Inwoners van Nederland krijgen gemiddeld minder suiker en zout binnen en meer vezels. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van de Voedselconsumptiepeiling (VCP). Hoewel dit een aantal gunstige ontwikkelingen zijn, blijkt ook dat mensen van sommige andere voedingsstoffen nog te veel of te weinig binnenkrijgen.
De VCP (Voedselconsumptiepeiling) geeft inzicht in wat, waar en wanneer Nederlanders eten en drinken en vergelijkt dit met de voedingsnormen van de Gezondheidsraad. Het RIVM bracht dit in kaart op basis van het voedingspatroon van ongeveer 3.500 kinderen en volwassenen in de periode 2019-2021. De resultaten zijn vergeleken met de eerdere peilingen in 2007-2010 en 2012-2016. Deze peiling is voor een deel uitgevoerd tijdens de COVID-19-pandemie. Maatregelen tijdens deze periode kunnen invloed hebben gehad op het voedingspatroon en leefstijl.
Cijfers sluiten aan bij eerdere uitkomsten
De nieuwe cijfers sluiten aan bij de resultaten van de peiling van 2019-2021 over voedingsmiddelen die begin 2023 gepubliceerd zijn. Toen bleek onder meer dat de Nederlandse bevolking meer plantaardige producten is gaan eten, zoals groente en fruit, ongezouten noten en peulvruchten en minder suikerhoudende dranken is gaan drinken. Naast een ander eet – en drinkgedrag, kunnen uitkomsten ook samenhangen met veranderingen in de samenstelling van producten. Bijvoorbeeld omdat door de Nationale Aanpak Productverbetering (NAPV) minder zout wordt toegevoegd. De peiling laat ook een daling van de alcoholconsumptie van vooral mannen zien. De Gezondheidsenquête laat ook een daling zien.
Gevolgen voor de gezondheid
Inname van meer vezels en minder suiker kan bijdragen aan het voorkomen van overgewicht en chronische ziekten. Minder zout is belangrijk voor een goede bloeddruk. De gevonden ontwikkelingen zijn dan ook belangrijk voor de gezondheid.
Vitamine D bij ouderen
Mensen in alle leeftijdsgroepen krijgen meer vitamine D binnen dan in de vorige peiling (2012-2016). Voor ouderen in de leeftijd van 70-79 jaar is de hoeveelheid vitamine D die ze binnenkrijgen nog laag. Voor hen geldt dat het belangrijk is om het supplementadvies voor vitamine D beter op te volgen. Als zij voldoende vitamine D in combinatie met voldoende calcium binnenkrijgen, vermindert dit de kans op botbreuken.
Vitamines en mineralen
Voor een aantal vitamines en mineralen worden bij sommige delen van de bevolking lage innames gezien. Dit is bijvoorbeeld het geval voor vitamine A, B2, B6, C en folaat. Bij mineralen geldt dit voor calcium, ijzer en kalium. Dit hoeft echter niet te betekenen dat dit direct zorgelijk is. Vervolgonderzoek, zoals voedingsstatusonderzoek, is wenselijk om hier meer over te weten te komen. Dat geldt ook voor enkele hoge innames van vitamines en/of mineralen.
Het RIVM voert de Voedselconsumptiepeiling uit in opdracht van het ministerie van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport). De nieuwste cijfers zijn te vinden op de website wateetnederland.nl.