In ons milieu zitten hele kleine stukjes plastics, nanoplastics. Deze komen bijvoorbeeld vrij uit afval of door slijtage van autobanden. De Europese Commissie heeft gekeken naar wat we weten over deze nanoplastics. Zijn ze schadelijk voor het milieu of de mens? Er zijn aanwijzingen, maar veel is nog onbekend. Er wordt steeds meer onderzoek gedaan. Maar de Europese Commissie vindt dat ook de industrie meer moet doen om duurzame keuzes te maken.
Europese Commissie maakt overzicht van kennis
Plastics komen steeds meer in de belangstelling te staan. Aan de ene kant maken bedrijven steeds grotere hoeveelheden. Aan de andere kant ontstaan er steeds meer zorgen over de schadelijke gevolgen voor mens en milieu. Daarom heeft de Europese Commissie een overzicht gemaakt van de kennis over de gevolgen van nanoplastics op mens en milieu.
In een zogeheten Future Brief is samengevat wat we weten over nanoplastics. Hoe goed kunnen we ze meten in onze leefomgeving? Wat is het gedrag van deze kleine stukjes plastic in het milieu? Wat weten we over de gevolgen ervan in ecosystemen? En wat zijn de mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid? Daarnaast bespreekt het document de gevolgen voor het beleid.
Wetenschappelijke kennis over effecten op mens en milieu
Het onderzoek naar nanoplastics zit in een stroomversnelling. We weten dat (nano)plastics overal in het milieu voorkomen. Maar volgens de Europese Commissie is er nog weinig bekend over de mogelijke risico’s voor het milieu. Ook de blootstelling van mensen aan nanoplastics neemt toe. Dat kan via voeding en drinkwater en via het inademen van lucht.
Onbekend is hoeveel nanoplastics we precies binnenkrijgen en hoe erg dat is voor de volksgezondheid. De Europese Commissie heeft een groot onderzoek gestart om meer inzicht te krijgen in deze risico’s. De resultaten van dit onderzoek worden over enkele jaren verwacht.
Leidse onderzoekers wakkerden kort geleden ook de aandacht voor nanoplastics weer aan. Ze keken naar het effect van nano-piepschuim op de ontwikkeling van kippenembryo’s. De onderzoekers vonden afwijkingen in de blootgestelde embryo’s die veel ernstiger zijn dan eerder gemeld, zoals ernstige aangeboren hartafwijkingen. De onderzoekers denken dat dit komt door het binden van polystyreen nanodeeltjes aan hartcellen.
De meeste nanoplastics komen in het milieu door de afbraak van grotere plastics. Dit noemen we secundaire nanoplastics.
Regelgeving over nanoplastics
De kennis over nanoplastics is nog niet voldoende. Dit maakt het lastig voor de overheid om goed maatregelen te nemen. Zo is er nog steeds discussie over de definitie.
Er is nog veel onduidelijk over de relatie tussen de grootte van de plastic deeltjes en het gedrag van de deeltjes in mens en milieu. Hierdoor is het bijvoorbeeld lastig om de grootte van de plastics in de definitie mee te nemen. En hoe kleiner de deeltjes, hoe moeilijker ze te meten zijn in het milieu en in de mens. Dus wat hebben we aan een definitie, als we nanoplastics niet kunnen meten?
In Europa zijn de fabrikanten van de nanoplastics verantwoordelijk voor het veilig gebruik van hun producten. De cosmetica-industrie heeft vrijwillig actie ondernomen om het bewust toevoegen van micro- en nanoplastics in cosmeticaproducten uit te faseren. Ook namen verschillende landen op nationaal niveau maatregelen om het gebruik van micro- en nanoplastics te verminderen. Dit waren bijvoorbeeld Frankrijk, Ierland, Italië en Zweden.
In september 2023 maakte de Commissie een bredere restrictie voor microplastics bekend om verschillende bronnen van microplastics in heel Europa aan banden te leggen. Hierin staat dat het bewust toevoegen van microkorrels in cosmetica per direct verboden is. Ook voor andere microplastics in cosmetica geldt dit verbod, maar is een overgangstermijn afgesproken van 4 tot 12 jaar. Deze restrictie geeft precieze afmetingen van de microplastics waar het om gaat.
Rol van de industrie
De plasticsindustrie is van groot economisch belang voor Europa. Er werken 1,5 miljoen mensen en de omzet was in 2015 €340 miljard. Tegelijk is het noodzakelijk dat de samenleving meer circulair en meer duurzaam wordt. De EU (Europese Unie) vindt dat producenten en bedrijven die plastics gebruiken hiervoor meer moeten doen.
Om dit doel te halen moeten bedrijven het onderdeel maken van hun bedrijfsmodel. Ook zegt de Commissie dat de complete levenscyclus van plastics – van productie tot afval – (beter) gecontroleerd moet worden. Daarnaast zegt de Europese Commissie dat er geen tijd is om te wachten op maatregelen. Anders kunnen we de risico’s mogelijk niet meer controleren.
Wat vindt het RIVM?
Er komt steeds meer plastic in het milieu. En er zijn aanwijzingen dat plastics negatieve effecten kunnen hebben op mens en milieu. Plastic is al gevonden in ons voedsel, en in organen van mens en dier zoals nier en lever, bloedbaan, hersenen en placenta’s. Deze waarnemingen laten de noodzaak zien om onderzoek aan te moedigen. Ook laten ze zien dat maatregelen nodig zijn om de kans op blootstelling aan micro- en nanoplastics te voorkomen.
Het is belangrijk dat de overheid tijdig in actie komt en duurzame keuzes van bedrijven aanmoedigt. Bedrijven kunnen er voor kiezen om minder plastic vrij te laten komen. Of ze kunnen materiaal gebruiken dat beter recyclebaar is. Zo kunnen we de unieke toepassingen van plastics gebruiken en de mogelijk schadelijke gevolgen voor mens en milieu minimaliseren. Maar deze positieve toepassingen moeten we wel wegen tegenover de mogelijke negatieve gevolgen.