Om klimaatverandering in de toekomst te beperken, worden wereldwijd maatregelen genomen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Een van de maatregelen is om van fossiele energiebronnen over te stappen naar duurzame energiebronnen. Windturbines leveren duurzame energie en sinds een aantal jaren worden deze in Nederland ook steeds meer op zee geplaatst. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) is toezichthouder voor windturbines op zee en heeft het RIVM gevraagd een quickscan te doen. Doel was om te onderzoeken welke gevolgen er voor het milieu kunnen ontstaan door windturbines op zee.
Windturbines en gevaarlijke stoffen (ZZS (Zeer Zorgwekkende Stoffen ))
In de quickscan heeft het RIVM onderzocht of er gevaarlijke stoffen vrijkomen bij het gebruik van windmolens op zee. Er is gekeken naar het plaatsen van de windturbines tot en met de ontmanteling en recycling. Uit de quickscan blijkt dat er een kans is op uitstoot van gevaarlijke stoffen. Dit geldt vooral bij het gebruik en onderhoud van de windturbines. In een vervolgonderzoek wordt daarom onderzoek gedaan naar concentraties en mogelijke risico’s van deze stoffen. Daarbij wordt vooral gekeken naar situaties waarin de windmolens gecombineerd worden met bijvoorbeeld algenvelden, oesterkwekerijen of viskwekerijen (multi-use scenario’s).
Windturbines en een veilige circulaire economie
Er is ook gekeken naar de afvalfase van de windturbines. Het blijkt dat vooral de recycling van de bladen nog niet op orde is. In de literatuur is er nog weinig bekend over mogelijke manieren om de bladen te recyclen. En wat daarvan de gevolgen zijn voor het milieu. Nederland zet in op een circulaire economie Veilig en duurzaam recyclen | RIVM in 2050. Dat betekent dat grondstoffen in principe in de kringloop blijven en afval weer wordt gebruikt als grondstof. Daarom is het heel belangrijk om al in de ontwerpfase van nieuwe bladen rekening te houden met de end-of-life fase van de windturbines. En te bedenken hoe deze veilig gerecycled kunnen worden.
Preventie en vervolgonderzoek
Het belangrijkste advies naar aanleiding van de quickscan is om preventieve maatregelen te nemen. Daardoor wordt de uitstoot van stoffen minder. Dit kan onder andere door de coating van de windturbine te veranderen en te voorkomen dat erosie van de bladen optreedt.
Daarnaast adviseert het RIVM om vervolgonderzoek te doen op 3 onderdelen:
1. de risico’s van multi-use scenario’s;
2. de risico’s bij calamiteiten, zoals brand;
3. end-of-life van de bladen (de recycling).