Bij veel activiteiten van mensen komen vervuilende stoffen in de lucht terecht. Een van deze activiteiten is houtstook. Vervuilende stoffen die door houtstook in de lucht komen zijn onder meer fijnstof (inclusief roet), koolmonoxide, vluchtige organische stoffen (VOS) en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKs). Houtstook door consumenten is een belangrijke bron van vervuilende stoffen en de luchtkwaliteit. Het bepalen van de bijdrage van houtstook door consumenten is complex.
Houtstook levert een belangrijke bijdrage aan de uitstoot van fijnstof en benzo(a)pyreen in Nederland. De uitstoot van fijnstof door houtstook is in kilogrammen veel hoger dan benzo(a)pyreen. Beide stoffen zijn schadelijk voor de gezondheid. Op deze pagina gaan we daarom in op de bijdrage van deze twee stoffen aan de uitstoot en luchtkwaliteit in Nederland.
Wat is fijnstof
Fijnstof is een verzamelnaam voor allerlei deeltjes die in de lucht aanwezig zijn. Bijvoorbeeld deeltjes van roet metaal, zout en zand. Sommige fijnstofdeeltjes worden rechtstreeks uitgestoten naar de lucht (primair fijnstof). Andere deeltjes ontstaan in de lucht (secundair fijnstof) door chemische reacties van gassen, zoals ammoniak en stikstofdioxide.
Fijnstof wordt ingedeeld naar grootte van het deeltje en aangeduid met de Engelse term Particulate Matter, afgekort PM. Deeltjes kleiner dan 10 micrometer worden aangeduid als PM10 (fijnstof) (fijnstof). Is een deeltje kleiner dan 2,5 micrometer dan spreken we van PM2,5 (fijnstof) (fijnstof). Ultrafijnstof is kleiner dan 0,1 micrometer (PM0,1). De chemische samenstelling van fijnstof kan erg verschillend zijn. Dat hangt af van de bron van het fijnstof en de locatie.
Voor de gezondheid is zowel de samenstelling als de grootte van de deeltjes die mensen inademen waarschijnlijk van belang. Hoe kleiner de deeltjes, hoe dieper ze in de longen kunnen doordringen. Het fijnstof dat bij houtstook vrijkomt bestaat voor 95 procent uit PM2,5 en voor 5 procent uit PM10. Daarom is het belangrijk om vooral te kijken wat de bijdrage van houtstook is aan de totale uitstoot en concentratie van PM2,5.
Houtstook levert grote bijdrage aan fijnstof
De Emissieregistratie onderscheidt bij de berekening van de uitstoot van fijnstof een groot aantal verschillende categorieën. Voorbeelden zijn wegverkeer, industrie, scheepvaart, landbouw en consumenten. Per categorie wordt rekening gehouden met de variaties. Voor voertuigen bijvoorbeeld varieert de leeftijd, brandstof en het aantal gereden kilometers per jaar. Houtstook valt in de categorie consumenten. Binnen deze categorie wordt onderscheid gemaakt naar verschillende bronnen. Voor houtstook zijn dat: sfeerverwarming in huis (kachels en haarden), houtskoolverbruik voor de barbecue, vreugdevuren en houtverbranding buitenshuis (zoals vuurkorven).
Berekening bijdrage houtstook door consumenten
Er zijn ongeveer een miljoen kachels en haarden in Nederland. Hoeveel houtstook bijdraagt aan de luchtkwaliteit is moeilijk met metingen vast te stellen. Het is niet mogelijk om bij elke schoorsteen in Nederland de uitstoot te meten. De uitstoot van vervuilende stoffen door houtkachels naar de lucht wordt daarom door de Emissieregistratie voor heel Nederland berekend. De Emissieregistratie gebruikt hiervoor het TNO-kachelmodel (TNO 2020 R10652).
Het TNO-kachelmodel berekent de jaarlijkse uitstoot op basis van:
- de hoeveelheid gestookt hout in Nederland,
- de inschatting van het aantal kachels en haarden in Nederland,
- het type kachels die gebruikt worden,
- het aantal gebruiksuren per type kachel en
- hoe gestookt wordt (factoren die bij het stoken zelf invloed hebben op de uitstoot).
