- Breng wat vuil is niet in contact met wat schoon is. En andersom.
- Maak schoon wat vuil is of gooi het weg.
- Je kunt niet altijd aan de buitenkant beoordelen of iets vuil of schoon is.
- Was uw handen voldoende, op de juiste manier; dit is de meest basale en belangrijke hygiënemaatregel.
Leeswijzer
Elk hoofdstuk en elke paragraaf begint met een korte inleidende tekst. Hierin leest u waarom het onderwerp belangrijk is. Daarna volgt een opsomming van de hygiënenormen.
Voor het leesgemak zal in deze richtlijn steeds worden gesproken over ‘inrichtingen’. Hieronder vallen alle justitiële inrichtingen en landelijke diensten.
Hygiënenormen
|
Tips
|
In hoofdstuk 2 tot en met 5 staan maatregelen die u en uw medewerkers moeten nemen. Uiteraard kunnen de justitiabelen in uw inrichting ook aan bijdragen aan een goede hygiëne. Daarom staan er in hoofdstuk 6 maatregelen om het hygiënisch bewustzijn van de justitiabelen te vergroten. In hoofdstuk 7 vindt u instructies voor uitvoerend medewerkers, klaar om te direct op te hangen of uit te delen. Bijlagen staan in hoofdstuk 8.
Controle van de hygiëne
Voor een optimale hygiëne is het belangrijk uw beleid regelmatig te evalueren.
Hygiënenormen
|
Tips
|
2 Algemene hygiëne
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de persoonlijke hygiëne van medewerkers, de maatregelen bij bijt-, krab- en prikaccidenten en visitatie, de omgang met ontlasting, vuile was en afval, voedselveiligheid en eisen aan huisdieren en dierplaagbeheersing.
2.1 Persoonlijke hygiëne van medewerkers
Medewerkers hebben contact met veel verschillende justitiabelen. Hierbij kunnen ziekteverwekkers zich gemakkelijk verspreiden via de handen en kleding. Een goede persoonlijke hygiëne van medewerkers verkleint dit risico.
Schone handen
Een van de meest voorkomende manieren waarop ziekteverwekkers worden verspreid, is via de handen. De handen krijgt u schoon door ze te wassen met water en zeep of ze in te wrijven met een handdesinfecterend middel. In paragraaf 7.2 vindt u printklare instructies voor het handenwassen en desinfecteren.
Hygiënenormen
|
Beschermende middelen
Om het infectierisico te verkleinen, moeten medewerkers in sommige gevallen beschermende kleding of handschoenen dragen. Geef uw medewerkers de volgende instructies:
Hygiënenormen
|
Tips
|
2.2 Bijt-, krab-, prik- en spataccidenten
In uw inrichting kunnen bijt-, krab-, prik- en spataccidenten plaatsvinden. Hier spreekt men van als het bloed of de slijmvliezen (van bijvoorbeeld de ogen) van een medewerker of justitiabele in contact komt met bloed, wondvocht, andere lichaamsvloeistoffen (speeksel, ontlasting) of de slijmvliezen van een ander. Bij zo’n accident kunnen ziekteverwekkers worden overgedragen, zoals het hepatitis B of C virus en hiv (humaan immunodeficientievirus). Bij een bijt- of krabaccident lopen zowel de bijter/krabber als de degene die gebeten of gekrabd is het risico om besmet te worden door de ander.
Door een protocol voor bijt-, krab-, prik- en spataccidenten dat bekend is bij de medewerkers, verkleint u de kans dat medewerkers of justitiabelen bij zo’n accident een infectieziekte oplopen.
Hygiënenormen
|
2.3 Visitatie
Om onder andere smokkelwaar buiten de inrichting te houden, worden (nieuwe) justitiabelen en bezoekers gevisiteerd. Onderstaande maatregelen zijn nodig om ste voorkomen dat medewerkers tijdens de visitatie besmet raken met ziekteverwekkers, bijvoorbeeld via gebruikte naalden van de justitiabele. Andere maatregelen die u moet nemen, vindt u in de DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen)-richtlijn visitatie.
Hygiënenormen
|
2.4 Omgang met ontlasting
Het komt voor dat justitiabelen hun ontlasting uitsmeren op wanden en vloeren. In ontlasting kunnen ziekteverwekkers zitten, zoals de besmettelijke hepatitis A en E virussen, salmonella paratyphi, amoeben en giardia. Daarom moeten medewerkers en justitiabelen persoonlijke beschermingsmiddelen dragen wanneer ze dit opruimen. Dit geldt ook bij het schoonmaken van ontlastingszeven. Dit zijn zeven waarin ontlasting van justitiabelen in isoleercellen wordt opgevangen, zodat de ontlasting kan worden gecontroleerd op contrabande. Naast de onderstaande eisen gelden uiteraard ook de algemene eisen aan persoonlijke hygiëne (zie paragraaf 2.1).
Hygiënenormen
|
Daarnaast gelden voor het schoonmaken van ontlastingszeven ook de onderstaande punten.
Let op: als er niet aan onderstaande punten kan worden voldaan, lopen de medewerkers een groot besmettingsrisico. Het gebruik van ontlastingszeven wordt in dat geval sterk afgeraden.
Hygiënenormen
|
Tips
|
2.5 Vuile was
Vuile was kan besmet zijn met ziekteverwekkers. Houd de vuile was daarom gescheiden van de schone was. U kunt het wasgoed door een externe wasserij laten regelen, of zelf wassen. Wanneer medewerkers vuil wasgoed van justitiabelen moeten wassen of verzamelen, lopen ze hierbij een besmettingsrisico. Om dit zo klein mogelijk te maken, gelden onderstaande normen:
Hygiënenormen
|
Tips
|
2.6 Huishoudelijk afval
Afval kan een bron van ziektekiemen zijn. Bovendien trekt afval plaagdieren aan. Daarom moet de opslag en afvoer van afval aan bepaalde eisen voldoen. Deze paragraaf gaat over huishoudelijk afval. Hoe u met scherp afval zoals naalden moet omgaan, staat in paragraaf 4.3. Zie het beleid van uw inrichting voor de eisen aan overig afval, zoals klein chemisch afval.
Huishoudelijk afval is het afval dat dagelijks in de inrichting wordt geproduceerd, met uitzondering van grofvuil, bouw- en sloopafval en klein chemisch (scherp) afval. Denk bijvoorbeeld aan etensresten, oud papier en verpakkingsmaterialen uit keukens en de persoonlijke verblijfsruimtes (PV’s) van justitiabelen.
Hygiënenormen
|
2.7 Voedselveiligheid
Om te voorkomen dat medewerkers en justitiabelen ziek worden van eten en drinken, is het belangrijk dat hier op een hygiënische manier mee wordt omgegaan. In hygiënecodes staan voedselveiligheidsmaatregelen die voor alle stadia van voedselverwerking gelden: van het kopen of ontvangen tot het bewaren, het bereiden en het serveren van eten en drinken. Hygiënecodes zijn een praktische uitwerking van de Hazard Analysis Critical Control Points (HACCP), een systeem om de voedselveiligheid te beheersen. Als u volgens een hygiënecode werkt, voldoet u aan de wettelijke voorschriften van voedselveiligheid.
Basisprincipes van voedselveiligheid
Voedselveiligheidsmaatregelen zijn gebaseerd op drie basisprincipes: beheersing van de temperatuur, netheid en controle van de houdbaarheid.
Beheersing van de temperatuur
De temperatuur van gekoelde of diepvriesproducten beïnvloedt de voedselveiligheid. Hoe kouder deze producten worden bewaard, hoe minder kans ziekteverwekkers hebben om uit te groeien. Bij hoge temperaturen worden veel ziekteverwekkers juist gedood. Daarom gaan veel regels in hygiënecodes over de temperatuurseisen die voor deze producten gelden. Zo mag de temperatuur in een koelkast niet warmer zijn dan 7 °C en moet rauw vlees tot minstens 75 °C worden verhit.
Netheid
Via vuile handen en vuile materialen (zoals keukenspullen, de koelkast of andere etenswaren) kan voedsel besmet raken met ziekteverwekkers. Bovendien kan groente en fruit bij aanschaf al besmet zijn. Daarom staan er in hygiënecodes zowel eisen die gesteld worden aan de persoonlijke hygiëne van mensen die werken met voedsel als regels gericht op de schoonmaak van materialen en werkruimtes.
Houdbaarheid
Al het voedsel is bederfelijk. Daarom is het controleren en garanderen van de houdbaarheid van producten een belangrijk onderdeel van voedselveiligheid.
