Op deze pagina staan de belangrijkste resultaten van het onderzoek. De resultaten zijn bijgewerkt tot en met ronde 8 (zomer 2022).
Algemene informatie
Het PIENTER Corona onderzoek is gestart in april 2020. Zoals te zien in figuur 1 vond hierna elke paar maanden een nieuwe onderzoeksronde plaats. De achtste ronde was in juni en juli 2022. Zowel in ronde 2 als in ronde 6 is de studiegroep uitgebreid met nieuwe deelnemers. Elke ronde worden enkele duizenden bloedmonsters onderzocht. In ronde 8 waren dit er ongeveer 6.200. Over het algemeen komt bij iedere ronde iets meer dan de helft van de bloedmonsters van vrouwen. Ook doen meestal iets meer oudere dan jongere deelnemers mee. In de analyses wordt hier rekening mee gehouden.
grafiek figuur 1
Sla de grafiek Tijdslijn en totaal aantal bloedmonsters (ongeveer) per onderzoeksronde over en ga naar de datatabelFiguur 1: Tijdslijn en totaal aantal bloedmonsters (ongeveer) per onderzoeksronde in ronde 1 t/m ronde 8. *In ronde 2 en ronde 6 zijn nieuwe deelnemers uitgenodigd.
Aantal deelnemers naar leeftijd en regio
De gemiddelde leeftijd van de deelnemers van het PIENTER Corona onderzoek is rond de 50 jaar. De jongste deelnemer is 1 jaar en de oudste deelnemer 92 jaar. In onderstaande figuur staat de huidige verdeling in leeftijd van de deelnemers per regio in Nederland. De leeftijdsgroepen 70-74 jaar en 75-79 jaar zijn het meest vertegenwoordigd en de leeftijdsgroepen zijn evenredig verdeeld over de regio’s.
Figuur 2: Leeftijdsverdeling van deelnemers (ronde 8 – juni/juli 2022). De weergegeven regio’s bestaan uit de volgende provincies: Noord = Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel; Midwest = Noord-Holland en Flevoland; Midoost = Utrecht en Gelderland; Zuidwest = Zuid-Holland en Zeeland; Zuidoost = Noord-Brabant en Limburg. LVC sample = Low Vaccination Coverage, bestaande uit enkele gemeenten in Nederland waar de algemene vaccinatiegraad (tegen allerlei infectieziekten) lager is in vergelijking met de rest van Nederland.
Het aantal deelnemers per gemeente sinds ronde 6 (na de laatste ophoging) is weergegeven in figuur 3. Hoe groter de blauwe stip, hoe meer mensen uit die gemeente mee doen. De verdeling van bloedmonsters voor iedere gemeente lijkt op de verdeling van de bevolking in Nederland: er doen meer mensen mee uit de Randstad. Bij het analyseren van de onderzoeksresultaten houden we rekening met verschillen in geslacht, leeftijd, regio en etnische achtergrond van de deelnemers.
Figuur 3: Aantal deelnemers per gemeente (na de laatste ophoging in ronde 6 – november/december 2021).
Mensen met antistoffen
De onderzoeksresultaten laten zien welk deel van de Nederlandse bevolking naar schatting antistoffen heeft gemaakt tegen het coronavirus (SARS (severe acute respiratory syndrome)(severe acute respiratory syndrome)-CoV (coronavirus)(coronavirus)-2) dat COVID-19 veroorzaakt. Op die manier kunnen we een inschatting maken van het aantal mensen dat afweer heeft opgebouwd tegen het virus door besmetting, en sinds de start van de vaccinatiecampagne begin 2021 ook door vaccinatie. Het percentage van de mensen dat antistoffen heeft noemen we de seroprevalentie. Tijdens de eerste onderzoeksronde in het voorjaar van 2020 was de seroprevalentie iets minder dan 3%. In de tweede ronde in de zomer van 2020 steeg dit naar 4,5%, en tijdens de derde onderzoeksronde in het najaar van 2020 was dit ongeveer 5%. In februari 2021 was de seroprevalentie ruim 14%. Op dat moment had ongeveer 2% van de deelnemers antistoffen door vaccinatie en was ongeveer 12% besmet geweest met het coronavirus. In de vijfde ronde in de zomer van 2021 had bijna 65% van de bevolking antistoffen tegen het coronavirus in het bloed en ongeveer 20% had bewijs van een doorgemaakte besmetting. In het najaar van 2021 (ronde 6) had bijna 87% van de bevolking antistoffen. Ruim een kwart van de gehele bevolking bleek destijds bewijs van een infectie in het bloed te hebben. In de zevende ronde in het voorjaar van 2022 had ongeveer 95% van de bevolking antistoffen. Bij ongeveer 60% van de bevolking werd toen bewijs van infectie in het bloed aangetroffen. In de achtste ronde uit de zomer van 2022 bleef het deel van de mensen met antistoffen constant hoog (>95%). Bijna driekwart van de bevolking had in ieder geval 1 keer een infectie doorgemaakt.
