Op deze pagina beschrijven we de aanpak voor het kwartaalonderzoek onder jongeren. Voor de 10e ronde gebruikten we 2 databronnen: een peiling onder jongeren en gegevens van huisartsen.
Verzamelen data
De peiling is in opdracht van het Netwerk GOR door I&O Research uitgevoerd.
Steekproefselectie en het verzamelen van data voor meetronde 10 liep van 11 tot en met 22 december 2023. In totaal zijn 3.821 I&O Research-panelleden benaderd (16 – 25 jaar). Daarnaast zijn ook 4.093 panelleden met thuiswonende kinderen gevraagd om mee te doen. Wanneer ouders toestemming gaven voor hun kind(eren) om deel te nemen, konden zij de vragenlijst delen met hun kind(eren). Aanvullend op het I&O Research-panel zijn panels van PanelClix, Panel Inzicht en Norstat ingezet om de respons te verhogen. Na de kwaliteitschecks om de dataset op te schonen waren er 4.919 ingevulde vragenlijsten van jongeren (12 – 25 jaar) die meededen aan meetronde 10.
Meetronde |
Afnameperiode |
Deelnemers (N) |
---|---|---|
Ronde 1 |
20 september – 7 oktober 2021 |
4.807 |
Ronde 2 |
7 – 27 december 2021 |
4.751 |
Ronde 3 | 1 - 17 maart 2022 | 5.826 |
Ronde 4 | 25 mei - 7 juni 2022 | 4.179 |
Ronde 5 | 5-20 september 2022 | 4.608 |
Ronde 6 | 28 november - 14 december 2022 | 3.993 |
Ronde 7 | 13 - 27 maart 2023 | 5.285 |
Ronde 8 | 15 juni - 4 juli 2023 | 4.647 |
Ronde 9 | 15 september - 2 oktober 2023 | 5.079 |
Ronde 10 | 11 - 22 december 2023 | 4.919 |
De resultaten van eerdere kwartaalonderzoeken staan op de pagina eerdere metingen.
Deelnemers meetronde 10
De meeste deelnemers aan meetronde 10 waren tussen de 18 en 25 jaar oud (67,7%). Meer meisjes en vrouwen deden mee dan jongens en mannen (62,9% vergeleken met 35,8%), en 1,3% van de jongeren vinkten anders/wil ik niet zeggen aan. 62% van de deelnemers heeft een hoog opleidingsniveau of volgt nog een studie op het hbo (hoger beroepsonderwijs) of op de universiteit. De meeste deelnemers (79%) wonen bij hun ouder(s). Veel van de deelnemers wonen in Zuid-Holland (20%) en Noord-Holland (15%). De provincies Flevoland (3%), Drenthe (3%) en Zeeland (3%) zijn het minst vertegenwoordigd.
Materiaal
De dataverzameling vond online plaats met een geprogrammeerde vragenlijst. Deze vragenlijst is opgesteld door Netwerk GOR en bestond uit verschillende vragen met uiteenlopende antwoordcategorieën. De volgende onderwerpen kwamen aan bod:
- sociaal-demografische kenmerken
- meegemaakte gebeurtenissen tijdens de coronaperiode
- algemene gezondheid
- mentale gezondheid
- lichamelijke gezondheid
- zorg- en hulpbehoeften
Representativiteit en weegfactor
Na de dataverzameling hebben we gecorrigeerd voor afwijkingen in representativiteit door weegfactoren toe te kennen op basis van geslacht, leeftijd, regio en opleidingsniveau. Dat doen we door de steekproefsamenstelling met de populatiesamenstelling te vergelijken (afkomstig uit de ‘Gouden Standaard’ van het Centraal Bureau van de Statistiek).
Data-analyse
Op de website staan gewogen cross-sectionele cijfers. Waar mogelijk vullen we dit aan met trendgrafieken. Trendgrafieken laten zien hoe de mentale en fysieke gezondheid van de bevolking zich ontwikkelt. We laten trendgrafieken zien bij alle onderwerpen waarvan we al 3 of meer rondes op dezelfde manier gegevens verzamelen. Zo geven we inzicht in hoe de Nederlandse jeugd rapporteerde op mentale en fysieke gezondheid en hulpbehoefte.
We onderzochten welke factoren samenhangen met een verhoogde kans op negatieve gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van jongeren. We keken ook of er factoren zijn die juist beschermend werken tegen negatieve gezondheidsgevolgen. We deden dit met een analyse in 2 stappen.
In stap 1 keken we voor elk onderwerp, welke combinatie van gemeten gegevens de uitkomsten het beste uitlegt. Dit heet een Random Forestregressie. Die combinatie van gemeten gegevens namen we mee in stap 2: de multivariabele regressies. In de regressies worden meerdere factoren tegelijk gewogen. We kijken dus niet alleen of eenzaamheid invloed heeft op mentale gezondheid, maar bekijken of eenzaamheid nog steeds belangrijk is als je ook meegemaakte gebeurtenissen en vertrouwen in de toekomst meeweegt. Gezien de grootte van de steekproef hebben we een significantieniveau van 0,1% aangehouden (p < .001). Voor posttraumatische stress-stoornis hebben we een ruimer significantieniveau aangehouden (p < .05), omdat deze vragen door minder dan 10% van de deelnemers zijn ingevuld.
