In september 2025 verbeterde de mentale gezondheid van jongeren vergeleken met eerdere rondes. Wel kwamen kinderen en jongeren voor onder andere zelfdodingsgedachten en –pogingen, angstige gevoelens en moeheid nog steeds vaker in contact met de huisarts dan in 2019, vóór de coronapandemie. Dit blijkt uit het zeventiende kwartaalonderzoek. De resultaten van dit onderzoek horen bij het Gezondheidsonderzoek covid-19.
Van september 2021 tot en met deze meting van september 2025 publiceerde het Netwerk GOR op deze pagina elk kwartaal een samenvatting van de belangrijkste resultaten over de gezondheid en het welzijn van jongeren, op basis van vragenlijstonderzoek en gegevens van huisartsen. De gegevens over volwassenen werden elk half jaar gepubliceerd, tot juni 2025. Het doel van dit onderzoek om gemeenten, provincies en de landelijke overheid informatie te geven die hen helpt om gezondheidsbeleid te maken. Zodat ze beter voorbereid zijn op een volgende pandemie en de effecten van de coronapandemie kunnen verminderen.
Samenvatting meetronde 17, september 2025
Verbeterd mentaal welbevinden
Alle metingen van de afgelopen 3,5 jaar samen laten zien dat de mentale gezondheid van jongeren langzaam aan het herstellen is van de impact die de laatste lockdown op hen had. Die impact was zichtbaar in de sterke daling in hun fysiek en mentaal welbevinden tussen december 2021 en maart 2022.
De gemiddelde score die jongeren hadden op mentaal welbevinden in september 2025 was 70 op een schaal van 100. Hiermee was hun mentaal welbevinden vergelijkbaar met december 2021, maar nog wel lager dan de score van 71 in september 2021. Ook eenzaamheid, stress en fysieke klachten laten een trend zien van langzaam herstel na de piek van maart 2022. In de afgelopen twee jaar steeg ook het percentage jongeren dat zich meestal gelukkig voelde van 79% in december 2023 naar 83% in september 2025. Hoewel het op veel vlakken langzaam iets beter lijkt te gaan, laat het percentage jongeren dat aangeeft weleens of vaker serieus aan zelfdoding te denken eerder een stabilisatie zien (rond de 14%) dan herstel na de piek van maart 2022 (17%).
Minder jongeren maken zich deze ronde zorgen over verschillende onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de beschikbaarheid van betaalbare woningen voor zichzelf en dierbaren en de hogere kosten voor dagelijkse dingen (beide –5%).
Waarom wel of geen vertrouwen in hun toekomst
Verder gaf 47% van de jongeren aan dat ze (veel) vertrouwen hebben in hun toekomst. Jongeren zijn gevraagd waar ze het cijfer dat zij hun vertrouwen in de toekomst geven op baseren. Uit de open antwoorden bleek dat ze hierbij vooral afgaan op hun gevoel, hoe ze in het leven staan, en hoe ze hun huidige situatie ervaren. Daarbij noemden ze vooral vaak hoe het nu gaat op school of met hun studie, en of ze werk en inkomen hebben of denken dat ze later een goede baan kunnen krijgen. Ook relaties, gezondheid en woonruimte spelen mee. Als het op deze gebieden goed gaat, verwachtten ze een goede toekomst. Andersom voelden jongeren zich vooral onzekerder over hun toekomst als ze financiële problemen hebben of een slechte mentale of fysieke gezondheid ervaren. Jongeren met geldzorgen of chronische gezondheidsklachten hadden ook daadwerkelijk vaker een laag vertrouwen in de toekomst. Andere factoren van onzekerheid waren meer verdeeld over weinig, matig en veel vertrouwen. Zo noemden jongeren eigen beperkingen of tijdelijke tekortkomingen (bijvoorbeeld moeite hebben met leren of geen werk kunnen vinden), moeite met relaties, een slechte gezondheid of geen woonruimte kunnen vinden. In de bredere context zorgden vooral oorlog, stijgende kosten van levensonderhoud, klimaat en politieke instabiliteit voor onzekerheid. Sommige jongeren hielden hierdoor een slag om de arm richting hun toekomst, terwijl anderen desondanks aangaven te vertrouwen dat het goed komt.
Huisartsregistraties rondom zelfdoding en angst blijvend hoog
Hoewel de eigen antwoorden van jongeren uit het representatieve panel laten zien dat hun gezondheid herstellende is na het dieptepunt van maart 2022, tonen de gegevens van huisartsen eerder een stabilisatie dan herstel vergeleken met 2022. Zo hadden jongeren in het derde kwartaal van 2025, net als in 2024, vaker contact met de huisarts vanwege zelfdodingspogingen en –gedachten dan vóór de coronapandemie. Vergeleken met het derde kwartaal van 2019 kwamen jongeren hiervoor 75% vaker in contact met de huisarts. Het gaat hierbij wel om relatief kleine aantallen.
Ook melden jongeren zich vaker dan voor de pandemie bij de huisarts met angstige gevoelens. Hierbij is er ook een kleine stijging vergeleken met de afgelopen twee jaren (+28 ten opzichte van 2019, vergeleken met +21% in 2024 en +22% in 2023). Andere klachten waarvoor jongeren nog vaker bij de huisarts komen zijn crises of voorbijgaande hevige stressreacties (bijvoorbeeld vanwege PTSS (Posttraumatische Stressstoornis)), moeheid en duizeligheid.
Aanpak kwartaalonderzoek jongeren
Het kwartaalonderzoek bestaat uit gegevens van twee onderdelen: het vragenlijstonderzoek naar mentale en lichamelijke gezondheid en de huisartsengegevens. Tussen 11 en 25 september vulden 5.399 jongeren tussen 12 en 25 jaar een vragenlijst in. De gegevens van huisartsen (Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn) gaan over de periode van juli tot en met september 2025. Huisartsen houden bij met welke gezondheidsklachten en aandoeningen kinderen en jongeren van 0 tot 24 jaar in hun praktijk komen.
Kans op verschillende gezondheidsuitkomsten
Bij de aanpak staat ook de tabel Uitkomsten regressieanalyses. Hierin staat welke groepen jongeren meer kans hebben op bepaalde gezondheidsuitkomsten en hulpbehoefte dan anderen.
Komende en eerdere metingen
Het kwartaalonderzoek werd sinds september 2021 elke drie maanden uitgevoerd. Dit zeventiende kwartaalonderzoek is de laatste meting binnen het Gezondheidsonderzoek COVID-19. Bekijk oudere resultaten op de pagina Eerdere metingen.