Het RS-virus (Respiratoir Syncytieel-virus )(Respiratoir Syncytieel-virus ) is de meest voorkomende oorzaak van ernstige luchtweginfecties bij heel jonge kinderen. Bijna alle kinderen hebben vóór hun tweede verjaardag een infectie met het virus gehad. Ook bij ouderen kan een infectie met dit virus ernstig verlopen. Het virus komt vooral in de wintermaanden voor.
Wat is het RS-virus?
Het RS-virus staat voor het Respiratoir Syncytieel-virus. Het is het meest voorkomende verkoudheidsvirus bij kinderen. De meeste kinderen worden er alleen verkouden van, maar vooral baby’s kunnen ernstig ziek worden van het RS-virus. Zij kunnen benauwd worden door een ontsteking van de kleine luchtwegen (bronchiolitis) of een longontsteking krijgen. Ongeveer 1 op de 100 kinderen wordt zo ernstig ziek van het RS-virus, dat een opname in het ziekenhuis nodig is. Gelukkig overlijden in Nederland heel weinig kinderen aan het RS-virus. Ook ouderen kunnen ziek worden van het RS-virus. Zij kunnen hierdoor in het ziekenhuis terechtkomen en er zelfs aan overlijden.
Hoe herken ik een infectie met het RS-virus?
De meest voorkomende klachten bij een infectie met het RS-virus zijn:
- verkoudheid (loopneus, keelpijn)
- hoesten
Soms zijn de klachten erger. Bij kinderen bijvoorbeeld:
- benauwdheid of een piepende ademhaling
- koorts
- longontsteking of bronchiolotis
- oorontsteking
Ouderen hebben vaak andere klachten dan kinderen. Bijvoorbeeld:
- vermoeidheid
- hoofdpijn
- koorts(achtig gevoel)
- longonsteking
- soms maag-darmklachten
De tijd tussen het besmet raken met het RS-virus en het ziek worden, is twee tot acht dagen. Meestal is dit vijf dagen. Iemand kan het RS-virus meerdere keren tijdens zijn of haar leven krijgen en weer ziek worden. Bij een volgende keer zijn de klachten meestal milder.
Iedereen kan een infectie met het RS-virus krijgen. Sommige mensen hebben meer kans op een infectie, vooral als mensen in groepen bij elkaar zijn, bijvoorbeeld in de kinderopvang of in een verpleeghuis.
Welke mensen kunnen erg ziek worden van het RS-virus?
Sommige kinderen hebben meer kans om erger ziek te worden door het RS-virus:
- Baby’s in hun eerste levensjaar (hoe jonger hoe kwetsbaarder)
- Baby’s die te vroeg geboren zijn.
- Kinderen jonger dan 2 jaar die ook een ziekte aan bijvoorbeeld het hart of de longen hebben, of het syndroom van Down.
- Kinderen die door een ziekte minder afweer hebben.
Ook sommige volwassenen hebben meer kans om erg ziek te worden door het RS-virus:
- Mensen van 75 jaar of ouder.
- Mensen van 60 jaar of ouder met een chronische aandoening.
- Mensen van 60 jaar of ouder die in een verpleeghuis wonen.
Hoe krijg ik het RS-virus?
Het RS-virus zit in de neus en keel van iemand die het virus heeft. De zieke kan het RS-virus overdragen door druppeltjes die vrijkomen bij hoesten, niezen en praten. Andere mensen krijgen deze druppeltjes binnen via de neus, ogen of mond. Zo kunnen zij met het virus besmet raken. Iemand met het RS-virus kan anderen besmetten voordat hij zelf ziek wordt. Iemand is niet meer besmettelijk als hij helemaal beter is.
Volwassenen zijn ongeveer tien tot twaalf dagen besmettelijk. Bij mensen met een afweerstoornis kan dit veel langer zijn. Kinderen onder de 2 jaar zijn ook langer besmettelijk: ongeveer drie tot vier weken na de start van de ziekte.
Hoe voorkom ik een RS-virusinfectie?
Voor zwangeren, om de baby direct na geboorte te beschermen:
- Zorg dat u in de laatste weken van uw zwangerschap, voor zover dat mogelijk is, geen contact heeft met mensen die hoesten of snotteren.
- U kunt een vaccinatie tegen RS-virus halen tussen de 24e en de 36e week van uw zwangerschap. Dit vaccin zorgt ervoor dat uw baby na de geboorte beschermd is, omdat antistoffen die u aanmaakt via de plancenta aan uw kind worden doorgegeven. De kosten hiervoor betaalt u zelf. Soms betaalt de zorgverzekeraar een deel van de kosten. Meer over deze vaccinatie leest u op Prik tegen RS-virus tijdens de zwangerschap | RIVM.
