In de polder achter de Westdijk in Bunschoten zitten verontreinigende stoffen in het water. Waarschijnlijk komen deze stoffen uit de Thermisch Gereinigde Grond (TGG) in de dijk. Het RIVM en WEnR (Wageningen Environmental Research) hebben bestaande informatie over het water en de bodem beoordeeld in de omgeving van de dijk. Hieruit blijkt dat zouten beperkte risico’s veroorzaken als het vee water drinkt uit de sloot direct naast de dijk (teensloot).
Uit eerdere onderzoeken blijkt dat hoogste concentraties aan zouten en metalen worden aangetroffen in deze sloot. De gemeten concentraties verschillen afhankelijk van de tijd van het jaar. Van oktober tot en met april zijn de concentraties in de sloot naast de dijk verhoogd waardoor er beperkte risico’s kunnen ontstaan voor vee als het uit de sloot drinkt. Van mei tot en met september zijn de concentraties normaal.
RIVM en WEnR adviseren om het water uit de sloot direct achter de dijk uit voorzorg het hele jaar niet te gebruiken.
Witte vlekken
Direct naast de dijk zijn enkele witte vlekken (zoutvlekken) ontstaan. Waarschijnlijk is het gras op deze plekken niet geschikt als veevoer. De onderzoekers verwachten dat de witte vlekken geen risico opleveren voor weidevogels. De vogels zijn namelijk gewend aan een zoute omgeving. Ook kunnen ze naar minder zoute gebieden gaan om daar te nestelen of te eten.
Verder in de Polder
De bodemkwaliteit in de polder verschilt niet of nauwelijks van andere bodems in het gebied. Er komen geen verhoogde concentraties metalen en perfluorstoffen voor in de bodem en het water. Wel hebben de onderzoekers iets hogere gehalten aan zouten gevonden. De aangetroffen concentraties ze zijn in het algemeen niet schadelijk voor het vee en het gras. De zouten zijn in de bodem terecht gekomen doordat bagger uit de sloot op het land is opgebracht.