Alle regels in hygiënecodes zijn gericht op deze principes.
Hygiënecode
Voor DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen) bestaat de ‘Hygiënecode voor de voedingsverzorging in zorginstellingen en Defensie’. U mag ook gebruik maken van een andere code, zoals de Hygiënecode voor de Contractcatering of de Hygiënecode voor de Horeca. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)) controleert steekproefsgewijs of u de regels uit de door u gekozen code naleeft.
Hygiënenormen
|
In paragraaf 6.3 vindt u aanvullende informatie over voedselveiligheid in PV’s van justitiabelen.
Voedselveiligheid tijdens het vervoer van justitiabelen
Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) vervoert justitiabelen van en naar rechtbanken, andere justitiële inrichtingen, ziekenhuizen en dergelijke. Bij vertrek uit de inrichting krijgen justitiabelen soms een lunchpakket aangeboden.
Hygiënenormen
|
2.8 (Huis)dieren
In verschillende inrichtingen zijn dieren aanwezig, zoals boerderijdieren, katten, vogels en vissen. Net als mensen kunnen dieren een infectieziekte oplopen. Een klein deel van deze infectieziekten kan van dieren worden overgedragen op mensen. Deze ziekten noemen we zoönosen. Het overdragen van ziekteverwekkers kan bijvoorbeeld gebeuren tijdens het aaien, knuffelen of verzorgen van dieren. Zijn (huis)dieren toegestaan binnen uw inrichting? Dan is het belangrijk maatregelen te nemen om het risico op zoönosen te verkleinen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
2.9 Dierplaagbeheersing
Ratten, muizen en duiven zijn voorbeelden van dieren die niet alleen overlast en schade geven, maar ook infectieziekten kunnen overdragen. Om justitiabelen en medewerkers hiertegen te beschermen, is een goede dierplaagbeheersing nodig. Hierbij moet de beheersing zich in de eerste plaats richten op het voorkómen van dierplagen door wering, en pas in de tweede plaats op bestrijding. Deze benadering van dierplaagbeheersing wordt ook wel Integrated Pest Management (IPM) genoemd.
Maatregelen om plaagdieren te weren richten zich op het voorkómen of beperken van:
- plekken waar plaagdieren kunnen binnenkomen, schuilen of nestelen;
- de aanwezigheid van water en voedsel(resten).
Deze maatregelen zijn onder te verdelen in technisch-bouwkundige, hygiënische en bedrijfsmatige maatregelen. Technisch-bouwkundige maatregelen zijn bijvoorbeeld horren plaatsen, kieren en gaten dichten en wild struikgewas (waar dieren in kunnen schuilen) rondom het gebouw verwijderen. Een goede schoonmaak en het bewaren van eten in afsluitbare bakken of potten zijn voorbeelden van hygiënische maatregelen. Onder bedrijfsmatige maatregelen valt onder andere het controleren van binnenkomende producten op (sporen van) plaagdieren.
Hygiënenormen
|
3 Schoonmaken en desinfecteren
In vuil en stof kunnen ziekteverwekkers zitten. Door schoon te maken, haalt u ook veel ziekteverwekkers weg. Hierdoor verkleint u de kans op ziekte.
Er is een verschil tussen schoonmaken en desinfecteren. Schoonmaken is stof en vuil verwijderen, bijvoorbeeld door te stofzuigen of te dweilen. Zo raakt u ook de meeste ziekteverwekkers in het stof of vuil kwijt. Maar om bijvoorbeeld ziekteverwekkers in bloedvlekken weg te krijgen moet u na het schoonmaken óók desinfecteren. Door te desinfecteren doodt u de overgebleven ziekteverwekkers. Medische instrumenten moeten soms zelfs gesteriliseerd worden; dit wordt besproken in paragraaf 4.2. Met behulp van onderstaande figuur kunt u bepalen of een voorwerp of oppervlak schoongemaakt, gedesinfecteerd of gesteriliseerd moet worden.
Let op: desinfecteer of steriliseer oppervlakken en materialen alleen als er eerst schoongemaakt is. Desinfectie en sterilisatie hebben geen zin als materialen vuil zijn; in plaats van het materiaal wordt dan het vuil gedesinfecteerd of gesteriliseerd.
Bepaal voor uw inrichting of er een externe partij moet worden ingeschakeld voor het schoonmaken, desinfecteren of steriliseren, of dat medewerkers en eventueel justitiabelen (zie paragraaf 6.4) dit kunnen doen.
Figuur 1. Stroomdiagram schoonmaken, desinfecteren en steriliseren.
Algemene informatie over schoonmaken vindt u in paragraaf 3.1 en 3.2, paragraaf 3.4 gaat over desinfecteren. Het gebruik van schoonmaakschema’s wordt toegelicht in paragraaf 3.3.
3.1 Schoonmaakregels en -technieken
Er komt veel kijken bij een goede schoonmaak. Als er verkeerd wordt schoongemaakt, kunnen er ziekteverwekkers achterblijven of zelfs verspreid worden. En als u geen beschermende kleding en handschoenen draagt, loopt u zelf het risico om besmet te raken met ziekteverwekkers. Bijvoorbeeld wanneer u een vervuiling met ontlasting moet schoonmaken. In ontlasting kunnen allerlei ziekteverwekkers zitten, zoals bijvoorbeeld het hepatitis A virus. Houd u aan onderstaande regels om besmetting van uzelf en de omgeving te voorkomen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
3.2 Omgaan met schoonmaakmaterialen
Schoonmaakmaterialen moeten ook goed schoongemaakt, gedroogd en opgeruimd worden.
Hygiënenormen
|
Het gebruik van microvezeldoekjes
Als microvezeldoekjes op de juiste manier worden gebruikt, nemen ze vuil en ziekteverwekkers veel beter op dan gewone schoonmaakdoekjes. U kunt microvezeldoekjes zowel droog als vochtig gebruiken.
Gebruikt u microvezeldoekjes? Houd u dan voor een optimaal resultaat aan de volgende punten:
Hygiënenormen
|
3.3 Schoonmaakschema’s gebruiken
Een schoonmaakschema voorkomt dat onderdelen worden overgeslagen. In deze schema’s kunt u aangeven hoe vaak elk onderdeel schoongemaakt moet worden en op welke manier. Voor justitiële inrichtingen is een pakket reinigingsmiddelen samengesteld dat schoonmakers helpt efficiënt en doelmatig schoon te maken. In paragraaf 8.1 staat uit welke middelen dit pakket bestaat en waarvoor u ze kunt gebruiken.
Hygiënenormen
|
In paragraaf 7.1 zijn schoonmaakschema’s opgenomen, deze kunt u als basis gebruiken. U mag natuurlijk vaker schoonmaken dan in deze schema’s is aangegeven. Minder vaak schoonmaken mag alleen met een goede reden (bijvoorbeeld omdat een ruimte bijna nooit wordt gebruikt).
Tips
|
3.4 Desinfecteren
Desinfectie is nodig wanneer een oppervlak of voorwerp bevuild is met bloed of andere lichaamsvloeistoffen met zichtbare bloedsporen. (Een uitzondering hierop vormen instrumenten die in aanraking komen met de beschadigde huid of slijmvliezen; deze moeten na het schoonmaken altijd gesteriliseerd worden; zie figuur 1). Dit geldt ook als het bloed er al lang op zit; ook in oud bloed kunnen ziekteverwekkers overleven. Daarnaast is desinfectie voorgeschreven bij bepaalde infectieziekten. Dit zal dan worden aangegeven door een arts. Desinfectie mag alleen worden uitgevoerd door gespecialiseerde of getrainde bedrijven en medewerkers. Houd u voor een goed resultaat aan de volgende normen:
Hygiënenormen
|
4 Medische zorg
Behandelt een arts, fysiotherapeut of verpleegkundige justitiabelen in uw inrichting? Zorg dan dat ze op de hoogte zijn van de maatregelen in dit hoofdstuk. U vindt hier maatregelen over de persoonlijke hygiëne van medisch personeel, over de omgang en opslag van medicijnen, steriele materialen, steriele instrumenten en scherp afval en het steriliseren van instrumenten. Daarnaast leest u welke maatregelen u moet nemen bij een patiënt met een (mogelijke) infectieziekte. Informatie over desinfectie van oppervlakken en materialen vindt u in paragraaf 3.4.
