Het meten van licht in de nacht kan op verschillende manieren, vanaf de grond omhoogkijkend en vanuit de ruimte naar de aarde kijkend. Metingen vanaf de grond en waarnemingen vanuit de ruimte geven samen een duidelijk beeld van lichtemissie van Nederland in de nacht.
De uitstoot van licht door lichtbronnen op de aarde, de zogenoemde lichtemissie, wordt verstrooid door de atmosfeer en daardoor licht de hemel op. Een lichtbron kan op deze manier de hemel tot op grote afstand verlichten. De lichtsterkte van een punt aan de hemel als u recht omhoog kijkt (het zenit) noemen we hemelhelderheid.
Meten vanaf de grond
De hemelhelderheid meet u vanaf de grond en geldt altijd voor één locatie. De luminantie, ofwel de lichtsterkte per oppervlakte-eenheid, is een maat voor de helderheid van de hemel. De luminantie wordt uitgedrukt in mcd/m2 (milicandela per vierkante meter). Als het heel donker is en de kunstmatige verlichting en zon- en maanlicht zijn afwezig. Dan kan de hemelhelderheid kleiner zijn dan 0,25 mcd/m2. In een stad als Amsterdam kan de hemelhelderheid tijdens heldere nachten een waarde bereiken van 8 mcd/m2. Wolken en veel stofdeeltjes zijn dan afwezig.
Meetnet Hemelhelderheid
Voor het meten van de hemelhelderheid heeft het RIVM in 2011 het Meetnet Hemelhelderheid Nederland opgezet. Het RIVM heeft hiermee gemeten van 2011 tot 2014. De meetlocaties variëren van natuurgebied tot stedelijke gebied en industrieel kassengebied.
Op basis van ongeveer één jaar metingen zijn kentallen van alle 9 meetlocaties bepaald. Deze kentallen geven aan hoe donker of hoe licht het op die locatie is. En hoe die locatie zich verhoudt tot de andere meetlocaties. Ook geeft het aan hoe vaak het heel donker, donker of licht is op de meetlocatie. Per meetlocatie is een document beschikbaar met de kentallen. Door afnemende belangstelling vanuit het toenmalige ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn de metingen beëindigd.
Meten vanuit de ruimte
De hoeveelheid licht op aarde in de nachtperiode is vanuit de ruimte goed te zien. Satellieten en astronauten in het Internationaal Ruimte Station ISS maken hier opnamen van. Het RIVM heeft de beelden verzameld. U kunt die zien op Atlas Leefomgeving. De satellietbeelden worden jaarlijks geactualiseerd.