Je kan op verschillende manier in aanraking komen met hormoonverstorende stoffen. Eventuele blootstelling is mogelijk via de mond, de huid of via inademing. Blootstelling aan (in aanraking komen met) hormoonverstorende stoffen is lang niet altijd schadelijk. Dit hangt onder andere af van hoe lang en hoe vaak en met hoeveel van de stof je in contact bent gekomen.  

Verder kunnen de mogelijke gezondheidseffecten ook afhangen van de levensfase waarin je deze stoffen binnenkrijgt. Zo kan blootstelling tijdens de zwangerschap, rondom de geboorte, of tijdens de jeugd of puberteit andere effecten geven dan als je volwassen bent. Dit komt omdat hormonen tijdens deze levensfases een belangrijke rol spelen bij processen in het lichaam. Denk aan de ontwikkeling van het ongeboren kind of de hormonale veranderingen tijdens de puberteit.

Gezondheidseffecten

Hormoonverstorende stoffen kunnen mogelijk schadelijke effecten op onze gezondheid veroorzaken. Verschillende nadelige gezondheidseffecten worden in wetenschappelijke studies gelinkt aan blootstelling aan hormoonverstorende stoffen. Voorbeelden zijn:  

  • onvruchtbaarheid
  • aangeboren afwijkingen
  • overgewicht
  • hart- en vaatziekten
  • diabetes
  • stofwisselingsziekten
  • sommige soorten kanker  

Er zijn aanwijzingen dat hormoonverstorende stoffen kunnen bijdragen aan het ontstaan van deze gezondheidseffecten. Maar bij het ontstaan van ziekte spelen veel factoren een rol. Denk aan erfelijke aanleg, leefstijl en voeding. Veel ziektes ontstaan door een combinatie van verschillende factoren. Dat maakt het lastig om vast te stellen of hormoonverstorende stoffen daadwerkelijk schadelijke effecten op onze gezondheid veroorzaken.

In welke producten kunnen hormoonverstorende stoffen zitten?  

Hormoonverstorende stoffen kunnen in veel verschillende producten zitten. Bijvoorbeeld in voedsel, verpakkingen, speelgoed, vloerbedekking, cosmetica en computers.  

Bekende voorbeelden van (mogelijke) hormoonverstorende stoffen zijn ftalaten en bisfenolen.

Ftalaten  

Ftalaten worden gebruikt om ervoor te zorgen dat plastic niet te hard is, ook wel weekmakers genoemd. Dierproeven hebben laten zien dat sommige ftalaten de ontwikkeling van de zaadballen kunnen verstoren. In 2005 is daarom een Europees verbod gekomen op enkele ftalaten. Deze mogen niet meer in speelgoed gebruikt worden.  

Meer informatie is te vinden op Waarzitwatin.nl.

Bisfenolen  

Bisfenolen worden gebruikt als basis om kunststoffen te maken.  Een aantal bisfenolen zijn hormoonverstorend. Bisfenolen kunnen zich gedragen als het vrouwelijk geslachtshormoon oestrogeen. Ze werken wel minder sterk dan het natuurlijke vrouwelijke geslachtshormoon. Dit betekent dat voor hetzelfde effect je een veel hogere blootstelling nodig hebt. Op dit moment worden er vanuit de overheid en de industrie acties ondernomen de hoeveelheid bisfenolen in producten te verbieden of verminderen.  

Meer informatie is te vinden op de pagina Bisfenol A of Waarzitwatin.nl