Let op: dit hoofdstuk richt zich niet op tandartsen. Voor tandartsen bestaat de richtlijn de richtlijn ‘Infectiepreventie in de mondzorgpraktijk’ van de KNMT (Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde). Is er een tandarts werkzaam in uw inrichting, of komt er een tandartsbus langs? Zorg dan dat zij werken volgens deze richtlijn.
4.1 Persoonlijke hygiëne van medisch personeel
Ziekteverwekkers kunnen gemakkelijk overgebracht worden via kleding en handen. Daardoor is er bij het geven van medische zorg kans op besmetting. Zorg daarom dat medisch personeel zich houdt aan de onderstaande eisen. Deze zijn gebaseerd op de WIP (Werkgroep Infectiepreventie)-richtlijn ‘Infectiepreventie in de huisartsenpraktijk’.
Algemene persoonlijke hygiënemaatregelen
Hygiënenormen
|
Tips
|
Beschermende middelen
Hygiënenormen
|
4.2 Medicijnen, steriele materialen en instrumenten
Medicijnen en steriele materialen hebben een beperkte houdbaarheid. Door ze overzichtelijk op te slaan, voorkomt u dat u middelen gebruikt waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken. Een goede opslag is ook belangrijk om de steriliteit van steriele materialen en instrumenten te bewaken. In deze paragraaf vindt u de eisen aan deze opslag. Ook beschrijven we maatregelen die u moet nemen tijdens het gebruik van steriele instrumenten.
Opslag
Hygiënenormen
|
Gebruik
Hygiënenormen
|
4.3 Scherp afval
Bij het verlenen van medische zorg kunnen scherpe materialen zoals naalden of mesjes worden gebruikt. Omdat deze materialen tijdens het gebruik besmet kunnen raken met ziekteverwekkers van de justitiabele, mogen ze niet worden weggegooid bij het huishoudelijk afval.
Hygiënenormen
|
Volle naaldcontainers vallen in de categorie ‘ziekenhuisafval’. Aan de afvoer van ziekenhuisafval zijn bij wet eisen gesteld (zie hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer). Zo mag u uw containers alleen inleveren bij inzamelaars die een zogeheten VIHB-nummer hebben. Op www.niwo.nl kunt u een lijst met goedgekeurde inzamelaars vinden*.
* Zoek hiervoor op ‘VIHB-lijst’ en klik vervolgens op ‘Raadplegen VIHB-lijst (bedrijfsafval en gevaarlijk afval)’.
4.4 Maatregelen bij een (mogelijke) infectieziekte
In deze paragraaf staan de maatregelen die u moet nemen wanneer u vermoedt dat een zieke justitiabele een infectieziekte heeft die overgedragen kan worden op anderen. Hierbij gaat het niet over overdracht door een bijt-, krab- of prikaccident; de maatregelen die u bij zo’n accident moet nemen, vindt u in paragraaf 2.2.
Een zieke justitiabele wordt op de medische afdeling behandeld. Ook kunnen zieke justitiabelen overgebracht worden naar het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg of een algemeen ziekenhuis. Om bij een (eventuele) uitbraak van een infectieziekte het aantal zieken zo laag mogelijk te houden, is het belangrijk de onderstaande maatregelen te nemen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Wanneer er bij een justitiabele een meldingsplichtige ziekte* is vastgesteld die besmettelijk is voor anderen, gelden er ook maatregelen voor medewerkers die in contact staan of kort geleden stonden met deze justitiabele. In het ‘Algemeen Rijksambtenarenreglement’ is vastgelegd dat:
- deze medewerkers kunnen worden verplicht tot een arbeidsgezondheidsonderzoek (art. 36a, lid e);
- deze medewerkers niet mogen werken totdat ze een positief medisch advies hebben gekregen (art. 70).
* Een overzicht van de meldingsplichtige infectieziekten staat op de RIVM-webpagina 'Welke infectieziekten zijn meldingsplichtig'.
5 Bouw en inrichting
Justitiële inrichtingen moeten goed schoon te maken zijn. De bouw en inrichting hebben effect op het gemak waarmee dit kan. Zo zijn gladde wanden sneller en beter schoon te krijgen dan ruwe. Ook zullen medewerkers en justitiabelen eerder een hygiënische keuze maken als de inrichting daarbij helpt. Als er bijvoorbeeld een wastafel in de buurt is, zullen ze eerder hun handen wassen.
In paragraaf 5.1 tot en met 5.8 vindt u de eisen aan de bouw en inrichting die nodig zijn om een goede persoonlijke hygiëne, schoonmaak en hygiënische omgang met materialen, producten en afval mogelijk te maken. Daarna volgt informatie over het binnenmilieu en legionellapreventie: de bouw en inrichting van uw pand zijn van invloed op de kwaliteit van het binnenmilieu en het risico op legionella.
Aanvullende bouwvoorschriften die van invloed zijn op de hygiëne in uw pand vindt u in het huidige Bouwbesluit en de Programma’s van Eisen. Bijvoorbeeld eisen aan het aantal vierkante meter per justitiabele en het benodigde aantal toiletten. De specifieke eisen verschillen per type bouw (bestaande bouw of nieuwbouw); deze details vallen buiten de reikwijdte van deze richtlijn. De Rijksgebouwendienst is er verantwoordelijk voor dat uw inrichting voldoet aan het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit vindt u op wetten.overheid.nl.
5.1 Algemene eisen aan alle ruimtes
In justitiële inrichtingen zijn verschillende soorten ruimtes zoals sanitair, keukens en persoonlijke verblijfsruimtes. Al deze ruimtes moeten veilig en goed schoon te maken zijn. Houd u aan de algemene eisen tijdens de bouw en inrichting van uw inrichting:
Hygiënenormen
|
5.2 Persoonlijke verblijfsruimte
Een persoonlijke verblijfsruimte (PV) is een ruimte waar één of meerdere justitiabelen een groot gedeelte van de dag verblijven en slapen. In het Bouwbesluit staat wat het minimaal aantal m² per persoon is.
Hygiënenormen
|
5.3 Ruimte voor bezoek zonder toezicht
In een ruimte voor bezoek zonder toezicht kunnen justitiabelen seksueel contact hebben met bezoek.
In sperma, voorvocht en vaginaal vocht kunnen ziekteverwekkers zitten. Om te voorkomen dat justitiabelen en bezoekers in contact komen met sperma, voorvocht of vaginaal vocht van mensen die de ruimte eerder hebben gebruikt, moeten ruimtes voor bezoek zonder toezicht aan de volgende eisen voldoen:
Hygiënenormen
|
5.4 Sanitair
Toiletten
Iedereen die van het toilet gebruikmaakt, moet de handen kunnen wassen. Daarnaast moet de toiletruimte goed schoon te maken zijn. Dat gaat alleen als wanden en vloeren glad zijn en er geen vocht in kan doordringen. Vocht is namelijk een goede voedingsbodem voor ziekteverwekkers. In het Bouwbesluit staat hoeveel toiletten er in uw inrichting aanwezig moeten zijn.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Douche- en badruimtes
Hoeveel douches u minimaal moet hebben, is afhankelijk van het aantal justitiabelen in uw inrichting. Zie het Bouwbesluit voor meer informatie. Omdat het in douche- en badruimtes heel vochtig is, groeien schimmels en andere micro-organismen er relatief makkelijk. Hieronder staan de eisen aan de inrichting van de douche- en badruimtes; eisen aan de ventilatie vindt u in paragraaf 5.9.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Tijdelijke zwembaden
In (jeugd)inrichtingen kunnen in de zomer zwembaden worden opgezet. Onderstaande normen gelden voor baden die korter dan een maand blijven staan. Blijft het bad langer staan en is het dieper dan 0,5 meter en groter dan 2 m²? Dan valt uw bad onder de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz (Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden)) en moet u dit melden bij uw provincie. De regels die dan gelden, vallen buiten de reikwijdte van deze richtlijn.
Houd u bij zwembaden die korter dan een maand blijven staan aan de volgende eisen:
Hygiënenormen
|
Tips
|
5.5 Gemeenschappelijke keuken
Een gemeenschappelijke keuken kan variëren van een kleine ruimte met koelkast waar justitiabelen zelf eten (koud) klaarmaken tot een grotere keuken waar (warme) maaltijden bereid kunnen worden.
Hygiënenormen
|
Tips
|
5.6 Opslagruimte
Zorg voor een aparte opslagruimte waar het schoonmaakmateriaal opgeborgen kan worden. Zo worden vuile en gevaarlijke stoffen of giftige materialen gescheiden van voedingsmiddelen.
