Het RIVM voert, naast voedselconsumptieonderzoek, ook voedingsstatusonderzoek uit. Met voedingsstatusonderzoek kunnen we beoordelen wat de hoeveelheid vitamines en mineralen is (microvoedingsstoffen) die mensen in hun lichaam hebben. Daaruit blijkt of mensen te veel of te weinig voedingsstoffen in hun lichaam hebben. Op deze pagina vertellen we meer over deze onderzoeken en hoe het RIVM te werk gaat.
Doel voedingsstatusonderzoek
Onderzoekers analyseren meestal bloed en urine voor voedingsstatusonderzoek. Dat is voor de meeste voedingsstoffen de beste methode. Deze informatie wordt gebruikt om in kaart te brengen hoeveel voedingsstoffen inwoners van Nederland binnenkrijgen. Ook kan dit bijdragen als onderbouwing van het advies van de Gezondheidsraad over voedingssupplementen en het voedingsbeleid van de overheid.
Aanleiding voor voedingsstatusonderzoek
Er zijn verschillende aanleidingen om voedingsstatusonderzoek uit te voeren. Zo kan het zijn dat de resultaten van de Voedselconsumptiepeiling (VCP) wijzen op een mogelijk tekort aan een of meer bepaalde voedingsstof(fen). Voedingsstatusonderzoek helpt dan om deze bevindingen te bevestigen of juist te ontkrachten. Een andere reden is dat het voor sommige voedingsstoffen lastig is om de totale inname nauwkeurig te meten via de VCP (Voedselconsumptiepeiling). Hier kun je bijvoorbeeld denken aan vitamine D, dat vooral via zonlicht in de huid wordt aangemaakt en slechts voor een klein deel uit de inname van voeding en supplementen. De blootstelling aan zonlicht meten we niet met de VCP.
De VCP richt zich vooral op de algemene bevolking en niet op specifieke groepen. Voor bepaalde groepen in de bevolking geldt echter dat zij een grotere kans hebben op een tekort aan een bepaalde voedingsstof. En sommige groepen lopen een groter gezondheidsrisico bij een tekort. Voor hen is het dus extra belangrijk om te weten of ze voldoende voedingsstoffen binnenkrijgen en een voldoende voedingsstatus hebben. Het voedingsstatusonderzoek kan zich op zo’n specifieke groep richten. Een voorbeeld van een specifieke groep die niet wordt meegenomen in de VCP zijn zwangeren. Zij hebben tijdens de zwangerschap meer behoefte aan een aantal voedingsstoffen en een tekort van sommige voedingsstoffen kan risico's met zich meebrengen voor het ongeboren kind.
Op dit moment voert het RIVM onderzoek uit naar:
- Voedingsstatus van verschillende vitaminen en mineralen bij zwangere vrouwen.
- Vitamine D-status bij volwassenen.
Nieuwe opzet voedingsstatusonderzoek
In dit rapport uit 2023 geeft het RIVM een overzicht van de resultaten van het voedingsstatusonderzoek dat tussen 2005 en 2019 uitgevoerd is. Daarnaast doet het RIVM aanbevelingen voor (de uitvoering van) voedingsstatusonderzoek in de toekomst. Op dit moment meten we bijvoorbeeld meestal één voedingsstof tegelijk, maar in de toekomst wil het RIVM waar mogelijk metingen van meerdere voedingsstoffen combineren om tijd en geld te besparen.
Resultaten van het voedingsstatusonderzoek
Lees meer over afgerond voedingsstatusonderzoek: