Hier tonen we de veranderingen van stikstofdepositie over de afgelopen jaren.
Stikstof in de lucht komt uiteindelijk weer naar beneden, waar het wordt opgenomen door planten of in de bodem of in het (grond)water belandt. Dit proces noemen we depositie. Stikstofverbindingen kunnen in regenwater oplossen en zo op de grond terecht komen, wat we natte depositie noemen. Daarnaast kunnen stikstofverbindingen ook direct door planten of door de bodem opgenomen worden, bekend als droge depositie.
Natte depositie van stikstof
Sinds 1978 worden er in Nederland metingen verricht door het RIVM aan de chemische samenstelling van regenwater via het Landelijk Meetnet Regenwater. We meten op 9 plaatsen onder andere de concentratie van stikstof in de vorm van ammonium (NH4, in water opgeloste ammoniak) en nitraat (NO3, in water opgeloste stikstofoxiciden).
Trend in gemeten natte depositie van stikstof
De natte depositie van stikstof daalt in de periode 2005 tot 2021. De daling van ammonium was ca. 20% in 2021 vanaf 2005, terwijl nitraat met 45% daalde. Een uitgebreid overzicht van alle metingen aan regenwater over de periode van 1992 tot 2004 is te vinden in het RIVM-rapport: The Dutch National Precipitation Chemistry Monitoring Network over the period 1992-2004.Dit rapport geeft een overzicht van de natte depositie trends van ammonium, sulfaat en nitraat over de periode van 1992 tot 2004.
Trend in gemeten natte depositie van stikstof
Sla de grafiek Trend in gemeten natte depositie van stikstof over en ga naar de datatabelDe gemiddelde gemeten natte depositie van stikstof daalt gestaag in de periode 2005-2021.
Trend in natte depositie van ammonium na correctie
De trend in de gemeten ammoniumconcentraties wordt beïnvloed door verschillende factoren. Berekeningen tonen aan welk deel van de trend door veranderend weer veroorzaakt wordt. Hieruit blijkt dat de natte depositie voor een aantal afzonderlijke jaren beïnvloed is door de weersomstandigheden(zoals 2013, 2014 en 2018), maar deze invloed voor de hele periode van 2005 tot 2021 minimaal is.
Trend in natte depositie van ammonium na correctie
Sla de grafiek Trend in natte depositie van ammonium na correctie over en ga naar de datatabelVoor de hele periode 2005-2021 wordt slechts een klein deel van de trend in de natte depositie van ammonium veroorzaakt door de meteorologische omstandigheden.
Droge depositie stikstof
Het meten van droge depositie van stikstofverbindingen is complexer dan de natte depositie. Omdat de opname van stikstof door planten een actief proces is kunnen we niet simpelweg een bak neerzetten en meten hoeveel stikstof daarin terecht komt. Er bestaan verschillende technieken om droge depositie te meten, elk met hun eigen voor- en nadelen. Het RIVM meet de maandgemiddelde droge depositie van ammoniak met het COTAG netwerk. Op dit moment wordt er op vijf locaties in Nederland gemeten, maar dit wordt verder uitgebreid naar tien locaties. Deze metingen worden gebruikt om de lange termijn trend in de ammoniakdepositie op deze plekken te monitoren. De metingen worden ook gebruikt om de modellen die de stikstofdepositie berekenen te valideren.
Het RIVM meet ook de droge depositie van ammoniak met de ‘miniDOAS depositie opstelling’, die elk half uur een waarde meet. Deze metingen worden gebruikt voor onderzoek naar de processen die de ammoniakdepositie bepalen en om de modellen die deze processen beschrijven te verbeteren. Deze metingen worden steeds op andere plekken in Nederland uitgevoerd en zijn dus niet bruikbaar voor monitoring van de stikstofdepositie.
Droge depositie NH₃
Sinds 2012 wordt de droge depositie van ammoniak gemeten op de locatie Bargerveen, vanaf 2015 op de Oostelijke Vechtplassen en vanaf 2018 op Hoge Veluwe. Sinds 2021 staan er ook COTAG- masten in het Noordhollands Duinreservaat en in het Haaksbergerveen. Omdat deze metingen nog maar kort lopen kunnen we hiervoor nog geen trends bepalen.
De COTAG-mast meet op twee hoogten de ammoniakconcentratie. Boven op de mast staat een windmeter. Deze meet de hoeveelheid turbulentie. Dit zijn luchtwervelingen die ervoor zorgen dat stoffen naar de grond bewegen. Samen geven deze metingen de droge depositie van ammoniak. Meer informatie over de COTAG-methode staat hier.
In de figuur hieronder staat de droge depositie van de drie COTAG-masten. Voor alle locaties lijkt er over alle jaren een lichte stijging te zijn. Maar deze stijgingen zijn statistisch niet significant. Dit betekent dat het ook toeval zou kunnen zijn dat er een stijging is.
De droge depositie varieert ook van jaar tot jaar. Soms stijgt die vergeleken met het jaar ervoor, dan weer daalt die. Waarschijnlijk komt dit vooral door verschillen in het weer. Het ene jaar is droger, natter, warmer of kouder dan het andere jaar. Als het bijvoorbeeld een erg droog jaar is, is er minder natte depositie. Hierdoor blijft er meer ammoniak in de lucht, dat dan droog kan neerslaan. Dan is de droge depositie dus hoger dan in een nat jaar. De metingen lopen nog niet lang genoeg om hier robuuste uitspraken over te doen.