Hygiënenormen
|
Tips
|
5.7 Medische behandel- en onderzoeksruimte
Deze paragraaf richt zich niet op tandartsen. Informatie over de bouw en inrichting van een tandartsruimte vindt u op de intranetpagina van DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen), afdeling gezondheidszorg. Hygiëne-eisen voor een tandartsenpraktijk vindt u in de richtlijn ‘Infectiepreventie in de mondzorgpraktijk’ van de KNMT (Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde). Een tandartsbus moet hier ook aan voldoen. Spreek met het schoonmaakbedrijf af hoe zij de inrichting van de tandartsruimte en -bus moeten schoonmaken. Houd hierbij de richtlijn van de KNMT aan.
Een arts, fysiotherapeut of verpleegkundige kan justitiabelen binnen de inrichting behandelen. Ook wordt er voor opsporingsdoeleinden soms wangslijm afgenomen voor DNA (deoxyribonucleic acid)-onderzoek. Zorg dat er een aparte behandel- en onderzoeksruimte beschikbaar is die voldoet aan de onderstaande eisen.
Hygiënenormen
|
5.8 Isoleer- of afzonderingsruimte
Een justitiabele kan tijdelijk in een aparte isoleer- of afzonderingsruimte worden geplaatst. In deze ruimte staan in de meeste gevallen alleen een bed of matras en een zitelement, met eventueel een toilet.
Hygiënenormen
|
Tips
|
5.9 Binnenmilieu
Uw pand moet zo ingericht zijn dat het binnenmilieu kan worden gecontroleerd. Het binnenmilieu wordt beïnvloed door een groot aantal factoren. Bijvoorbeeld de temperatuur, de luchtvochtigheid en de hoeveelheid zuurstof in de ruimte. Een gezond binnenmilieu met droge, zuurstofrijke lucht en een prettige temperatuur vermindert de kans op hoofdpijn, concentratieproblemen, slaperigheid, allergieën, infecties en andere lichamelijke klachten. Bovendien groeien huisstofmijten en schimmels minder snel in een droge omgeving.
In deze paragraaf vindt u maatregelen die bijdragen aan een gezond binnenmilieu in uw inrichting. Bij een verandering van bestemmingsplan moet u nagaan of deze maatregelen nog genomen kunnen worden.
Luchten en ventileren van de ruimtes
Door goed te ventileren wordt de lucht droger, neemt de hoeveelheid zuurstof toe en worden vervuilingen zoals ziekteverwekkers afgevoerd naar buiten.
Bij ventileren komt voortdurend verse buitenlucht binnen. In justitiële inrichtingen gebeurt dit meestal via een mechanisch ventilatiesysteem. Hierbij wordt actief lucht weggezogen uit het pand, waardoor verse buitenlucht via ventilatieroosters of -ventielen naar binnen stroomt. Een mechanisch ventilatiesysteem werkt alleen goed als de roosters, ventielen en filters regelmatig worden schoongemaakt (zie het schoonmaakschema in paragraaf 7.1) en er onderhoud aan de kanalen plaatsvindt.
Luchten van de ruimtes is het korte tijd (ongeveer tien minuten) openzetten van alle ramen en deuren in de ruimte. Hierdoor worden vervuilingen en vocht in de lucht snel afgevoerd naar buiten.
Luchten van de ruimtes is vooral belangrijk tijdens en na:
- drogen van de was
- koken
- douchen
- klussen in het pand (bijvoorbeeld zagen en verven).
Luchten van de ruimtes is geen vervanging voor ventilatie, beide zijn belangrijk. Daar waar luchten van de ruimte niet mogelijk is, hoeft u alleen te ventileren.
Hygiënenormen
|
Tips
|
Temperatuur
Naast ventileren en luchten is de temperatuur in uw pand van invloed op de kwaliteit van het binnenmilieu. Een temperatuur van 15 °C of lager bevordert condensvorming, waardoor schimmels en huisstofmijten makkelijker groeien. Bij te hoge temperaturen in het pand kunnen mensen uitdrogingsverschijnselen krijgen.
Tips
|
5.10 Legionellapreventie
In waterinstallaties kan de legionellabacterie groeien. Deze bacterie is alleen gevaarlijk bij inademing. Deze kans bestaat als water wordt verneveld, bijvoorbeeld bij een douche of sierfontein. Bij het produceren van kleine waterdruppeltjes (aerosolen) kunnen ook legionellabacteriën in de lucht komen.
Alleen onder bepaalde omstandigheden kunnen legionellabacteriën zich vermeerderen. Risicofactoren hiervoor zijn:
- een watertemperatuur tussen de 20 en 50 °C. Bij deze temperatuur kunnen de bacteriën zich voortplanten;
- de aanwezigheid van biofilm op, onder andere, de binnenwand van leidingen en baden. Een biofilm is een slijmlaagje waar onder meer bepaalde eencellige organismen, protozoa genaamd, in zitten. Legionellabacteriën vermeerderen zich in de protozoa in deze slijmlaagjes;
- plekken waar water (tijdelijk) stil kan staan of waar hetzelfde water meerdere malen langs komt. Op deze plaatsen kan sneller biofilm worden gevormd.
Legionellapreventie richt zich op het beheersen of verwijderen van bovenstaande risicofactoren. Factoren die hierbij helpen zijn:
- watertemperaturen onder de 20 °C, of tussen 20 en 25 °C als het water goed kan doorstromen en niet langer dan een week stilstaat;
- watertemperaturen boven de 50 °C;
- een goede doorstroming en een korte verblijftijd van het water.
Voor justitiële inrichtingen zijn eisen aan legionellapreventie vastgelegd in het Drinkwaterbesluit, het Besluit Hygiëne en Veiligheid van Badinrichtingen en Zwemgelegenheden (Bhvbz (Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden)), het Activiteitenbesluit, de Arbowet en het Arbobesluit. Meer informatie over deze regelgeving vindt u in bijlage 8.3. Omdat de Arbowetgeving buiten het bereik van deze richtlijn valt, wordt hier niet verder op ingegaan.
Het Drinkwaterbesluit, het Bhvbz en het Activiteitenbesluit hebben alle als doel de groei van legionellabacteriën in de waterinstallaties te voorkómen en de verspreiding via aerosolen tegen te gaan. Alhoewel de exacte regels die zijn opgesteld om dit doel te bereiken, verschillen per besluit, zijn er ook belangrijke overeenkomsten:
Hygiënenormen
|
6 Hygiëne van justitiabelen
In de voorgaande hoofdstukken zijn maatregelen beschreven die u en uw medewerkers kunnen nemen om het infectierisico te verkleinen. Maar de justitiabelen in uw inrichting kunnen hier ook aan bijdragen. Bijvoorbeeld door zich regelmatig te wassen en geen kleren en spullen met elkaar te delen. Daarom is het belangrijk dat het hygiënisch bewustzijn van de justitiabelen wordt vergroot. In dit hoofdstuk vindt u maatregelen die hieraan bijdragen.
6.1 Hygiëneproducten voor justitiabelen
Hygiënenormen
|
6.2 Hygiënevoorlichting aan justitiabelen
Binnen inrichtingen is er veel contact tussen justitiabelen onderling en tussen justitiabelen en medewerkers. Hierbij kunnen ziekteverwekkers, zoals bacteriën, virussen, luizen en schurftmijten zich gemakkelijk verspreiden via de handen, kleding en gedeelde spullen. Een goede persoonlijke hygiëne van justitiabelen verkleint de kans op verspreiding.
Hygiënenormen
|
Tips
|
6.3 Voedselveiligheid in persoonlijke verblijfsruimtes
In sommige PV’s hebben justitiabelen zelf een koelkast of magnetron, of kunnen ze levensmiddelen kopen in een winkeltje. Let hierbij op het volgende:
Hygiënenormen
|
Tips
|
6.4 Schoonmaken met justitiabelen
Justitiabelen kunnen, soms tegen betaling, meehelpen met schoonmaken. Heldere schoonmaakinstructies en afspraken zijn nodig voor een goed resultaat.
Hygiënenormen
|
Tips
|
7 Schoonmaakschema’s en instructies
In dit hoofdstuk vindt u schoonmaakschema’s en instructies, bijvoorbeeld voor handen wassen en handen desinfecteren. De schoonmaakschema’s en de instructies handhygiëne kunt u downloaden en uitprinten. U kunt ze dan direct ophangen, bijvoorbeeld bij wastafels of in een schoonmaakkast.
7.1 Schoonmaakschema’s
In de schoonmaakschema’s staat hoe vaak en op welke manier verschillende oppervlakken en materialen moeten worden schoongemaakt. Ook is er een schema toegevoegd voor de omgang met schoonmaakmaterialen.
