Zijn er mensen met mazelen in uw woonplaats of omgeving? Dan heeft u daar misschien vragen over. Op deze pagina leest u meer over de maatregelen die gelden als er iemand met mazelen op school of kinderopvang is geweest. En wat u moet doen als uw kind heeft gespeeld met een kind dat mazelen heeft.
Mazelen op school of kinderopvang
De besmettelijke periode van mazelen duurt van vier dagen vóór het ontstaan van de vlekjes tot en met vier dagen ná het ontstaan van de vlekjes. Mensen kunnen het daardoor ongemerkt verspreiden, omdat ze nog niet weten dat ze mazelen hebben.
Is er iemand met mazelen op school of kinderopvang geweest in de besmettelijke periode? Dan neemt de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) contact op met de school of kinderopvang.
Meestal doet de GGD dan contactonderzoek en informeert betrokken mensen, zoals de medewerkers en ouders van kinderen. Ook bespreekt de GGD met de school, kinderopvang en ouders wat verder nodig is. Als een medewerker van een school of kinderdagverblijf mazelen heeft, kan de GGD ook met de bedrijfsarts overleggen.
Thuisblijven bij mazelen
Iemand met mazelen mag niet naar school, kinderopvang of werk. Als u denkt dat uw kind mazelen heeft, houd het dan thuis en bel de huisarts.
Zegt de huisarts dat uw kind mazelen heeft? Vertel het dan aan de pedagogisch medewerker of leerkracht. Zij kunnen samen met de GGD andere ouders informeren.
Na de besmettelijke periode mag uw kind weer naar school of de kinderopvang.
Denkt u dat u zelf mazelen heeft? Blijf dan thuis en bel uw huisarts. Zegt de huisarts dat u mazelen heeft? Overleg dan met de GGD, bedrijfsarts of uw werkgever voor u weer gaat werken.
Advies van de GGD
Is er mazelen op de school of kinderopvang van uw kind? Dan kijkt de GGD hoe groot de kans is dat anderen besmet zijn.
Is er een kans dat uw kind mazelen heeft gekregen? Dan neemt de GGD contact met u op. De GGD kijkt dan of het mogelijk is uw kind tegen mazelen te beschermen als het (nog) niet beschermd is. De GGD vertelt ook wat u moet doen als uw kind klachten krijgt die bij mazelen passen.
Heeft u geen informatie van de GGD gekregen? Dan is de kans klein dat uw kind mazelen heeft. U hoeft uw kind niet thuis te houden als het (alleen) snotterig is. Het snotteren is waarschijnlijk een gewone verkoudheid.
Maakt u zich zorgen over de gezondheid van uw kind? Bel dan de huisarts.
Contact met iemand met mazelen
Heeft uw kind gespeeld met een kind dat mazelen heeft? En is uw kind ouder dan 14 maanden en gevaccineerd volgens het Rijksvaccinatieprogramma? Dan hoeft u niets te doen. De BMR-prik beschermt tegen mazelen.
Heeft uw kind de BMR-prik niet gehad? Dan kan uw kind tot de leeftijd van 18 jaar alsnog de BMR-prik krijgen. Dit is gratis. U kunt hiervoor contact opnemen met de organisatie voor jeugdgezondheidszorg in uw buurt. Als uw kind de BMR-prik binnen drie dagen na de blootstelling krijgt, kan de prik nog bescherming bieden.
Niet met mazelen naar het consultatiebureau
Een kind met mazelen mag niet naar het consultatiebureau. Op consultatiebureaus komen veel baby’s die nog geen prik tegen mazelen hebben gehad. Daarom mogen kinderen die mazelen hebben, niet op het consultatiebureau komen. Mazelen is al besmettelijk voordat de eerste vlekjes op het lichaam komen. Het virus kan zich binnen een gezin snel verspreiden, zonder dat iemand het meteen merkt. Daarom mogen ook broertjes en zusjes van kinderen met mazelen niet op het consultatiebureau komen.
Twijfelt u of uw kind mazelen heeft en heeft u een afspraak op het consultatiebureau? Bel dan met het consultatiebureau. Zij kunnen dan met u afspreken wat u het beste kunt doen.
Weigeren niet-gevaccineerde kinderen
Voor kinderen vanaf 5 jaar geldt leerplicht. Daarom mogen scholen niet-gevaccineerde kinderen niet weigeren. Voor de kinderopvang is er een juridisch afwegingskader voor het wel of niet weigeren van niet-gevaccineerde kinderen en medewerkers. Informatie hierover staat op de website van de rijksoverheid.
Tijdens een mazelenuitbraak in Nederland is het niet zinvol om alle niet-gevaccineerde kinderen te weigeren van school of kinderopvang. Kinderen die (nog) niet beschermd zijn tegen mazelen kunnen namelijk ook mazelen krijgen buiten school of de kinderopvang.
Wel is het belangrijk dat broertjes en zusjes van iemand met mazelen niet naar het kinderdagverblijf gaan. Dit is om te voorkomen dat jonge baby’s die nog niet gevaccineerd zijn, mazelen krijgen. De GGD bespreekt dit met de ouders van kinderen met mazelen.