Extra cijfers opvragen
Het is het mogelijk om aanvullende cijfers uit de jongeren- en volwassenenpanels op te vragen. Zo kunnen de gezondheidsuitkomsten uitgesplitst worden naar verschillende demografische kenmerken (zoals geslacht, leeftijd en opleidingsniveau). Daarnaast is het mogelijk om de cijfers op provinciaal niveau op te vragen. Neem hiervoor contact op met het GOR COVID 19-onderzoeksteam (gor-covid19@rivm.nl).
Over de surveillance van Nivel Zorgregistraties Eerste LijnĀ
De Nivel Zorgregistraties zijn bedoeld voor de signalering van (infectie)ziekten in de algemene bevolking, maar kunnen ook gebruikt worden voor de monitoring van andere acute klachten. Wekelijks zijn er cijfers beschikbaar over hoe vaak symptomen en aandoeningen in de Nederlandse bevolking voorkomen (prevalentiecijfers). Deze cijfers zijn gebaseerd op geanonimiseerde gegevens uit elektronische medische dossiers van huisartsenpraktijken. De cijfers worden berekend als het aantal personen dat de huisarts in die week raadpleegde voor bepaalde symptomen of aandoeningen, gedeeld door het totaalaantal ingeschreven patiënten in de praktijk. De gegevens komen van ongeveer 380 huisartsenpraktijken met ongeveer 1,6 miljoen patiënten (9% van de Nederlandse bevolking). De gegevens over de symptomen en aandoeningen worden routinematig geregistreerd, gebruikmakend van de ICPC (International Classification of Primary Care) (International Classification of Primary Care, versie 1). Dit classificatiesysteem wordt in Nederland door alle huisartsen gebruikt.
Acute gezondheidsproblemen of -condities die mogelijk (direct of indirect) gerelateerd zijn aan de coronapandemie, zoals gepresenteerd aan huisartsen, zijn in kaart gebracht. We richten ons op een aantal niet-specifieke ziekteverschijnselen die een fysieke en/of mentale oorzaak kunnen hebben. Het gaat om zowel ziekteverschijnselen die bekend zijn voor een aandoening, maar ook ziekteverschijnselen die niet aan een aandoening worden toegeschreven. Een deel van deze ziekteverschijnselen wordt door het RIVM genoemd als mogelijke langdurige klachten na het doormaken van een infectie met het coronavirus. Een directe link is echter niet te maken. Besmetting wordt niet geregistreerd in deze data). Zie tabel 1 tabel voor de ziekteverschijnselen die in dit onderzoek zijn meegenomen, en de ICPC-codes.
Lijst met niet-specifieke symptomen en overeenkomende ICPC-1 codes
Symptomen | ICPC code (naam code) |
---|---|
Benauwd of kortademig in rust (zonder inspanning)* | R02 (Dyspnoe/benauwdheid toegeschreven aan luchtwegen) R03 (Piepende ademhaling) R04 (Andere problemen ademhaling) R29 (Andere symptomen/klachten luchtwegen) |
Moeheid* | A04 (Moeheid/zwakte) |
Spierpijn* | L18 |
Misselijkheid | D09 |
Pijn of druk op de borst* | K01 (Pijn toegeschreven aan hart) K02 (Druk/beklemming toegeschreven aan hart) K03 (Andere pijn toegeschreven aan hartvaatstelsel) |
Hartkloppingen* | K04 (Hartkloppingen/bewust van hartslag) |
Angstig/nerveus/gespannen gevoel | P01 |
Plotselinge (hevige) stress of crisis | P02 (Crisis/voorbijgaande stressreactie) |
Depressief gevoel* | P03 (Down/depressief gevoel) |
Suïcide, -pogingen en -gedachten | P77 |
Slaapproblemen |
P06 (Slapeloosheid/andere slaapstoornis) |
Hoofdpijn* |
N01 |
Duizeligheid of licht in het hoofd | N17 |
Geheugen- of concentratieproblemen* | P20 (Geheugen-/concentratie-/oriëntatiestoornissen) |
Andere afwijking(en) reuk/smaak* | N16 |
* Relevant voor post-COVID volgens de RIVM-lijst.
Specifiek voor jongeren is het belangrijk om te vermelden dat het in Nederland vanaf 12 jaar is toegestaan om zelf naar de huisarts te gaan (zonder begeleiding van ouder/verzorger). Tot 16 jaar geldt wel dat hiervoor toestemming nodig is van een ouder/verzorger. Dat betekent dat de beslissing om met een bepaalde klacht naar de huisarts voor de jongere leeftijdsgroepen niet alleen genomen wordt door degene met de klachten. Deze situatie geldt voor alle meetrondes en biedt geen verklaring voor verschillen tussen de meetresultaten.