U mag natuurlijk vaker schoonmaken dan in deze schema’s is aangegeven. Daarnaast moet u extra schoonmaken wanneer een oppervlak of materiaal zichtbaar vervuild is. Minder vaak of op een andere manier schoonmaken, mag alleen met een goede reden (bijvoorbeeld omdat een ruimte bijna nooit wordt gebruikt).
U kunt de schoonmaakschema’s hier downloaden als Word-document. De schema’s zijn zoveel mogelijk op losse pagina’s geplaatst, zodat u ze eenvoudig kunt uitprinten en ophangen. Tevens kunt u de schema’s aanpassen aan de eigen situatie. Bespreek binnen uw eigen organisatie de schoonmaakschema’s en werk ze in nader detail uit tot een eigen werkinstructie.
7.2 Instructies handhygiëne
Bacteriën en virussen zijn overal, op deurknoppen, tafels, telefoons en andere voorwerpen, apparaten en materialen. Sommigen kunnen ziekteverwekkend zijn. Een van de meest voorkomende manieren waarop ziekteverwekkers worden verspreid, is via de handen. Door regelmatig handhygiëne toe te passen wordt de kans dat u of iemand uit uw omgeving ziek wordt klein.
Pas voor een goede handhygiëne onderstaande regels toe:
- Was uw handen met water en vloeibare zeep als ze zichtbaar vuil zijn. Gebruik dan geen desinfecterend middel (handalcohol); door zichtbaar vuil vermindert namelijk de werking.
- Zijn uw handen niet zichtbaar vuil? Dan mag u kiezen of u uw handen wast óf desinfecteert. Pas de manieren echter niet allebei toe; de huid droogt dan te veel uit en beschadigt sneller. De handen worden voldoende schoon als u ze alleen wast of alleen desinfecteert.
Het schema Instructies handhygiëne kunt u hier downloaden als pdf.
7.3 Instructies transport van maaltijden
Voedsel kan besmet zijn met ziekteverwekkers zoals bacteriën of virussen. Om te voorkomen dat jij of anderen op de afdeling hier ziek van worden, is het belangrijk om hygiënisch te werken tijdens het vervoeren van eten. Houd je in ieder geval aan deze ‘Gouden regels’. Deze gaan over:
- het wassen van je handen;
- het afgedekt transporteren van producten;
- de temperatuur van producten.
Instructies
- Was of desinfecteer je handen voordat je het voedsel transporteert.
- Zorg dat de producten goed afgedekt zijn tijdens transport. Zo voorkom je dat er ziekteverwekkers bij het eten kunnen komen en verandert de temperatuur zo min mogelijk.
- Zorg dat warme producten tijdens het transport warmer blijven dan 60 °C.
- Zorg dat koude producten tijdens het transport koeler blijven dan 7 °C. Warmen ze toch op? Zorg dan dat justitiabelen en medewerkers de producten binnen 2 uur opeten.
7.4 Schoonmaak sanitaire voorzieningen
Onderstaande instructies voor de schoonmaak van sanitaire voorzieningen kunt u hier downloaden als Word-document.
Werkwijze dagelijkse schoonmaak sanitaire voorzieningen
- Spoel de toiletten door.
- Giet schoonmaakmiddel (bijvoorbeeld een wc-reiniger) in de toiletpot.
- Borstel de binnenzijde van de toiletpot.
- Laat de oplossing enige tijd inwerken.
- Leeg ondertussen de afvalbakken en vervang de afvalzak.
- Maak de spiegels schoon.
- Maak de wastafels aan de binnen-, buiten- en onderkant schoon; gebruik eventueel een schuurspons voor het verwijderen van hardnekkig vuil.
- Maak de douchekraan, -kop en -wand schoon.
- Controleer de overige wanden op zichtbare vlekken en verwijder deze.
- Maak lichtknoppen, deurklinken en andere dingen die veel met de handen worden aangeraakt schoon.
- Verwijder vuil uit de afvoerputjes.
- Borstel nogmaals grondig de binnenzijde van de toiletpot.
- Spoel het toilet door en spoel gelijktijdig de toiletborstel uit.
- Maak de doorspoelinstallatie, de buitenkant van de toiletpot en de toiletbril schoon.
- Dweil de douche- en overige vloeren.
- Dweil de toiletvloer.
Werkwijze wekelijkse schoonmaak sanitaire voorzieningen
- Spoel de toiletten door.
- Breng een periodieke ontkalker aan onder de randen.
- Verdeel het product met toiletborstel door de gehele toiletpot, ook onderin het “waterslot”.
- Laat het minimaal 5 minuten inwerken.
- Maak ondertussen de buitenkant van de afvalbak, randen, richels, radiatoren, vensterbanken en deuren schoon.
- Borstel vervolgens de binnenzijde van de toiletpot grondig.
- Spoel het toilet door en maak gelijktijdig de toiletborstel schoon.
- Breng een periodieke ontkalker aan op schuursponsje.
- Maak hiermee de douchekraan, douchekop en de wastafels schoon.
- Maak de douchewanden nat met water.
- Breng een periodieke sanitairreiniger aan op een grote spons.
- Beweeg de spons met een draaiende beweging over de douchewand. De aanwezige kalkzeep zal loskomen van de wand en gaan schuimen.
- Spoel direct hierna af met schoon koud water om te voorkomen dat de kalkzeep weer indroogt en op de wand achterblijft.
- Droog na met een raamtrekker en een doek.
- Maak de tegelwand rondom de toiletpot schoon tot ± 1 meter hoogte.
Werkwijze schoonmaak (chemisch) toilet, po en ontlastingszeef
(Chemisch) toilet
- Leeg de bak in een hiervoor bestemde stortbak. Draag hierbij beschermende kleding en een gezichtsbeschermer. Dit in verband met het eventueel opspatten van ontlasting in het gezicht. Via neus, mond en ogen kunnen ziekteverwekkers het lichaam in komen.
- Maak de bak schoon met een schoonmaakmiddel nadat deze is geleegd.
- Trek de gezichtsbeschermer en de beschermende kleding uit en gooi ze weg.
- Was uw handen.
Po
- Trek handschoenen aan.
- Zet de po met inhoud in de pospoeler. Leeg de po niet in het toilet. Dit in verband met het eventueel opspatten van ontlasting in het gezicht. Via neus, mond en ogen kunnen ziekteverwekkers het lichaam in komen.
- Belaad de pospoeler volgens de instructie van de fabrikant.
- Waarschuw bij storingen of een onvoldoende reiniging onmiddellijk de technische dienst.
- Houd schone en vuile materialen van elkaar gescheiden.
- Trek de handschoenen uit en gooi ze weg.
- Was uw handen.
Ontlastingszeef
- Zet een mondneusmasker en een spatbril op en trek een beschermend schort met lange mouwen en handschoenen aan. Zorg dat de handschoenen over de mouwen heen zitten.
- Spoel of week de ontlastingszeef bij voorkeur in een grote emmer (een zogenaamde bouwemmer), die u alleen gebruikt voor het schoonmaken van ontlastingszeven. Leeg de emmer na gebruik in het riool. Heeft u geen emmer, spoel de ontlastingszeef dan schoon boven het riool, zodat het water direct kan wegstromen.
- Gebruik bij het schoonmaken een waterslang zonder sproeikop, om te voorkomen dat ziekteverwekkers opspatten in de lucht en worden ingeademd.
- Maak na het schoonmaken van de ontlastingszeef de emmer of de hele ruimte (wanneer u geen emmer gebruikt) schoon met een dagelijkse sanitairreiniger.
- Trek de handschoenen en het beschermend schort uit en doe het mondneusmasker en de spatbril af en gooi alles weg. Wilt u de spatbril hergebruiken? Reinig en desinfecteer deze dan na gebruik.
- Was uw handen.
7.5 Reiniging medische instrumenten
Werkwijze schoonmaken, verpakken en steriliseren van medische instrumenten
Voordat u de schoongemaakte medische instrumenten kunt steriliseren, moet u ze in laminaatzakjes verpakken.
Het schoonmaken van instrumenten
- Trek handschoenen aan en let op scherpe puntjes.
- Maak de instrumenten schoon volgens de gebruiksaanwijzing van het schoonmaakmiddel, eventueel met borstels.
- Spoel de instrumenten goed af met warm water.
- Gooi de handschoenen weg en was of desinfecteer de handen.
