De studie naar ultrafijn stof en volwassenen had als doel inzicht te krijgen in de effecten van ultrafijn stof van vliegverkeer op de luchtwegen en het hart.
De lucht in een gebied van enkele kilometers rond Schiphol is vervuild, net als in andere stedelijke gebieden. Dit komt vooral door de uitstoot van wegverkeer, vliegverkeer en industrie. Het gaat daarbij onder andere om hele kleine stofdeeltjes die in de lucht terecht komen: ultrafijn stof. In de wetenschap is nog weinig bekend over de precieze invloed van ultrafijn stof op de gezondheid.
Aanpak onderzoek
Het doel van deze studie is het onderzoeken van veranderingen in de longfunctie, hartfunctie en bloeddruk direct na het kortdurend (vijf uur) inademen van lucht met relatief hoge hoeveelheden ultrafijnstof bij gezonde volwassen vrijwilligers.
Mobiel laboratorium
Het onderzoek vond plaats in een mobiel laboratorium naast de luchthaven Schiphol. Afhankelijk van de weersomstandigheden werd de luchtkwaliteit op deze locatie hoofdzakelijk beïnvloed door uitstoot van het vliegverkeer of door uitstoot van het wegverkeer. De vrijwilligers werden gedurende minimaal twee en maximaal vijf afzonderlijke dagen vijf uur blootgesteld aan ultrafijn stof dat vanuit de buitenlucht in het laboratorium werd gezogen. Voorafgaand aan en direct na de blootstelling werden in het Amsterdam UMC (Universitair Medisch Centrum) (locatie AMC (Academisch Medisch Centrum Amsterdam )) gezondheidsmetingen uitgevoerd. Dit betrof onder andere metingen van longfunctie, NO in uitademingslucht (een maat voor ontsteking in de luchtwegen), zuurstofsaturatie (een maat voor de hoeveelheid zuurstof in het bloed), bloeddruk en het maken van een hartfilmpje (ECG).
Soorten ultrafijn stof
Gedurende elke blootstellingsperiode werd de luchtkwaliteit in het mobiel laboratorium uitgebreid gemeten. Dit betrof metingen van ultrafijn stof en verschillende andere luchtverontreinigende stoffen (bijvoorbeeld roet, fijn stof, NO2 (Stikstofdioxide), ozon). Naast de totale deeltjesaantallen werd ook de verdeling van de grootte van de deeltjes gemeten. Hiermee kan de bijdrage van het vliegverkeer ten opzichte van de bijdragen van andere bronnen worden geschat. Naast de grootte van de deeltjes is hiervoor ook een zogeheten brontoewijzingsmethode gebruikt. Dit is een methode waarmee wordt berekend hoeveel van de gemeten deeltjes van dezelfde bron afkomstig is (zoals vliegverkeer of wegverkeer).
De opzet van het onderzoek is goedgekeurd door de Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC (medisch-ethische toetsingscommissie) medisch-ethische toetsingscommissie ). Goedkeuring door de METC is noodzakelijk om met vrijwilligers te kunnen werken.
Resultaten
In totaal hebben 21 vrijwilligers meegedaan aan het onderzoek. De vrijwilligers waren tussen de 19 en 27 jaar oud, rookten niet en hadden geen astma of hart– en vaatziekten.
Uit de studie blijkt dat blootstelling aan ultrafijn stof een effect heeft op de long- en de hartfunctie. Er is een afname te zien van de longfunctie en een verlenging van de hersteltijd na een hartslag. Dit gold zowel voor totaal ultrafijn stof als voor ultrafijn stof voornamelijk afkomstig van vliegverkeer. Dit verband bleef ook na correctie voor andere luchtverontreinigende stoffen (roet, NO2, fijn stof, ozon).
Ultrafijn stof voornamelijk afkomstig van het wegverkeer vertoonde een verband met een verhoogde bloeddruk. Er werd geen verband gevonden tussen de blootstelling aan ultrafijn stof en andere long- en hartfunctieparameters, ontstekingen in luchtwegen (NO in uitademingslucht) en zuurstofsaturatie.
Onderzoekers
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ) Infrastructuur en Waterstaat ) heeft aan het RIVM gevraagd om de gezondheidseffecten van ultrafijn stof in de regio Schiphol te onderzoeken. Dit deel van het onderzoek wordt uitgevoerd door het RIVM in samenwerking met de longafdeling van het Amsterdam UMC (locatie AMC) en met de University of Southern California (USC (University of Southern California) University of Southern California ) in de Verenigde Staten. Het AMC voert het onderzoek met vrijwilligers uit. De USC maakt het onderscheid tussen ultrafijn stof afkomstig van weg- of vliegverkeer.
Waar kunt u met vragen terecht?
Voor vragen over de studie met schoolkinderen kunt u contact opnemen met de onderzoekers van het AMC (Academisch Medisch Centrum Amsterdam ). Voor vragen over het totale onderzoek kunt u kijken op de andere pagina’s over ultrafijnstof, mailen naar info@rivm.nl of bellen: 030-2749111.
Heeft u vragen over ultrafijn stof en uw gezondheid? Dan kunt u contact opnemen met de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) in uw woonplaats.