Gegevens over het aantal kachels en het houtverbruik komen uit onderzoek van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). De hoeveelheid hout die per jaar verbruikt wordt, is de belangrijkste invoerwaarde voor het model. De invloed van de overige invoergegevens in het model op de totale uitstoot van vervuilende stoffen is beperkt.
De uitstoot door houtkachels verdeelt de Emissieregistratie vervolgens over Nederland, op basis van woningtype en het aantal adressen per vierkante kilometer (stedelijkheid). In steden staat bijvoorbeeld meer hoogbouw en komen minder houtkachels voor. In dorpen met minder bebouwing is het aantal houtkachels relatief hoger. Het RIVM gebruikt de ruimtelijke verdeelde houtstook emissies om de bijdrage van houtstook aan de luchtkwaliteit te berekenen.
Sfeerverwarming (kachels en haarden in huis) draagt met 23 procent veruit het meest bij aan de totale uitstoot van PM2,5 (fijnstof) in Nederland. Veel meer dan de 2 procent van houtverbranding buitenshuis. In 2023 droeg houtstook door consumenten voor ruim 25 procent bij aan de totale uitstoot van fijnstof PM2.5 in Nederland (zie figuur 1).
(Grafiek 1)
Sla de grafiek PM2,5 uitstoot 2023 Nederlandse bronnen over en ga naar de datatabelFiguur 1. Relatieve bijdrage van verschillende bronnen aan de totale PM2,5 (fijnstof) uitstoot in Nederland in 2023 (bron: Emissieregistratie)
Trend uitstoot fijnstof (PM2,5) door houtstook
De totale uitstoot van fijnstof PM2,5 (fijnstof) in Nederland is sinds 1990 sterk gedaald (zie figuur 2). Dit geldt zowel voor houtstook als voor andere bronnen, zoals verkeer. Wel is het aandeel van houtstook in de totale uitstoot gestegen. De relatieve bijdrage van sfeerverwarming aan de totale fijnstof PM2.5 uitstoot is gestegen van 10 procent in 1990 tot 23 procent in 2023. Dat komt omdat de uitstoot van andere bronnen sterk is gedaald. Sinds 2019 blijft de absolute uitstoot van houtkachels en haarden ongeveer gelijk.
(Grafiek 2)
Sla de grafiek Ontwikkeling uitstoot PM2,5 over en ga naar de datatabelFiguur 2. Ontwikkeling PM2,5 (fijnstof) uitstoot door sfeerverwarming en nationaal totaal (bron: Emissieregistratie)
Houtstook grootste bron van benzo(a)pyreen
Houtstook is de belangrijkste bron van de uitstoot van benzo(a)pyreen (BaP) in Nederlands. BaP is een zogenoemde polycyclische aromatische koolwaterstof (PAK). Deze chemische stoffen ontstaan door onvolledige verbranding. Bijvoorbeeld bij het aanbranden van eten, het stoken van hout in kachels en open haarden. Ook zitten er PAK (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen )’s in sigarettenrook. PAK’s zijn schadelijk voor de gezondheid en kunnen kanker veroorzaken. Ze komen vooral in het lichaam door voeding en inademing. Bijna twee derde van de BaP-uitstoot naar de lucht in Nederland komt van houtstook door consumenten (zie figuur 3).
(Grafiek 3)
Sla de grafiek BAP uitstoot 2023 Nederlandse bronnen over en ga naar de datatabelFiguur 3. Relatieve bijdrage van verschillende bronnen aan de totale BAP uitstoot in Nederland in 2023 (bron: Emissieregistratie)
Bijdrage houtstook aan luchtverontreiniging
De bijdrage van houtstook aan de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen en de bijdrage aan de luchtkwaliteit wordt vaak door elkaar gehaald. Dit kan in discussies tot verwarring leiden. Uitstoot en luchtkwaliteit zijn twee verschillende begrippen die wel verband houden met elkaar. Daarom gaan we hieronder in op de bijdrage van houtstook aan de luchtverontreiniging.