- Droog de instrumenten goed met een schone doek, tissue of stuk keukenrol. Controleer de instrumenten op beschadigingen en roest, en verpak ze dan in laminaatzakjes.
Het verpakken van instrumenten in laminaatzakjes
- Verpak de grondig schoon- en drooggemaakte instrumenten per stuk in laminaatzakjes met een indicatorstrop die verkleurt tijdens het steriliseren.
- Doe scharen en kochers geopend in een zakje.
- Seal of plak de laminaatzakjes dicht. Houd hierbij een peel-off naad van minimaal 2 centimeter vrij. Hiermee kunt u het zakje later weer openen. Houd aan de andere zijde een sealnaad van 0,8 centimeter aan. Sluit de zakjes nooit met een nietmachine.
Het steriliseren van de instrumenten
- Belaad de sterilisator volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Voorkom dat de laminaatzakjes tegen de wanden, op hun laminaatzijde (de doorzichtige zijde) of op elkaar liggen. Leg ze bij voorkeur in een rekje.
- Stel het sterilisatieprogramma in.
- Controleer de temperatuur- en drukmeter op uw stoomsterilisator.
- Doorloop het volledige sterilisatieprogramma, inclusief droogprogramma.
- Neem de droge, gesteriliseerde verpakkingen voorzichtig uit de sterilisator. Voorkom dat de verpakking beschadigt.
- Berg de instrumenten in de laminaatzakjes op in een schone kast of la.
8 Bijlagen
8.1 Reinigingspakket
Voor elk soort vervuiling zijn er specifieke schoonmaakmiddelen. Voor justitiële inrichtingen is een pakket reinigingsmiddelen samengesteld dat schoonmakers helpt efficiënt en doelmatig schoon te maken:
Dagelijkse interieurreiniger: een neutraal schoonmaakmiddel dat geschikt is voor interieuronderhoud. Dit kan een sproeireiniger zijn.
Dagelijkse sanitairreiniger: een schoonmaakmiddel dat geschikt is voor het sanitair onderhoud; het voorkomt kalkaanslag in de douche- en badkamers.
Dagelijkse vloerreiniger: een schoonmaakmiddel dat geschikt is voor het schoonmaken van vloeren.
(Periodieke) ontkalker: een zuur schoonmaakmiddel voor het periodiek verwijderen van kalk- en roestaanslag bij en in kranen en toiletpotten.
Periodieke sanitairreiniger: een periodiek schoonmaakmiddel dat kalkaanslag en huidvetten verwijdert.
8.2 Begrippenlijst
Binnenmilieu |
Het binnenmilieu is het milieu in gebouwen. Het binnenmilieu wordt beïnvloed door een groot aantal factoren. Bijvoorbeeld de temperatuur, de luchtvochtigheid en de hoeveelheid zuurstof in de ruimte. |
Biofilm |
Een laag micro-organismen omgeven door zelfgeproduceerd slijm. Biofilm is vastgehecht aan een oppervlak of drijft op een wateroppervlak. Legionellabacteriën vermeerderen zich in bepaalde eencellige organismen, protozoa genaamd, die in de biofilm leven. |
Desinfecteren |
Desinfecteren is het doden van ziekteverwekkers met een speciaal daarvoor bestemd desinfecterend middel. |
DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen) |
Dienst Justitiële Inrichtingen |
Fefo-systeem |
First expiry, first out-systeem. Dit betekent dat materialen waarvan de houdbaarheidsdatum als eerste verloopt, ook het eerst gebruikt worden. Voor dit systeem is het handig om materialen waarvan de houdbaarheidsdatum als eerste verloopt, vooraan te plaatsen in opslag. |
HACCP |
Hazard Analysis Critical Control Points (HACCP), een systeem om de voedselveiligheid te beheersen. Hygiënecodes zijn een praktische uitwerking van HACCP. |
Handdesinfecterend middel |
Een handdesinfecterend middel is een vloeistof waarmee ziekteverwekkers op de handen kunnen worden gedood. Als handen niet zichtbaar vuil of plakkerig zijn, kan een handdesinfecterend middel worden gebruikt in plaats van water en zeep. |
IPM |
Integrated Pest Management. IPM is een methode die zich in de eerste plaats richt op het voorkómen van dierplagen door wering, en pas in de tweede plaats op bestrijding. |
Justitiabele |
Een persoon die een straf- of bestuursrechtelijke maatregel opgelegd heeft gekregen of in afwachting daarvan is en op basis daarvan ingesloten wordt in een justitiële inrichting. |
Justitiële inrichting |
Een inrichting waar een justitiabele verblijft. Er zijn vier soorten inrichtingen: penitentiaire inrichtingen (PI), justitiële jeugdinrichtingen (JJI (Justitiële jeugdinrichting)), detentietcentra en forensisch psychiatrisch centra (FPC). |
Legionellabeheersplan |
In een legionellabeheersplan staan de maatregelen en controles die nodig zijn om de groei van legionellabacteriën te beheersen. |
Legionellarisicoanalyse |
Een legionellarisicoanalyse laat zien of legionellabacteriën kunnen groeien en vernevelen in de waterinstallatie. |
Lichaamsvloeistoffen |
Lichamelijke vloeistoffen zoals bloed, speeksel, braaksel, urine en ontlasting. |
Luchten |
Luchten is het korte tijd (ongeveer tien minuten) openzetten van alle ramen en deuren. Hierbij wordt het niet veel kouder, maar is wel alle binnenlucht ververst. |
Micro-organismen |
Bacteriën, virussen, schimmels, gisten en protozoën zijn micro-organismen. Micro-organismen zijn onzichtbaar voor het blote oog en komen overal voor: op de huid, op meubels en gebruiksvoorwerpen, in de lucht, in water, op en in voedsel. De meeste zijn onschuldig of zelfs nuttig voor de mens, maar sommige micro-organismen kunnen ziekten veroorzaken. |
Microvezeldoekjes |
Microvezeldoekjes bestaan uit een weefsel van microscopisch kleine vezels. Samen vormen de vezels een veel groter oppervlak dan de vezels in bijvoorbeeld een katoenen doek. Hierdoor kunnen microvezeldoekjes meer vuil absorberen. De vezels bestaan uit materiaal dat vetten goed vasthoudt. |
Naaldcontainer |
Een naaldcontainer is een container speciaal ontworpen voor scherp afval zoals naalden en scheermesjes. Bij goed gebruik bieden naaldcontainers een goede bescherming tegen prikken en snijden aan scherp afval. |
Natte koeltoren |
Natte koeltorens zijn installaties die onderdeel zijn van de klimaatregulering van een gebouw of worden gebruikt bij het afkoelen van een productieproces. In de koeltoren wordt water verneveld. Hierbij kunnen de waterdruppeltjes verspreid worden in de omgeving van de inrichting. Natte koeltorens die gebruikt worden voor de klimaatregulering van een gebouw staan vaak boven op het dak maar ze kunnen ook in het gebouw staan. |
Persoonlijke verblijfsruimte |
Een persoonlijke verblijsruimte (PV) is een ruimte waar justitiabelen ingesloten worden en hun eigen leefruimte hebben (= o.a. cellen, kamers, meerpersoonscellen). |
Schoonmaken |
Schoonmaken is stof en vuil verwijderen, bijvoorbeeld door te stofzuigen of te dweilen. |
Steriliseren |
Steriliseren is het doden van alle (ook niet-ziekmakende) micro-organismen door stoom. Dit gebeurt in een stoomsterilisator (autoclaaf). |
Ventileren |
Bij ventileren komt voortdurend verse buitenlucht binnen, bijvoorbeeld door een rooster of een open raam. |
8.3 Toelichting wettelijke basis
De verantwoordelijkheid voor een goed hygiënebeleid in justitiële inrichtingen is vastgelegd in verschillende wet- en regelgeving. Hieronder wordt per regelgeving uitgelegd welke verantwoordelijkheden op het gebied van hygiëne hieruit voortvloeien.
Een LCHV (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid)-richtlijn wordt formeel beschouwd als een advies, waarbij de gebruikersgroep (DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen)), het LCHV en de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) over de conceptrichtlijn kunnen overleggen, over aspecten als haalbaarheid en uitvoerbaarheid. Eenmaal vastgesteld door beide partijen is de richtlijn één advies, dat alleen integraal kan worden overgenomen wil het het predicaat ‘hygiënerichtlijn’ van het LCHV en de GGD behouden. Het is staand beleid in Nederland dat de brancheorganisatie of gebruiker(-sgroep) zelf beslist om de richtlijn over te nemen en als veldnorm vast te stellen. Nadat een richtlijn is vastgesteld door de brancheorganisatie of gebruiker(-sgroep), wordt het als professionele norm gehanteerd door controlerende instanties.
