Deze pagina beschrijft de surveillance van luchtweginfecties en de veroorzakers daarvan in Nederland. Op deze pagina vindt u informatie over de surveillance van het respiratoir syncytieel virus (RS-virus (Respiratoir Syncytieel-virus )/RSV (Respiratoir Syncytieel Virus)).
Omdat de meeste luchtweginfecties vooral in de winter voorkomen, worden de data gepresenteerd voor een luchtwegseizoen of een respiratoir jaar. Een luchtwegseizoen loopt van week 40 van het ene jaar tot en met week 20 van het daaropvolgende jaar. Een respiratoir jaar loopt van week 40 van het ene jaar tot en met week 39 van het daaropvolgende jaar. Op deze pagina wordt de data van het respiratoire jaar 2023/2024 beperkt tot het luchtwegseizoen. Meer achtergrondinformatie over de verschillende surveillance bronnen staan in het document ‘achtergrond en methoden over de respiratoire surveillance van 2023/2024’ (in het Engels).
Vroege piek RS-virus (Respiratoir Syncytieel-virus )
Gebaseerd op door laboratoria gerapporteerde RSV (Respiratoir Syncytieel Virus)-detecties (virologische weekstaten) begon het RSV-seizoen 2023/2024 in week 39. Dat is hetzelfde als in seizoen 2022/2023 en eerder dan de vijf pre-pandemische RSV-seizoenen (2014/2015 – 2018/2019). De piek tijdens luchtwegseizoen 2023/2024 (week 48) was eerder dan de piek van luchtwegseizoen 2022/2023 (week 52) en de vijf pre-pandemische luchtwegseizoenen (tussen weken 52 en 8). De andere RSV-surveillancebronnen lieten vergelijkbare trends zien voor het seizoen van 2023/2024, met pieken tussen weken 45-48 van 2023. In de virologische weekstaten en de Nivel huisartsensurveillance waren de pieken eerder in het seizoen dan tijdens de vijf pre-pandemische seizoenen (2014/2015 t/m 2018/2019). De pieken in de virologische weekstaten en in het aantal ziekenhuisopnames bij jonge kinderen waren ook eerder dan voorgaande seizoen 2022/2023.
RSV-detecties in de virologische weekstaten
Het aantal RSV-detecties zoals gerapporteerd door de laboratoria van de virologische weekstaten was aan het begin van het luchtwegseizoen (sinds week 36 van 2024) al aan een toename begonnen en piekte in week 48 2023. Tussen week 48 2023 en week 2 2024 nam het aantal detecties sterk af (van 374 naar 103 wekelijkse detecties). Na week 2 daalde het aantal detecties geleidelijk verder. Tussen maart 2024 (week 10 2024) en het einde van deze rapportageperiode (week 20 2024) bleef het op een laag niveau. Omdat het testbeleid waarschijnlijk is veranderd sinds de COVID-19-pandemie, moet het aantal RSV-positieve testen met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Dit geldt ook voor indicatoren om het begin, de intensiteit en het einde van de RSV-seizoenen te definiëren. Deze indicatoren zijn berekend met de Moving Epidemic Methode (MEM) op basis van gerapporteerde detecties uit de virologische weekstaten in de seizoenen 2010/11 tot en met 2019/20 (zie onderstaande tabel).
RS-virus bij de huisarts
Het percentage RSV-positieve monsters, verzameld bij de huisartsensurveillance van patiënten met een acute respiratoire infectie (ARI (acute respiratoire infectie)), piekte in week 48 2023 (20% van de monsters positief). Dit was vergelijkbaar met luchtwegseizoen 2022/2023, maar eerder dan de vijf pre-pandemische luchtwegseizoenen. In de weken na week 51 2023 werd RSV alleen nog sporadisch gevonden. Het percentage RSV-positieve monsters was het hoogst bij kinderen tussen 0-1 jaar (26%), gevolgd door de leeftijdsgroep 2-4 jaar (19%), 5-14 jaar (8%), 65 jaar en ouder (6%), 45-64 jaar (5%) en 15-44 jaar (3%). RSV-A was het gehele luchtwegseizoen 2023/2024 in alle leeftijdsgroepen dominant in de huisartsensurveillance.
RS-virus in infectieradar
In de monsters van de Infectieradarzelfteststudie werden de hoogste percentages RSV bij mensen met ARI gevonden in weken 46-52. Het piekpercentage was 6% in week 47. Daarbij moet worden opgemerkt dat er in Infectieradar een sterke ondervertegenwoordiging van kinderen is. Net als in de huisartssurveillance was in infectieradar RSV-A het gehele luchtwegseizoen 2023/2024 in alle leeftijdsgroepen dominant.
RS-virus ziekenhuisopnames bij jonge kinderen
Het aantal kinderen onder de 2 jaar dat opgenomen werd met RSV-bronchiolitis piekte in week 45 2023 (n = 191 ziekenhuisopnames) in 43 ziekenhuizen die deelnemen aan de SPREAD-studie (zie ook achtergrond en methoden). Anders dan bij de virologische weekstaten was deze piek hoger dan in seizoen 2022/2023 (n = 143 ziekenhuisopnames). Dataverzameling van de SREAD-studie stopte in week 18 2024.