Vervuilende stoffen die in de lucht terecht komen, verspreiden zich naar de woon- en leefomgeving. De hoeveelheid van een vervuilende stof in de lucht heet de concentratie van een stof. Als er veel vervuilende stoffen in de lucht voorkomen is de luchtkwaliteit slechter dan als er minder vervuilende stoffen in de lucht zitten.
De hoeveelheid vervuilende stoffen komt niet alleen door de uitstoot in Nederland. Ook bronnen in het buitenland of bronnen van natuurlijke oorsprong dragen daaraan bij. En door chemische reacties ontstaan er ook stoffen in de lucht. Het is belangrijk dat de lucht op leefhoogte (1,5 meter vanaf de grond) zo schoon mogelijk is. Veel mensen en dieren ademen op deze hoogte lucht in.
Het RIVM maakt elk jaar Grootschalige Concentratiekaarten van luchtverontreinigende stoffen in Nederland. Dit gebeurt op basis van modelberekeningen en metingen. Deze kaarten geven een beeld van de luchtkwaliteit in heel Nederland. Het gaat hier om gemiddelde concentraties in een jaar (zie bijvoorbeeld de jaargemiddelde PM2.5 concentratie in 2023).
Bijdrage houtstook aan jaargemiddelde PM2,5 (fijnstof)-concentratie
Figuur 4 geeft weer hoeveel de verschillende bronnen per jaar bijdragen aan de gemiddelde concentratie (microgram/m3) fijnstof (PM2,5). Houtstook is niet apart opgenomen, maar valt onder de categorie ‘Consumenten’. In totaal draagt de categorie ‘Consumenten’ voor 8 procent bij aan de landelijke jaargemiddelde concentratie van PM2,5. Uit de informatie gepresenteerd in figuur 1 valt af te leiden dat houtstook (exclusief hoofdverwarming en vreugdevuren) voor 65 procent verantwoordelijk is voor de PM2,5 uitstoot door consumenten. Hieruit volgt dat houtstook door consumenten voor ruim 5 procent bijdraagt aan de jaargemiddelde concentratie PM2,5.
(Grafiek 4)
Sla de grafiek Relatieve bijdrage aan fijnstofconcentratie (PM2,5) in Nederland in 2023 over en ga naar de datatabelFiguur 4. Relatieve bijdrage aan fijnstofconcentratie (PM2,5) in Nederland in 2023
In steden is de bijdrage van houtstook door consumenten hoger dan in landelijk gebied. De bijdrage van houtstook door consumenten aan de jaargemiddelde concentratie van fijnstof PM2,5 (fijnstof) kan in stedelijke gebieden oplopen tot ruim 8 procent. In landelijk gebied is die bijdrage 4 tot 5 procent. Bij de bepaling hiervan is geen rekening gehouden met de bijdrage van houtstook in het buitenland. In de omringende landen is de relatieve bijdrage van houtstook aan de uitstoot van fijnstof PM2,5 even groot of zelfs groter dan in Nederland. Wanneer ook de bijdrage van houtstook in het buitenland wordt meegenomen dan is de relatieve bijdrage van houtstook aan de totale concentratie van fijnstof PM2,5 hoger dan de hier genoemde percentages.
Bijdrage van houtstook aan concentratie fijnstof hoger in de winter
De uitstoot van luchtvervuilende stoffen is voor houtstook niet het hele jaar gelijk. De uitstoot door andere bronnen, zoals verkeer of industrie blijft het hele jaar redelijk constant. De meeste houtstook vindt plaats in de herfst en winter. Houtkachels worden in deze periode vooral in de namiddag en avond aangestoken (bv. DCMR onderzoek, Automatische houtrookmonitoring, Onderzoek met de AE33-monitor, 2023).
Hierdoor is de bijdrage van houtstook aan onder andere de fijnstofconcentraties in de herfst- en winterperiode hoger dan de berekende jaargemiddelde concentratie. Op een winteravond kan de bijdrage van houtstook aan de concentratie fijnstof (PM2,5) toenemen tot ruim 30 procent (Kos en Weijers, 2010).