Penitentiaire beginselenwet
De Penitentiaire beginselenwet stelt dat Dienst Justitiële Inrichtingen verantwoordelijk zijn voor een hygiëne- en veiligheidsbeleid.
De Minister van Justitie heeft het opperbeheer van de P.I. De directeur van een PI werkt onder mandaat, verleend door de minister. (artikel 3, lid 2 Penitentiaire Beginselenwet).
Algemeen kan op grond van het Europees Verdrag van de rechten van de mens, de Standard Minimum Rules van de VN (Verenigde Naties) en de European Prison Rules, gesteld worden dat: "de directeur van de PI de zorg heeft voor het welzijn en de gezondheid van de in de inrichting verblijvende gedetineerden en de daar werkende personeelsleden." Om uitvoering te geven aan deze verantwoordelijkheid moeten normen en richtlijnen worden gegeven. Voor hygiëne is het normkader nader geduid in het ‘Toetsingskader Doorlichtingen Penitentiaire Inrichtingen’, dat in mei 2012 is vastgesteld door de Inspectie Veiligheid en Justitie (controle-aspect nummer. 1,4. "Accommodatie en hygiëne"). Het normkader refereert hierbij aan artikelen 12- 19 van de Standard Minimum Rules van de Verenigde Naties, artikelen 18 en 19 European Prison Rules, artikel 44.4 Penitentiaire Beginselenwet en het model huisregels voor penitentiaire inrichtingen.
De Wet publieke gezondheid
De Wet publieke gezondheid stelt de gemeente verantwoordelijk voor technische hygiënezorg op plaatsen die bedoeld worden onder artikel 2 lid f. In het Besluit publieke gezondheid artikel 2 lid 4 wordt toegelicht dat dit geldt voor instellingen waar, gezien de aard van de doelgroep en de omstandigheden waaronder de activiteiten worden verricht, een verhoogd risico bestaat op de verspreiding van pathogene micro-organismen. Penitentiaire inrichtingen (P.I.) vallen onder deze categorie instellingen. De memorie van toelichting bij het Besluit geeft hierbij aan dat de gemeente de taak heeft de bedoelde instellingen te adviseren over de mogelijkheden op het gebied van bouw, inrichting en organisatie van de activiteiten om de risico’s op het gebied van veiligheid in dit kader te verkleinen. Het LCHV heeft namens GGD en gemeente het mandaat om, ter ondersteuning van de taak van de gemeente, landelijke richtlijnen op te stellen om aan de genoemde taken en de adviesbevoegdheid te voldoen. Het LCHV genereert vanuit professioneel oogpunt bruikbare, uitvoerbare hygiënerichtlijnen die moeten worden vastgesteld door de instelling voor wie de richtlijn geldt. Nadat een richtlijn is vastgesteld door de instelling, wordt het als professionele norm gehanteerd door controlerende instanties zoals de Inspectie voor de Gezondheidszorg, Inspectie Veiligheid en Justitie, Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit en Inspectie Leefomgeving en Transport.
Kwaliteitswet zorginstellingen
De Kwaliteitswet zorginstellingen geldt wanneer zorg wordt verleend als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en/of hulp wordt verleend waarbij handelingen worden verricht als bedoeld in artikel 36 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg. Hoofdstuk III artikel 2 stelt de zorgaanbieder verplicht om verantwoorde zorg te verlenen. In penitentiaire instellingen wordt deze zorg door de medische dienst verleend, gedeeltelijk in daarvoor bestemde ruimten. Normen voor hygiëne en veiligheid zoals specifiek van toepassing in penitentiaire inrichtingen moeten daarom nader worden uitgewerkt in een kwaliteitsinstrument en onder verantwoordelijkheid van DJI gehanteerd worden.
Warenwet
Het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen en het Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen stellen normen aan voedselbereiding. In het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen staat aan welke voorwaarden levensmiddelen moeten voldoen qua hygiënische en veilige productie, behandeling, bewaring, verpakking en vervoer. Zo moet worden voorkomen dat levensmiddelen verontreinigd worden. Bereiding in penitentiaire Inrichtingen moet aan deze besluiten voldoen.
Wetgeving op het gebied van legionellapreventie
In de drinkwaterwetgeving (Hoofdstuk 4 van het Drinkwaterbesluit en de bijbehorende ‘Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater’) worden penitentiaire inrichtingen als prioritaire locatie gesteld. Dat betekent onder meer dat ze verplicht zijn legionellapreventie uit te voeren. Wanneer in de drinkwaterinstallatie beveiligingen ontbreken of niet functioneren of wanneer er tekortkomingen zijn in aanleg, beheer of onderhoud kan de kwaliteit van het water in de installatie achteruit gaan. Hierdoor kan het distributienet verontreinigd raken en kan de gezondheid van de gebruikers van de installatie in gevaar komen. Om deze risico’s zoveel mogelijk te voorkomen moet een drinkwaterinstallatie aan bepaalde technische eisen voldoen en moet DJI beheersmaatregelen uitvoeren of specifiek onderhoud doen. Daarnaast kan, afhankelijk van de situatie in een justitiële inrichtingen legionellapreventie verplicht zijn op basis van:
- Het Besluit Hygiëne en Veiligheid van Badinrichtingen en Zwemgelegenheden (Bhvbz (Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden)), art. 2a-2d. Dit besluit is van toepassing als een locatie is ingericht als badinrichting waarin minimaal één bad is met een wateroppervlak van minimaal 2 m2 en dieper dan 50 cm én er verneveling optreedt in één of meerdere baden.
- Het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim, ook wel ‘Activiteitenbesluit’ genoemd), art. 3.16a en 3.16b, en de Activiteitenregeling, art. 3.16a. Deze artikelen zijn van toepassing op inrichtingen met natte koeltorens die onderdeel kunnen zijn van een justitiële inrichting.
- De Arbowet, art. 5, en het Arbobesluit, art. 4.85, 4.87a en 4.87b. Deze regelgeving stelt dat werknemers zo min mogelijk moeten worden blootgesteld aan waterinstallaties waarmee legionellabacteriën kunnen worden verspreid.
In de richtlijn zijn de eisen die uit deze wetgeving voortvloeien nader uitgewerkt.
8.4 Taken en verantwoordelijkheden
In deze paragraaf worden taken en verantwoordelijkheden binnen een justitiële inrichting weergegeven. Ga voor de eigen inrichting na welke functionaris er verantwoordelijk voor is dat de taken worden uitgevoerd.
In onderstaande tabel wordt met ‘*’ en ‘**’ het volgende aangegeven:
* Gemandateerd hoofd = afdelingshoofd, hoofd arbeid, hoofd beveiliging, en dergelijke.