Fig 1 RSV vir wk
Sla de grafiek Figuur 1. Wekelijks aantal gerapporteerde detecties voor RSV in de virologische weekstaten voor de respiratoire jaren 2014/2015 – 2022/2023 en voor het luchtwegseizoen (t/m week 20) 2023/2024. over en ga naar de datatabelLet op: Deze data is eigendom van de laboratoria die deelnemen aan de virologische weekstaten, vertegenwoordigd door het bestuur van de Nederlandse Werkgroep voor Klinische Virologie (NWKV (Nederlandse Werkgroep voor Klinische Virologie)). Het database beheer ligt bij het RIVM. Verder gebruik van deze data is niet toegestaan zonder toestemming. Toestemming voor gebruik van deze data kan aangevraagd worden door contact op te nemen via virweekstaten@rivm.nl.
Tabel 1. RSV (Respiratoir Syncytieel Virus)-seizoenstrends gebaseerd op de virologische weekstaten voor de periode 2014/2015 - 2023/2024 (tot en met week 20): start van RSV-seizoen, epidemische intensiteit en piek.
Luchtwegseizoen | Start week | Duur RSV-seizoen (aantal weken) | Boven gemiddelde intensiteit niveau | Boven hoge intensiteit niveau | Boven zeer hoge intensiteit niveau | Timing van de piek | Aantal detecties in de piek |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2014/2015 | 49 | 18 | 0 | 0 | 0 | Week 8 2015 | 162 |
2015/2016 | 48 | 19 | 0 | 0 | 0 | Week 4 2016 | 114 |
2016/2017 | 45 | 16 | 4 | 0 | 0 | Week 52 2016 | 199 |
2017/2018 | 46 | 19 | 2 | 0 | 0 | Week 1 2018 | 192 |
2018/2019 | 47 | 16 | 2 | 0 | 0 | Week 1 2019 | 186 |
2019/2020 | 46 | 19 | 1 | 0 | 0 | Week 2 2020 | 170 |
2020/2021 | 23* | RSV-seizoen liep door in 2021/2022 | Zomerpiek: 6 | 2 | 2 | Week 29 2021 | 254 |
2021/2022 | RSV-seizoen begon in 2021/2022 | 64 |
Winterpiek: 0 |
Winterpiek: 0 |
Winterpiek: 0 |
Week 47 2021 |
120 |
Zomerpiek: 1 |
Zomerpiek: 0 |
Zomerpiek: 0 |
Week 23 2022 | 154 | |||
2022/2023 | 39 | 26 | 10 | 8 | 6 | Week 52 2022 | 560 |
2023/2024 | 39 | 22 | 10 | 8 | 7 | Week 48 2023 | 374 |
*Week 23 van 2021
Voetnoot:
- Datum van data-extratie: 12 juni 2024
- Weeknummer is de week van laboratorium diagnose melding
- Drempelwaardes voor het begin en het einde van de epidemische periode en voor de intensiteit worden gedefinieerd door MEM. De MEM-epidemie- en -intensiteitsdrempelwaardes (Lozano 2018) voor de seizoenen 2020/2021 en daaropvolgende seizoenen waren gebaseerd op gegevens van de seizoenen 2010/2011-2019/2020 en waren als volgt: pre-epidemische drempelwaarde: 21; post-epidemische drempelwaarde: 31; gemiddelde intensiteit: 150, hoge intensiteit: 212; zeer hoge intensiteit; 248. Aangezien het testbeleid waarschijnlijk is veranderd sinds de COVID-19-epidemie, moeten het aantal RSV-diagnoses en de daaropvolgende uitkomsten over het begin en de duur van het RSV-seizoen met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Om een vergelijking van het begin en de duur van het RSV-seizoen tussen de laatste drie RSV-seizoenen mogelijk te maken, werd de drempelwaarde voor deze seizoenen op dezelfde waarden vastgesteld.
Fig 3 RSV virologie NPS
Sla de grafiek Figuur 3. Percentage monsters van ARI-patiënten (inclusief influenza-achtig ziektebeeld (IAZ)) bij de huisarts, positief voor RSV, per week, voor de respiratoire jaren 2014/2015 – 2022/2023 en voor het luchtwegseizoen (t/m week 20) 2023/2024. over en ga naar de datatabelFig 4 RSV virologie leeftijd
Sla de grafiek Figuur 4. Percentage RSV-A- en RSV-B-positieve monsters van ARI-patiënten (inclusief IAZ) bij de huisarts, per leeftijdsgroep, en aantal monsters getest tijdens het luchtwegseizoen 2023/2024 (week 40 2023 tot en met week 20 2024) (bronnen: Nivel huisartsenpeilstations en RIVM). over en ga naar de datatabelInhoudsopgave surveillance luchtweginfecties
Meer over surveillance luchtweginfecties