Voor ouders van jonge baby’s:
- Baby’s die zijn geboren vanaf 1 april 2025 kunnen sinds het najaar van 2025 een prik tegen het RS-virus krijgen. De prik beschermt baby’s tegen ernstige ziekte door het RS-virus. Baby’s geboren vanaf oktober tot en met maart krijgen de prik binnen 2 weken na de geboorte aangeboden. Baby’s geboren vanaf april tot en met september krijgen de prik in september of oktober aangeboden. Meer informatie hierover vindt u op Prik tegen het RS-virus | Rijksvaccinatieprogramma.nl.
- Zorg dat uw jonge baby, voor zover dat mogelijk is, geen contact heeft met mensen die hoesten of snotteren.
- Laat een kraamvisite alleen doorgaan als het bezoek niet hoest of snottert.
- Borstvoeding kan helpen om pasgeboren baby’s tegen RS-virus te beschermen. In de borstvoeding zitten antistoffen van de moeder. Die kunnen de baby beschermen tegen het RS-virus, maar bieden geen volledige bescherming.
- Maak speelgoed dat kinderen met elkaar delen en in de mond nemen elke dag schoon. Dit kan met gewone schoonmaakmiddelen.
Voor ouders van kinderen jonger dan 2 jaar uit bepaalde medische risicogroepen:
- Kinderen uit een aantal medische risicogroepen kunnen in hun tweede levensjaar een extra prik tegen het RS-virus krijgen.
- Dit gaat om kinderen met een ernstige ziekte. De behandelend kinderarts bepaalt of deze extra prik moet worden gegeven.
Voor mensen die hoesten en snotteren:
- Blijf uit de buurt van hoogzwangeren en jonge baby’s.
- Gebruik een papieren zakdoek. Gebruik de zakdoek maar één keer en gooi deze daarna weg.
- Heeft u geen zakdoek bij de hand? Hoest dan in uw elleboog.
- Was regelmatig uw handen met water en zeep.
Voor volwassenen met een hoger risico op ernstig ziek worden:
- Zorg dat u, voor zover dat mogelijk is, geen contact heeft met mensen die hoesten of snotteren.
- U kunt zich laten vaccineren tegen het RS-virus. Er bestaan meerdere vaccins tegen het virus. Deze krijgt u niet via een vaccinatieprogramma, zoals de coronaprik of griepvaccinatie. U kunt zich nu alleen op eigen verzoek laten vaccineren. De kosten hiervoor betaalt u zelf.
Is het RS-virus te behandelen?
Meestal gaat een infectie met het RS-virus vanzelf over. Dit kan een paar dagen tot een week duren. Op de website van Thuisarts staat wat u kunt doen als uw kind benauwd is en wanneer u meteen de huisarts of de huisartsenpost moet bellen. Ook staat hier meer informatie voor volwassenen over contact met de huisarts bij een longontsteking.
Onderzoek naar RS-virusinfecties
Het RIVM houdt in de gaten hoeveel mensen in Nederland luchtwegklachten hebben, en hoeveel RS-virus er rondgaat in Nederland. Dit doen we door surveillance van luchtweginfecties. Ook doet het RIVM onderzoek naar het RS-virus en volgen we zorgvuldig hoe de prik tegen het RS-virus bescherming geeft aan baby’s in Nederland. Het gaat dan om laboratoriumonderzoek (virologie en immunologie) en onderzoek naar wie ziek wordt van het RS-virus (epidemiologie). We werken daarbij samen met verschillende organisaties.
Hoe vaak komt het RS-virus voor in Nederland?
Het RS-virus komt in Nederland veel voor, vooral in de wintermaanden: november tot en met maart. Bijna alle kinderen raken besmet met het virus vóór hun tweede verjaardag. In Nederland komt 1-2% van alle baby’s onder de 1 jaar met een ernstige RS-virusinfectie in het ziekenhuis terecht. Dit zijn ongeveer 1.500-3.000 kinderen per jaar. Soms worden kinderen zo ziek dat ze op de intensive care afdeling voor kinderen (PICU) moeten worden beademd. Dit zijn ongeveer 200 kinderen per jaar. Jongere kinderen worden vaker ernstig ziek van het RS-virus dan oudere kinderen, omdat hun luchtwegen kleiner zijn. In Nederland overlijden heel weinig kinderen aan het RS-virus.
Bij ouderen, bij mensen met hart- of longaandoeningen en bij mensen die door een ziekte of medicijnen minder afweer hebben neemt de kans op complicaties toe. Zij kunnen bijvoorbeeld een longontsteking krijgen. In verzorgings- en verpleeghuizen zorgt het RS-virus wereldwijd regelmatig voor uitbraken.
Hoeveel kinderen komen door het RS-virus op de Intensive Care afdeling voor kinderen (PICU)?
Vanaf het najaar van 2025 krijgen alle baby’s geboren vanaf 1 april 2025 de prik tegen het RS-virus aangeboden. Deze prik beschermt tegen ernstige ziekte door het RS-virus. Daarom volgen we hoeveel kinderen jonger dan een jaar met het RS-virus op een van de zeven intensive care afdelingen voor kinderen (PICU) worden opgenomen. Dit vergelijken we met het aantal opnames van eerdere jaren, vóór de invoering van de prik, om te zien of de prik goed werkt.