** In een PPS (Publiek Private Samenwerking) constructie is het consortium verantwoordelijk.
Hoofdstuk/paragraaf | Verantwoordelijke | Taak | |
---|---|---|---|
2. Algemene hygiëne | |||
2.1 Persoonlijke hygiëne van medewerkers | Gemandateerd hoofd* | Preventiemedewerker opdracht geven medewerkers te instrueren en voorlichten over schone handen en gebruik van beschermende hygiënemiddelen en -maatregelen. |
|
Preventiemedewerker | Controle op naleving gebruik van beschermende middelen. | ||
2.2 Bijt-, krab- en prikaccidenten | Gemandateerd hoofd* |
|
|
Preventiemedewerker | Verslaglegging en registratie van de bijt-, krab- en prikaccidenten. | ||
Bedrijfsarts | Medewerker op spreekuur laten komen. | ||
2.3 Visitatie | Gemandateerd hoofd* | Algemene verantwoordelijkheid voor een veilige visitatie, waaronder gebruik van beschermende middelen. | |
2.4 Omgang met ontlasting | Gemandateerd hoofd* |
|
|
2.5 Vuile was | Gemandateerd hoofd* |
|
|
2.6 Huishoudelijk afval | Gemandateerd hoofd*/ ** |
|
|
Hoofd facilitaire zaken** | Hygiënisch opslaan en vervoeren van het afval. | ||
2.7 Voedselveiligheid | Gemandateerd hoofd en Hoofd facilitaire zaken* | Hygiënisch omgaan met drink- en etenswaren binnen de inrichting en bij vervoer. | |
2.8 (Huis)dieren | Gemandateerd hoofd | Algemene verantwoordelijkheid over de controle van (huis)dieren door een dierenarts en de persoonlijke hygiënemaatregelen en beschermende middelen van medewerkers en justitiabelen bij/na contact met dieren. | |
2.9 Dierplaagbeheersing | Hoofd facilitaire zaken ** |
|
|
Gemandateerd hoofd* | Na signalering van plaagdieren direct contact opnemen met het hoofd facilitaire zaken. | ||
3. Schoonmaken en desinfecteren | |||
3.1 Schoonmaakregels en -technieken | Gemandateerd hoofd* | Medewerkers instrueren over schoonmaak regels- en technieken. | |
Hoofd facilitaire zaken** | Gemandateerde hoofden instrueren over schoonmaak regels- en technieken. | ||
3.2 Omgaan met schoonmaakmaterialen | Gemandateerd hoofd | Medewerkers instrueren over schoonmaakmaterialen. | |
Hoofd facilitaire zaken** | Gemandateerde hoofden instrueren over schoonmaakmaterialen. | ||
3.3 Schoonmaakschema’s gebruiken | Gemandateerde hoofd |
|
|
Hoofd facilitaire zaken | De algemene schoonmaakwerkzaamheden van de gehele inrichting controleren. | ||
3.4 Desinfecteren | Gemandateerde hoofd | Medewerkers instrueren over wanneer desinfecteren en met welke materialen. | |
Hoofd facilitaire zaken** |
Beschikbaarheid desinfectiematerialen waarborgen. | ||
4. Medische zorg | |||
4.1 Persoonlijke hygiëne van medisch personeel | Hoofd Zorg | Medewerkers instrueren en toezien op naleving en controle van hygiëne-eisen tijdens (medisch) zorgcontact en over gebruik beschermende middelen. | |
4.2 Opslag en gebruik van medicijnen en steriele materialen en instrumenten | Hoofd Zorg | Algemene verantwoordelijkheid voor opslag en gebruik van medicijnen en steriele materialen en instrumenten en controle daarop. | |
4.3 Scherp afval | Hoofd Zorg | Algemene verantwoordelijkheid voor juiste omgang met scherp afval. | |
4.4 Maatregelen bij een (mogelijke) infectieziekte | Vestigingsdirecteur | Verantwoordelijk voor de uitvoering van het protocol dat geldend is. | |
Gemandateerd hoofd* | Medewerkers en justitiabelen instrueren over de maatregelen bij een (mogelijke) infectieziekte. | ||
Bedrijfsarts | Algemene verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het arbo-beleid en de ARAR. | ||
Preventiemedewerker | Voorlichting geven over vaccinatiebeleid infectieziekten DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen) en over overdracht van infectieziekten van mens op mens en dier op mens. | ||
5. Bouw en inrichting | |||
5.1 Algemene eisen aan alle ruimtes | (Vestigings)directeur | Hoofd Facilitaire zaken* opdracht geven de inrichting te verzorgen en onderhouden volgens de minimale bouw en hygiëne-eisen en de ruimten te checken of deze aan de algemene eisen voldoet. | |
5.2 Persoonlijke verblijfruimte | (Vestigings)directeur | Hoofd Facilitaire zaken* opdracht geven de ruimte te checken of het voldoet aan de algemene eisen. | |
5.3 Ruimte voor bezoek zonder toezicht | (Vestigings)directeur | Hoofd Facilitaire zaken* opdracht geven de ruimte te checken of het voldoet aan alle hygiëne- eisen. | |
5.4 Sanitair | (Vestigings)directeur | Hoofd Facilitaire zaken* opdracht geven de ruimte te checken of het voldoet aan alle hygiëne- eisen. | |
5.5 Gemeenschappelijke keuken | (Vestigings)directeur | Hoofd Facilitaire zaken* opdracht geven de ruimte te checken of het voldoet aan alle hygiëne- eisen. | |
5.6 Opslagruimte | (Vestigings)directeur | Hoofd Facilitaire zaken* opdracht geven de ruimte te checken of het voldoet aan alle hygiëne- eisen. | |
5.7 Medische behandel- en onderzoeksruimte | (Vestigings)directeur | Hoofd Facilitaire zaken* opdracht geven de ruimte te checken of het voldoet aan alle hygiëne- eisen. | |
5.8 Isoleer- of afzonderingsruimte | (Vestigings)directeur | Hoofd Facilitaire zaken* opdracht geven de ruimte te checken of het voldoet aan alle hygiëne- eisen. | |
5.9 Binnenmilieu | (Vestigings)directeur | Hoofd facilitaire zaken* opdracht geven de (mechanische) ventilatie en de temperatuur- en vochtbalans te controleren. | |
5.10 Legionellapreventie | Rijksgebouwendienst / eigenaar* | Een risicoanalyse met bijbehorende technische maatregelen uitvoeren en een beheersplan opstellen. | |
(Vestigings)directeur | Hoofd facilitaire zaken* opdracht geven om uitvoering te geven aan het beheersplan. De verantwoordelijkheden staan per procedure vermeld in het beheersplan. | ||
6. Hygiëne van justitiabelen | |||
6.1 Hygiëneproducten voor justitiabelen | Hoofd facilitaire zaken |
|
|
Gemandateerd hoofd |
|
||
Hoofd Zorg | Condooms op een centrale plek beschikbaar stellen. | ||
6.2 Hygiënevoorlichting aan justitiabelen | Hoofd Zorg | Voorlichtingsmateriaal verstrekken en advies geven over hygiëne, infectieziekten, veilige seks en het eigenhandig zetten van tatoeages en piercings. | |
6.3 Voedselveiligheid in persoonlijke verblijfruimtes | Gemandateerd hoofd* | Medewerkers instrueren over en controleren op het belang van voedselveiligheid in PV (poliovirus)’s. | |
6.4 Schoonmaken met justitiabelen | Gemandateerd hoofd* | Medewerkers instrueren over hoe justitiabelen schoon dienen te maken. |
8.5 Bronnenlijst
- Brochure ‘Legionellapreventie in waterinstallaties – regels en toezicht’ van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, d.d. 01-11-2012
- Handleiding legionellapreventie in leidingwater: richtlijnen voor prioritaire installaties, ISSO, herziene versie 2012.
- Hygiënecode voor de voedselverzorging in zorginstellingen en Defensie, Voedingscentrum, 2008.
- Kenniscentrum Dierplagen (KAD). www.kad.nl.
- Risicoprofiel voor de Justitiële inrichtingen, Amsterdam: Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid, 2006.
- Richtlijn prikaccidenten, Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
- Richtlijnen WIP (Werkgroep Infectiepreventie), Stichting Werkgroep Infectie Preventie, Leiden.
- Tekst van het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling: wetten.overheid.nl.
- Tekst van de Arbowet en het Arbobesluit: wetten.overheid.nl.
- Tekst van het Besluit Hygiëne en Veiligheid van Badinrichtingen en Zwemgelegenheden: wetten.overheid.nl.
- Tekst van het Bouwbesluit: wetten.overheid.nl.
- Tekst van het Drinkwaterbesluit en de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater: wetten.overheid.nl.
- Waterwerkbladen: www.infodwi.nl.
Verantwoording
De hygiënerichtlijn voor justitiële inrichtingen en landelijke diensten is voor het laatst volledig herzien in 2014. Aan de laatste herziening hebben de volgende GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en en organisaties bijgedragen:
- Dienst Justitiële Inrichtingen
- GGD Groningen
- GGD Hart voor Brabant
- GGD Rotterdam-Rijnmond
Wijzigingen sinds laatste herziening:
- Juli 2019: de richtlijn is omgezet naar webbased tekst; hierbij zijn enkele niet-inhoudelijke aanpassingen gedaan en zijn diverse hyperlinks geüpdatet.
De hygiënerichtlijn is een uitgave van:
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid
Postbus 1 | 7200 BA Bilthoven
E-mail: lchv@rivm.nl
Web: www.lchv.nl
Downloads
-
Normenlijst hygiënerichtlijn voor justitiële inrichtingen en landelijke diensten 14-03-2019 Normenlijst hygiënerichtlijn voor justitiële inrichtingen en landelijke diensten DOCX | 86.23 kB
-
-
Schoonmaakschema's voor justitiële inrichtingen en landelijke diensten 14-03-2019 Schoonmaakschema's voor justitiële inrichtingen en landelijke diensten DOCX | 54.55 kB
-
Schoonmaak sanitaire voorzieningen in justitiële inrichtingen en landelijke diensten 13-03-2019 Schoonmaak sanitaire voorzieningen in justitiële inrichtingen en landelijke diensten DOCX | 24.49 kB