Op verschillende meetlocaties in Noord-Europa zijn in de eerste helft van juni 2020 zeer kleine verhogingen van kunstmatige radioactieve stoffen (radionucliden) in de lucht aangetroffen. Hierover hebben Zweedse, Noorse en Finse stralingsbeschermingsautoriteiten op hun websites gerapporteerd. Het RIVM heeft de beschikbare meetgegevens geanalyseerd en een inschatting gemaakt van de situatie.
In Noorwegen is jodium-131 en in Zweden en Finland zijn cesium-134, cesium-137, kobalt-60 en ruthenium-103 gedetecteerd. De aangetroffen hoeveelheden zijn zo laag dat er in deze landen geen invloed is geweest op het milieu of op de gezondheid van de mens. In Nederland zijn geen kunstmatige radionucliden gedetecteerd. Het RIVM meet continu de aanwezigheid van radioactiviteit in Nederland. Het detecteren van de hele kleine hoeveelheden radionucliden waar hier sprake van is, is alleen mogelijk door zeer geavanceerde apparatuur te gebruiken. RIVM beschikt over deze meetapparatuur.
Mogelijke oorzaak en bron
De radionucliden zijn kunstmatig, dat wil zeggen dat ze door mensen gemaakt zijn. De samenstelling van de nucliden kan duiden op een incident met een brandstofelement van een kernreactor. Het RIVM heeft berekeningen gedaan om te achterhalen wat de oorsprong geweest kan zijn van de gedetecteerde radionucliden. Deze berekeningen laten zien dat de radionucliden vanuit zuidoostelijke richting bij de meetstations zijn aangekomen. Het is niet bekend wanneer de radionucliden in de lucht vrijgekomen zijn en over welke afstand ze zich hebben verspreid. De mogelijke bronlocatie is dus een groot gebied en een specifieke bronlocatie is niet aan te wijzen op basis van het beperkt aantal metingen.
In 2017 deed zich een vergelijkbare situatie voor: in diverse landen in Europa werd gemeld dat er radioactief ruthenium-106 in de lucht werd gevonden. Omdat er toen veel meetresultaten beschikbaar waren, kon het RIVM de oorsprong goed berekenen. De berekening kwam goed overeen met de locatie van een bestaande nucleaire faciliteit die in meerdere internationale onderzoeken was aangewezen als de meest waarschijnlijke bronlocatie. Hier kunt u daar meer over lezen: https://www.rivm.nl/straling-en-radioactiviteit/stralingsincidenten-en-kernongevallen/middelen-en-expertise/rekenen-en-modelleren
Op de foto staat een alfa- en beta-meetpost van het RIVM bij Wieringerwerf.