In de periode 1984-2006 zijn medewerkers van Defensie tijdens onderhoudswerkzaamheden blootgesteld aan chroom-6. Dit gebeurde op vijf zogenoemde POMS Prepositioned Organizational Materiel Storage (Prepositioned Organizational Materiel Storage)-locaties (POMS: Prepositioned Organizational Materiel Storage), waar Amerikaans-materieel stond opgeslagen en door Defensiepersoneel werd onderhouden. Het chroom-6 bevond zich vooral in de grondverf van het materieel, dat vrij kon komen bij onderhoudswerkzaamheden. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat het arbobeleid van Defensie op de POMS-locaties ontoereikend was, zeker in de eerste jaren. Defensie had de verantwoordelijkheid om zowel medewerkers als bedrijfsartsen in te lichten over de risico’s van blootstelling aan chroom-6-houdende verf en te zorgen voor het gebruik van de juiste beschermingsmiddelen. Dit is onvoldoende gebeurd.

Blootstelling

De mate waarin Defensiepersoneel op de vijf POMS Prepositioned Organizational Materiel Storage (Prepositioned Organizational Materiel Storage)-locaties in contact kwam met chroom-6 verschilde per functie. Medewerkers in de technische onderhoudsfuncties werden het meest blootgesteld aan chroom-6. Het chroom-6 waaraan Defensiepersoneel in de periode 1984-2006 heeft blootgestaan, kan nu niet meer worden aangetoond in het lichaam. Chroom-6 wordt namelijk in het lichaam omgezet in chroom-3 en vervolgens uitgescheiden.

Gezondheidseffecten chroom-6

Bij het Defensiepersoneel dat werkzaam was in technische onderhoudsfuncties was er sprake van blootstelling aan chroom-6 die de volgende ziekten kan hebben veroorzaakt: longkanker, neus- en neusbijholtekanker, maagkanker, chroom-6-gerelateerde allergisch contacteczeem, allergische astma en allergische rhinitis, chronische longziekten en perforatie van het neustussenschot door chroomzweren. Doordat de meeste van deze ziekten ook andere oorzaken kunnen hebben, kan in veel gevallen niet met zekerheid worden vastgesteld dat deze ziekten het gevolg zijn van blootstelling aan chroom-6 op de POMS-locaties. Voor andere gezondheidsklachten, zoals gebitsproblemen, is geen of onvoldoende wetenschappelijk bewijs gevonden voor een mogelijk verband met blootstelling aan chroom-6.

Verantwoordelijkheden, arbeidsomstandigheden en zorgplicht

Defensie had in zijn rol van werkgever de verantwoordelijkheid om zowel medewerkers als bedrijfsartsen in te lichten over de risico’s van blootstelling aan chroom-6-houdende verf. De meeste POMS-medewerkers hebben aangegeven niet op de hoogte te zijn geweest van de gezondheidsrisico’s van chroom-6. Ook nagenoeg geen van de bedrijfsartsen bij Defensie met wie in dit onderzoek is gesproken, wist in de periode dat de POMS-locaties operationeel waren dat de werknemers mogelijk blootgesteld werden aan chroom-6. Het preventie- en zorgbeleid van Defensie voldeed niet aan de daarvoor geldende regels.

Meer gedetailleerde informatie over het onderzoek is te vinden in een samenvattend rapport en de tien uitgebreide deelrapporten. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de minister van Defensie.