De stijging van het percentage mensen met antistoffen sinds eerdere rondes is te danken aan de start van het vaccinatieprogramma begin 2021, en daarnaast door een stijging in infecties, vooral door de delta en omikron variant van het virus. In ronde 7 en 8 waren er nauwelijks verschillen tussen mannen en vrouwen en ook niet tussen mensen van verschillende migratie afkomst.
Leeftijdsverdeling van mensen met antistoffen
In figuur 4 staat het percentage deelnemers met antistoffen over de leeftijden verdeeld in de bevolking (van 1 tot 92 jaar) sinds de eerste golf in 2020. De resultaten uit het PIENTER Corona onderzoek rekenen we om naar de algemene bevolking. Bij iedere leeftijd schatten we welk deel uit de Nederlandse bevolking in contact is geweest met het coronavirus. Sinds januari 2021 wordt er gevaccineerd tegen SARS-CoV-2. Sinds de vierde ronde in februari 2021 wordt de opbouw van afweer door infectie en/of vaccinatie onderzocht. Dit doen we door te kijken naar verschillende soorten antistoffen in combinatie met informatie uit de vragenlijst en informatie over infectie uit voorgaande rondes. Een deel van de mensen wordt daarnaast ook na vaccinatie besmet.
Net als in ronde 4 tot en met 7, zijn de antistof resultaten van de achtste ronde (juni/juli 2022) een combinatie van vaccinatie en besmettingen in de bevolking (figuur 4, oranje lijn). De oudere leeftijden en kwetsbare personen waren in het begin van 2021 als eerste aan de beurt voor een coronavaccinatie. Later volgden de jongere leeftijden. Over het algemeen is de vaccinatiegraad bij volwassenen hoog en bij kinderen onder de 12 jaar een stuk lager. In alle leeftijdsgroepen vanaf 12 jaar is het percentage mensen met antistoffen (door infectie en/of vaccinatie, oranje lijn in figuur 4) 95% of hoger in ronde 8.
Van ronde 2 tot en met ronde 6 was er een vergelijkbare trend in het percentage mensen dat bewijs van besmetting had (figuur 4, van lichtgroene naar donkergroene stippellijn). De groep jongvolwassenen had iedere ronde relatief gezien het hoogste percentage besmettingen, gevolgd door 50’ers, en in de oudste leeftijdsgroepen was dit het laagst. In de zevende ronde (figuur 4, bruine stippellijn) was er een grote stijging in het percentage besmettingen ten opzichte van de vorige ronde, veroorzaakt door de delta en omikron variant van het coronavirus. De sterkste stijging vond plaats in mensen tot 50 jaar, met name in kinderen, en nam daarna geleidelijk af in ouderen. In ronde 8 is over alle leeftijden een toename van 10-15% in infecties te zien (roodbruine stippellijn). Jongeren zijn over het geheel genomen nog steeds de groep met de meeste besmettingen (tot 95%).
Figuur 4: Percentage mensen met antistoffen per leeftijd over de tijd (ronde 2-8). De gestippelde lijnen (lichtgroen tot roodbruin) laat het percentage mensen zien dat antistoffen heeft door infectie van ronde 2 (juni/juli 2020) tot en met ronde 8 (juni/juli 2022). De oranje lijn laat de totale seroprevalentie na infectie en vaccinatie in ronde 8 (juni/juli 2022) zien.
De resultaten van het PIENTER Corona onderzoek brengen we uit in wetenschappelijke artikelen zodat ze voor iedereen te lezen zijn. Andere landen kunnen hierdoor ook voordeel hebben van dit onderzoek en belangrijke conclusies gebruiken voor het maken van hun volksgezondheidsbeleid. Wanneer er artikelen online komen, delen we ze op deze pagina.
