Deelnemers aan het PIENTER Corona onderzoek nemen met behulp van een vingerprik bloed af. Dit bloed onderzoeken wij op S-antistoffen tegen het coronavirus. Deze antistoffen kunnen zijn aangemaakt na een vaccinatie en/of een besmetting.
Wat betekent de uitslag?
Wél antistoffen
- Antistoffen helpen bij het voorkomen van ziekte wanneer iemand in aanraking komt met het virus. Er is nog steeds een kans dat iemand mét antistoffen besmet raakt met het coronavirus, maar de kans dat iemand ernstig ziek wordt is kleiner.
Géén antistoffen
- Sommige mensen maken na een vaccinatie of besmetting géén of heel weinig antistoffen aan. Hierdoor kunnen wij de antistoffen niet meten.
- Na een besmetting of vaccinatie kan het 21 dagen duren voordat er antistoffen in het bloed meetbaar zijn. Is het bloedmonster eerder afgenomen, dan is de hoeveelheid antistoffen mogelijk te laag om te kunnen meten.
- Als er eerder wel antistoffen zijn aangetoond maar nu niet meer, dan is de hoeveelheid antistoffen afgenomen en kunnen wij ze niet meer meten. Het lichaam heeft waarschijnlijk wel afweer opgebouwd tegen het virus. Deze afweer kan ervoor zorgen dat het virus sneller opgeruimd wordt. Maar een nieuwe besmetting met het coronavirus is dus niet uitgesloten.
Géén testresultaat
- Soms is het bloedmonster niet geschikt om de test op uit te voeren. Misschien is het vingerprikje niet goed gelukt of zat er niet genoeg bloed in het buisje om de test uit te kunnen voeren.