Via de handen kunnen makkelijk ziekteverwekkers worden verspreid. Door regelmatig je handen te wassen met water en zeep, verklein je de kans dat je zelf of iemand in je omgeving ziek wordt.

Wanneer handen wassen?

  • als je handen vuil zijn;
  • voor het (klaarmaken van) eten; en na aanraken van rauw vlees.
  • na toiletbezoek;
  • na hoesten, niezen in de handen (Tip: nies of hoest in de arm!)
  • na neus snuiten;
  • na buitenspelen;
  • na verschonen van een kind;
  • na aaien of knuffelen van (huis-)dieren;
  • na schoonmaken. Dus ook nadat je een vaatdoekje hebt gebruikt.

Hoe moet ik mijn handen wassen?

Volg tijdens het handen wassen de volgende stappen:

  • Maak je handen goed nat.
  • Neem wat vloeibare zeep uit een pompje.
  • Wrijf de handen lang genoeg over elkaar, zorg dat de boven- en onderkant goed bedekt zijn met zeep.
  • Wrijf hierbij goed alle vingertoppen in.
  • Wrijf ook tussen de vingers.
  • Neem ook de polsen mee.
  • Spoel de zeep zorgvuldig af met stromend water.
  • Droog je handen goed af, vergeet hierbij niet de huid tussen de vingers.

Bij het drogen van de handen kunnen er ziekteverwekkers op de handdoek komen. Doe stoffen handdoeken regelmatig in de was.

Download de infographic 'Hoe was ik mijn handen met water en zeep?'

video's over handen wassen

Video: Belang van handen wassen

klik voor de video: Belang van handen wassen

Video: Handen wassen na contact met dieren

Klik voor Video: handen wassen na contact met dieren

Veelgestelde vragen over handen wassen

Door regelmatig je handen te wassen zorg je ervoor dat je handen schoon worden. Zo voorkom je dat de bacteriën op je handen waar je ziek van kunt worden zich verspreiden. Was daarom je handen bijvoorbeeld; vóór het eten klaarmaken, vóór het eten, na het toilet bezoek, na contact met dieren, na het buiten spelen, bij het verzorgen van een zieke of op het werk.

Het is belangrijk je handen op een goede manier te wassen. Was je handen net zolang tot ze schoon zijn.

De momenten waarop je je handen moet wassen, veranderen niet als jij of je huisgenoot ziek is. Maar het is wel extra belangrijk dat je je handen goed genoeg wast. Droog je handen bij ziekte bij voorkeur met een papieren handdoek. Heb je alleen een stoffen handdoek? Doe deze dan dagelijks in de was.

Het is beter om sieraden af te doen tijdens het handen wassen. Onder sieraden blijven vuil en bacteriën gemakkelijk zitten. Als het niet lukt het sieraad af te doen, was deze dan mee tijdens het handen wassen.

Ja, je kunt thuis ook een zeepblok gebruiken. Op andere plekken, zoals op het werk, kan het echter praktischer zijn om vloeibare zeep in een houder met een pompje te gebruiken.

Bij voorkeur was je je handen met stromend water en vloeibare zeep. Handalcohol of alcoholgel gebruik je als er geen handenwasgelegenheid is en je handen niet zichtbaar of niet voelbaar vuil zijn. Dus bijvoorbeeld als je je neus gesnoten hebt en je hebt geen water, zeep en handdoek in de buurt. Als je handalcohol of handgel gebruikt, controleer dan of op het etiket een toelatingsnummer staat en volg de gebruiksaanwijzing. Meer informatie over het gebruik van desinfectiemiddelen en het toelatingsnummer is te vinden op de pagina zorgvuldig gebruik van desinfecterende middelen in huis.

Het maakt niet uit of je koud of warm water gebruikt. Vuil en bacteriën laten bij koud water even goed los als met warm water. Kies wat je prettig vindt.

Belangrijk is dat je handen goed droog worden. Bij het gebruik van een blazer blijven de handen vaak nog nat. Een schone, droge doek gebruiken is beter.