Analyse van de SARS (severe acute respiratory syndrome)-CoV (coronavirus)-2 seroprevalentie en risicofactoren, en symptomen in relatie tot hoogte van antistoffen na infectie tijdens de eerste golf (op basis van data uit ronde 1):
Vos ERA, den Hartog G, Schepp RM (risicomanagement), et al. Nationwide seroprevalence of SARS-CoV-2 and identification of risk factors in the general population of the Netherlands during the first epidemic wave. Journal of Epidemiology and Community Health. 2020 Nov 28;75(6):489–95.
Het effect van social distancing (afstand houden) op contactpatronen in de bevolking (op basis van data uit ronde 1 en 2):
Backer JA, Mollema L, Vos ER, et al. Impact of physical distancing measures against COVID-19 on contacts and mixing patterns: repeated cross-sectional surveys, the Netherlands, 2016–17, April 2020 and June 2020. Eurosurveillance. 2021 Feb;26(8):2000994.
Schatting van de aantal klachtenvrije SARS-CoV-2 infecties in de populatie (op basis van data uit het PIENTER3 onderzoek, en PIENTER Corona ronde 1 en 2):
McDonald SA, Miura F, Vos ERA, et al. Estimating the asymptomatic proportion of SARS-CoV-2 infection in the general population: Analysis of nationwide serosurvey data in the Netherlands. European Journal of Epidemiology. 2021 Jul;36(7):735-739.
Het effect van social distancing maatregelen op SARS-CoV-2 infectie na de eerste golf (op basis van data uit ronde 2):
Vos ERA, van Boven M, den Hartog G, et al. Associations between measures of social distancing and SARS-CoV-2 seropositivity: a nationwide population-based study in the Netherlands. Clinical Infectious Diseases. 2021 Dec 16;73(12):2318-2321.
De duur van immuniteit en bindingssterkte van SARS-CoV-2 antistoffen ruim een half jaar na infectie (op basis van data uit ronde 1 t/m 3):
den Hartog G, Vos ERA, van den Hoogen LL, et al. Persistence of antibodies to SARS-CoV-2 in relation to symptoms in a nationwide prospective study. Clinical Infectious Diseases. 2021 Dec 16;73(12):2155-2162.
Gebruik van antistoffen om doorbraakinfecties na vaccinatie te identificeren (m.b.v. data uit ronde 4):
van den Hoogen LL, Smits G, van Hagen CCE (Coordination Centre for Effects), et al. Seropositivity to Nucleoprotein to detect mild and asymptomatic SARS-CoV-2 infections: A complementary tool to detect breakthrough infections after COVID-19 vaccination? Vaccine. 2022 Apr 1;40(15):2251-2257.
De antistof respons na vaccinatie (m.b.v. data uit ronde 5):
van den Hoogen LL, Verheul MK, Vos ERA et al. SARS-CoV-2 Spike S1-specific IgG kinetic profiles following mRNA or vector-based vaccination in the general Dutch population show distinct kinetics. Scientific Reports. 2022 Apr 8;12(1):5935.
De ziektelast door acute COVID-19 (m.b.v. data uit ronde 3):
McDonald SA, Lagerweij GR (groepsrisico), de Boer P, et al. The estimated disease burden of acute COVID-19 in the Netherlands in 2020, in disability-adjusted life-years. European Journal of Epidemiology. 2022 Aug 11;1-13.
De laboratorium methode om antistoffen tegen SARS-CoV-2 te meten:
den Hartog G, Schepp RM, Kuijer M, et al. SARS-CoV-2–Specific Antibody Detection for Seroepidemiology: A Multiplex Analysis Approach Accounting for Accurate Seroprevalence. The Journal of Infectious Diseases. 2020 Oct 1;222(9):1452-1461.
Over de wetenschappelijke achtergrond van het PIENTER3 onderzoek heeft het RIVM eerder een artikel gepubliceerd:
Verberk JDM, Vos RA, Mollema L, et al. Third national biobank for population-based seroprevalence studies in the Netherlands, including the Caribbean Netherlands. BMC Infectious Diseases. 2019 May;19(1):470.