De gemiddelde concentraties fijn stof en stikstofdioxide zijn de afgelopen jaren gedaald en liggen in het grootste deel van Nederland onder de grenswaarden. Wel blijft in sommige locaties, voor beide stoffen, sprake van een beperkt aantal hardnekkige overschrijdingen. Dit blijkt uit de monitoringsrapportage van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit)). In dit samenwerkingsprogramma werken overheden samen aan de verbetering van de luchtkwaliteit.
Ga voor de interactieve website naar ' Hoe schoon is onze lucht? '. (Best te bekijken in Chrome, Safari, Firefox en Internet Explorer 9)
De grenswaarden voor fijn stof worden bij veehouderijen en langs wegen in gebieden met intensieve veehouderij of industrie lokaal overschreden. Hierdoor is het niet gelukt om in 2012 overal aan de norm voor fijn stof te voldoen; 2012 is het eerste volledige jaar waarvoor deze norm geldt.
Stikstofdioxide
Wat stikstofdioxide betreft moet Nederland, conform de Europese afspraken, in 2015 aan de grenswaarden voldoen. De jaargemiddelde grenswaarde wordt in 2015 volgens de huidige prognose op ruim 100 toetspunten overschreden, vooral op binnenstedelijke wegen in de Randstad met veel verkeer. Dat er nog overschrijdingen berekend worden komt mede doordat de feitelijke emissie van stikstofoxiden door verkeer minder daalt dan volgens de Euro-normen voor auto’s werd verwacht.
Uit het rapport ‘De Euro-emissienormen voor auto's en vrachtwagens in relatie tot overschrijdingen van de NO2 (Stikstofdioxide)-grenswaarde in Nederland’ van RIVM, PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) (Planbureau voor de Leefomgeving) en TNO blijkt dat er in 2015 vrijwel geen overschrijdingen zouden zijn als de feitelijke uitstoot van personenauto's en vrachtwagens zo sterk zou zijn gedaald als volgens de Euro-normen de bedoeling was.
Volgens de verwachte emissies zou de totale stikstofoxidenuitstoot van het wegverkeer in 2015 in Nederland ongeveer 50 miljoen kilogram zijn. Op basis van de meest waarschijnlijke feitelijke emissies in dat jaar ligt de geschatte waarde 50 procent hoger, op ongeveer 74 miljoen kilogram.
Onzekerheden en risico’s
De onzekerheid in het verwachte aantal overschrijdingen is overigens groot omdat de berekende concentraties op veel toetspunten maar net onder de grenswaarden liggen. Dit maakt het aantal overschrijdingen gevoelig voor onzekerheden in de berekeningen en voor een geringe stijging van de concentraties. Als die gevoeligheden in de berekeningen worden ingecalculeerd, kan het aantal toetspunten met overschrijdingen van stikstofdioxide in 2015 tot tien keer hoger uitvallen dan onder de huidige aannames is berekend.
Roet is aanvullende maat
Om gezondheidseffecten van luchtvervuiling in kaart te brengen, wordt tot nu toe vooral gekeken naar de hoeveelheid fijn stof en stikstofdioxide, omdat daar normen voor bestaan. Roet is een aanvullende maat voor het weergeven van gezondheidseffecten als gevolg van verkeer. Het RIVM brengt op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Milieu al enkele jaren kaarten uit met de grootschalige roetconcentraties. Met de invoer voor het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit), meetgegevens van de afgelopen jaren en de steeds betere informatie over emissies, hebben het RIVM en de DCMR (Milieudienst Rijnmond) voor het eerst de roetconcentraties op alle adressen in heel Nederland bepaald.
Bij dezelfde analyse van de luchtkwaliteit op basis van de roetconcentratie, zijn de gezondheidseffecten duidelijker te zien dan wanneer alleen naar fijn stof en stikstofdioxide wordt gekeken. Door elke 0,5 microgram roet per kubieke meter lucht waar mensen extra en langdurig aan blootstaan, leven zij gemiddeld drie maanden korter. Informatie over roetconcentraties kan daarom helpen om keuzes te maken voor (verkeers)maatregelen die de luchtkwaliteit lokaal verbeteren, ook als al aan alle Europese normen wordt voldaan. De nu beschikbare roetkaart kan hier aan bijdragen.