Afgelopen week werden 4.036 nieuwe personen gemeld die positief getest zijn op COVID-19. Dat zijn 1.448 meer meldingen dan het aantal meldingen in de week daarvoor toen 2.588 nieuwe personen met een COVID-19 besmetting zijn gemeld, een stijging van 56%.
Er zijn grote regionale verschillen in het aantal meldingen. (zie figuur 1). Net als vorige week is het aantal meldingen het hoogst in Zuid-Holland, gevolgd door Noord-Holland en Noord-Brabant. Binnen Noord-Brabant komen de meeste meldingen uit het westen van deze provincie. Per aantal inwoners, is ook het aantal meldingen in Utrecht verhoogd. (zie epidemiologische rapport)
Ziekenhuisopnames en overlijdens COVID-19
Er zijn in de afgelopen week 38 patiënten gemeld die vanwege COVID-19 in het ziekenhuis zijn opgenomen (geweest). Dat zijn er 6 minder dan vorige week.
Er zijn 9 laboratoriumbevestigde COVID-19 patiënten als overleden gemeld, 3 meer dan in de week er voor.
Percentage positieve testen stijgt verder in de afgelopen week, iets minder mensen getest
Tussen 3 en 9 augustus lag het aantal personen dat zich heeft laten testen bij de testlocaties van de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en iets onder de 100.000*, een afname van bijna 3.000 geteste personen vergeleken met de week daarvoor. Van de mensen die zich afgelopen week heeft laten testen en waarvan de testsuitslag inmiddels bekend is, heeft 3,6% een positieve uitslag. In de week van 27 juli was dit 2,3%. In vrijwel alle regio’s is het percentage positieve testen hoger dan vorige week. Het percentage positief was het hoogst (6%-9%) in de GGD regio’s Rotterdam-Rijnmond, Amsterdam, West-Brabant, en Haaglanden. Dit zijn ook de regio’s waar de meeste bekende clusters zijn.
Een kwart van de positief geteste personen zien we in de leeftijdsgroep van 20 tot 29 jaar. Daarna zijn de meest positief geteste personen de afgelopen week te vinden in de leeftijdsgroep van 30-39 jaar.
De helft van de in het ziekenhuis opgenomen positief geteste personen is 60 jaar of ouder.
*bron GGD-GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio)
Correctie nagekomen meldingen
Om technische redenen is in de periode van 14 juli tot 10 augustus, een aantal COVID-19 meldingen niet tijdig ontvangen door het RIVM. Deze meldingen waren wel bekend bij de betreffende GGD’en. In de periode van 14 juli tot 3 augustus betreft het 34 meldingen van vastgestelde besmettingen, geen ziekenhuisopnames en geen overlijdens. In de periode van 3 tot 10 augustus gaat het om 121 meldingen, 2 ziekenhuisopnames en 0 overlijdens. Vandaag is een correctie van deze nagekomen meldingen en updates opgenomen in de data.
Reproductiegetal R
Het reproductiegetal R laat zien hoeveel andere mensen één persoon met het nieuwe coronavirus gemiddeld besmet. Het reproductiegetal is 1,30. Dit betekent dat 100 mensen die besmet zijn met het nieuwe coronavirus samen leiden tot 130 andere mensen die besmet worden.
Hoewel het getal hoger is dan de 1,20 dat vorige week is gerapporteerd is de bandbreedte nauwelijks veranderd. Het betrouwbaarheidsinterval ligt nog steeds in het geheel boven de 1.
379 COVID-19 besmettingsclusters
Er zijn op dit moment 379 actieve COVID-19 clusters bekend in Nederland. Dit is een stijging van 137 clusters van drie of meer aan elkaar gerelateerde besmettingen in vergelijking met de week daarvoor. De gemiddelde grootte van deze clusters was de afgelopen week 5,5 personen (range 3-43). De GGD probeert bij bron- en contactonderzoek te achterhalen waar de besmette persoon het nieuwe coronavirus heeft opgelopen. De meeste clusters zijn gerapporteerd in de thuissituatie.
Bron- en contactonderzoek
Door het oplopend aantal COVID-19 meldingen worden in sommige GGD regio’s, waar juist veel meldingen zijn, niet meer alle contacten op individuele basis ingevoerd in het registratiesysteem. Daardoor is er geen compleet beeld van de contactonderzoeken in Nederland in de afgelopen week. Daarom worden de volledige gegevens betreffende bron- en contactonderzoek van afgelopen week niet gerapporteerd in het epidemiologische rapport.
Tot en met week 31 (27 juli t/m 3 augustus) zijn de resultaten van het bron- en contactonderzoek volledig. Onder de nauwe contacten die in die volgperiode van 14 dagen geïdentificeerd werden, zijn 598 COVID-19 besmettingen vastgesteld (9,5 % van alle nauwe contacten). Het deel van de contacten dat besmet was verschilde tussen huisgenoten en overige nauwe contacten. In de week van 27 juli t/m 3 augustus bleek bij 15,4 % van de huisgenoten dat zij besmet waren met het coronavirus. Van de overige nauwe contacten was 5,8% besmet met het coronavirus.
Besmettingen en reishistorie
Sinds 1 juli wordt de internationale reishistorie van mensen die positief getest zijn op COVID-19 nagevraagd. In de afgelopen week zijn 405 personen, met een positieve COVID-19 test, in de 14 dagen voor aanvang van de vastgestelde besmetting in het buitenland geweest. De meeste positief geteste mensen met een reishistorie zijn in Frankrijk, geweest, 22%. Daarna volgen reizigers naar Spanje met 16 %, Duitsland met 10%, België met 9%, en naar Turkije en Malta , beiden met 7,4%. Dit betekent niet dat al deze mensen de besmetting in het buitenland hebben opgelopen.
Om verdere verspreiding van het virus te voorkomen is het belangrijk dat mensen zich aan de maatregelen houden. Afstand houden en bij klachten thuisblijven en testen. Handen wassen, niezen en hoesten in de elleboog en het gebruik van papieren zakdoekjes.
Figuur 1: Aantal bij de GGD’en gemelde mensen met COVID-19 per week, per provincie, vanaf 9 maart 2020.