Over welke gegevens gaat het?
Het RIVM publiceert in de periode van november tot en met april elke twee weken cijfers over nieuwe opnames van kinderen jonger dan een jaar die met het RS-virus op de PICU (pediatrische intensive care units) worden opgenomen. Het gaat om kinderen bij wie het RS-virus met een test is aangetoond.
Waar komen de gegevens vandaan?
Deze gegevens komen van Nederlandse intensive care afdelingen voor kinderen. Zij sturen deze gegevens naar het UMC (Universitair Medisch Centrum)(Universitair Medisch Centrum) Utrecht. Het UMC Utrecht verzamelt deze informatie in de winter van 2025-2026 en 2026-2027 via de BRICK-II-studie. Deze studie wordt uitgevoerd door het UMC Utrecht, met financiering van geneesmiddelenfabrikant Sanofi. Een deel van de gegevens uit deze studie wordt belangeloos en geanonimiseerd gedeeld met het RIVM, met toestemming van de deelnemende PICU’s. Om het aantal opnames te kunnen vergelijken met afgelopen seizoenen, deelt het UMC Utrecht gegevens uit de BRICK-I-studie (2021 – 2023) en het eerste jaar van de BRICK-II studie (2024-2025)
Kan een kind met een RS-virusinfectie naar de kinderopvang of school?
Voelt een kind zich goed of is het voldoende hersteld? Dan kan het gewoon naar de kinderopvang of naar school. Het RS-virus komt in de winter veel voor en geeft voor de meeste kinderen alleen verkoudheidsklachten. Contact met het RS-virus is daardoor niet tegen te houden.
Heeft uw kind een infectie door het RS-virus? Vertel het dan aan de pedagogisch medewerker of de leerkracht. Zij kunnen in overleg met de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)(Gemeentelijke Gezondheidsdienst) andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van het RS-virus bij hun kind. Soms zijn extra maatregelen op de kinderopvang of de school nodig.
Werkt u in de (ouderen)zorg? Neem dan contact op met uw werkgever of bedrijfsarts als u last heeft van verkoudheidsklachten. Mogelijk moet u maatregelen nemen, zoals het dragen van een mondneusmasker, om kwetsbare patiënten te beschermen. Op de pagina Luchtweginfecties | RIVM staan adviezen om verspreiding van luchtweginfecties te beperken.
Video's
Het RS-virus
Voice-over:
RS-virus is een virus waar mensen en vooral jonge baby's verkouden
of grieperig van kunnen worden.
De meest voorkomende klachten zijn neusverkoudheid en hoesten.
Het virus komt vooral in de herfst- en wintermaanden voor.
Bijna alle kinderen krijgen voor ze twee jaar zijn een infectie met dit virus.
Meestal is behandeling van een RS-virusinfectie niet nodig.
De klachten verdwijnen vanzelf na een paar dagen tot een week.
Soms kunnen baby's ernstig ziek worden.
Ze worden benauwd, krijgen koorts en kunnen
een longontsteking of oorontsteking krijgen.
Soms is opname in het ziekenhuis nodig.
Overleg met de huisarts als uw baby niet goed drinkt
of als uw baby koorts heeft en zich anders gedraagt dan normaal
benauwd is of een piepende ademhaling heeft
ontroostbaar is
of steeds zieker wordt.
Vanaf het najaar van 2025 kunnen baby's een prik tegen het RS-virus krijgen.
Daarmee zijn baby's beschermd tegen ernstig ziek worden door het RS-virus.
Meer weten? Ga naar rijksvaccinatieprogramma.nl/rsvirusprik
Beeld: logo Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Ervaringen met RS-virus
Het RS-virus komt heel veel voor. Het kan heel heftig zijn als je kind al een onderliggende aandoening heeft. Vertrouw op je moedergevoel als je voelt dat het niet klopt.
Willemijn Rozenberg vertelt over haar dochter Guusje, die op jonge leeftijd het RS-virus heeft gehad.
Meer informatie
- Thuisarts 'RS-virus'
- Stand van zaken RS-virus en influenzavirus bij de huisarts
- Advies Gezondheidsraad “Immunisatie tegen RSV in het eerste levensjaar”
- RIVM-rapport 'Verkenning RSV-immunisatie in het eerste levensjaar'
- Preventie van RSV bij jonge kinderen. Actuele achtergrondinformatie voor de Gezondheidsraad
- RSV-vaccinatie in ouderen. Achtergrondinformatie voor de Gezondheidsraad | RIVM
- Europees onderzoek naar RS-virus | RIVM
- Europees onderzoek naar RS-virus | The University of Edingburgh
- RSV-Patiëntennetwerk Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ)