Waarom wel of niet naleven van de gedragsregels?
Het wel of niet naleven van de gedragsregels kan verschillende redenen hebben. Over een aantal van deze mogelijke redenen hebben we vragen gesteld in dit onderzoek.
Meetrondes
Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei | Ronde 3: 27 mei - 1 juni | Ronde 4: 17-21 juni | Ronde 5: 8-12 juli | Ronde 6: 19-23 augustus | Ronde 7: 30 september - 4 oktober | Ronde 8: 11-15 november | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari.
Risico-inschatting
Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd hoe groot zij denken dat de kans is dat ze zelf besmet raken met het coronavirus of anderen ermee besmetten. Ook is gevraagd hoe erg ze dat zouden vinden.
Van de deelnemers geeft 13% aan het (zeer) waarschijnlijk te vinden dat ze in de komende maanden besmet raken. 34% vindt dit juist (zeer) onwaarschijnlijk. Als ze besmet zouden raken dan vindt 58% dit (heel) erg.
Bijna de helft van de deelnemers (47%) acht het (zeer) waarschijnlijk dat zij het virus aan anderen doorgeven als ze zelf besmet zouden zijn. Bijna iedereen (91%) zou het (heel) erg vinden het virus door te geven aan iemand anders.
Verandering in risico-inschatting
Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Het percentage deelnemers dat het (zeer) waarschijnlijk vindt om besmet te raken daalde vanaf de eerste tot en met de vierde meetronde, nam daarna tot de zevende meetronde toe en is tot meetronde 9 vrij stabiel gebleven. Na een daling met 5 procentpunt in de huidige meetronde ligt het percentage nu ongeveer op het niveau van de derde meetronde (in het voorjaar). Het percentage deelnemers dat het (heel) erg vindt om besmet te raken, is tot meetronde 7 gestegen. De daling die intrad in meetronde 8 heeft ook in de huidige meetronde doorgezet. Het percentage deelnemers dat het (heel) erg vindt om anderen te besmetten blijft stabiel en is hoger dan 90% bij alle meetrondes. De inschatting van de kans om anderen te besmetten blijft ook stabiel over de tijd.
De gevoelsmatige dreiging die mensen ervaren
Aan de deelnemers van het onderzoek zijn stellingen voorgelegd over de mate waarin het virus hen emotioneel beïnvloedt. Van de deelnemers geeft 60% aan dat zij ervaren dat het virus zich (heel) snel verspreidt. Voor 50% van de deelnemers voelt het coronavirus als (heel) dichtbij. Ook maakt 40% van de deelnemers zich (veel) zorgen over het virus. Respectievelijk 34 en 32% van de deelnemers geeft aan dat het virus hen een hulpeloos gevoel geeft en dat zij er (bijna) de hele tijd aan denken. 28% van de deelnemers geeft aan (veel) stress door het coronavirus te ervaren en 27% dat zij er (heel) erg bang voor zijn.
Verandering van de gevoelsmatige dreiging die mensen ervaren
Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Vanaf de eerste tot en met de vijfde meetronde was er een afname in de gevoelsmatige dreiging van het coronavirus. Tussen meetronde 5 en 7 nam de gevoelsmatige dreiging van het coronavirus weer toe. Tussen de zevende en de achtste meetronde trad er weer een daling op, maar daarna steeg de gevoelsmatige dreiging van het coronavirus weer in meetronde 9. Deze verandering lijkt mee te bewegen met het aantal besmettingen in Nederland. In de huidige meetronde is de gevoelsmatige dreiging van het coronavirus weer gedaald. De grootste daling is te zien in het percentage deelnemers dat het coronavirus ervaart als iets wat zich (heel) snel verspreidt (afname van 18 procentpunt) en als iets wat (heel) dichtbij voelt (afname van 13 procentpunt).
Hoe goed helpen de gedragsregels?
Aan de deelnemers is gevraagd hoe goed volgens hen de gedragsregels helpen het virus tegen te gaan. Voor de meeste gedragsregels geeft een grote meerderheid aan dat de regels volgens hen (heel) veel helpen. De gedragsregels die volgens relatief de meeste deelnemers helpen zijn: drukte vermijden (91%), thuisblijven bij huisgenoten met verkoudheidsklachten (90%), thuisblijven bij verkoudheidsklachten (88%), zoveel mogelijk thuis werken (88%) en geen handen schudden (88%).
Van het gebruik van mondkapjes in het openbaar vervoer en in de publieke binnenruimtes denkt respectievelijk 62 en 56% dat dit (heel) veel helpt. Het ontvangen van maximaal één bezoeker thuis draagt volgens 48% van de deelnemers (heel) veel bij om het virus tegen te gaan. Binnen blijven tijdens de avondklok helpt volgens 42% van de deelnemers (heel) veel. Dit zijn daarmee de gedragsregels waarvan relatief het laagste aantal deelnemers denkt dat ze (heel) veel helpen.
Verandering in overtuiging hoe goed de gedragsregels helpen
Voor veranderingen over tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige ronde is voor de meeste gedragsregels het percentage deelnemers dat denkt dat deze gedragsregels (heel) veel helpen afgenomen. Dat geldt vooral voor het maximale aantal toegestane bezoekers; bij de vorige meetronde, toen het maximale aantal nog twee bezoekers was, dacht 68% van de deelnemers dat dit (heel) veel helpt en bij de huidige meetronde denkt 49% dat een maximum van één bezoeker (heel) veel helpt. Voor het dragen van een mondkapje in publieke binnenruimtes en voor het dragen van een mondkapje in het openbaar vervoer is ten opzichte van de vorige meetronde een toename te zien in percentage deelnemers die denken dat het (heel) veel helpt. Over alle metingen bekeken heeft het percentage deelnemers die denken dat het dragen van een mondkapje in het openbaar vervoer (heel) veel helpt de grootste verandering doorgemaakt, met een stijging van 27 procentpunt tussen meetronde 4 en 10.
Hoe goed helpt 1,5 meter afstand houden?
Aan de deelnemers is gevraagd hoe goed volgens hen 1,5 meter afstand houden helpt om het virus tegen te gaan in verschillende situaties. Voor de meeste situaties geeft minstens 70% van de deelnemers aan dat 1,5 meter afstand houden (heel) veel helpt. Voor de situaties buiten (frisse neus halen, een rondje fietsen of hardlopen, hond uitlaten of met de kinderen buiten spelen) ligt dit percentage lager: 51% van de deelnemers denkt dat 1,5 meter afstand in deze situaties (heel) veel helpt.
Moeilijk of makkelijk?
Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd hoe moeilijk of makkelijk zij het vinden om zich aan de gedragsregels te houden. Voor de meeste gedragsregels vindt minstens 60% van de deelnemers het (heel) makkelijk om zich er aan te houden. Voor het niet schudden van handen is het percentage deelnemers dat dit (heel) makkelijk vindt het hoogst, met 92%. Voor maximaal één bezoeker thuis ontvangen is het percentage deelnemers dat dit (heel) makkelijk vindt het laagst (48%). Meer dan 80% van de deelnemers vindt het (heel) makkelijk om zich aan de avondklok te houden.
Verandering in hoe makkelijk het opvolgen van gedragsregels is
Voor veranderingen over tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige ronde is voor de meeste gedragsregels het percentage deelnemers dat deze (heel) makkelijk vindt om op te volgen ongeveer gelijk gebleven. Een uitzondering is het percentage deelnemers dat de gedragsregel om niet meer dan het maximaal toegestane aantal gasten thuis te ontvangen als (heel) makkelijk ervaart. Ten opzichte van de vorige meetronde (toen een maximum van twee bezoekers gold) komt dit percentage (nu het maximum één bezoeker is) met een daling van 23 procentpunt op het laagste niveau tot nu toe.
Over alle meetrondes bekeken, is het percentage deelnemers dat het (heel) makkelijk vindt om zich aan de hygiëneregels te houden (handen wassen, in de elleboog niezen/hoesten, papieren zakdoek gebruiken) na een afname tussen de eerste twee meetrondes gestabiliseerd. Ten opzichte van de eerste meetronde (eerste lockdown in het voorjaar) is het percentage deelnemers dat het (heel) makkelijk vindt om regelmatig de handen te wassen gedaald met 25 procentpunt. Het percentage deelnemers dat het (heel) makkelijk vindt om een mondkapje te dragen in het openbaar vervoer, is juist sterk gestegen sinds de eerste keer dat dit is gemeten in meetronde 4 (met 28 procentpunt).
Moeilijk of makkelijk 1,5 meter afstand houden
Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd hoe moeilijk of makkelijk zij het vinden om 1,5 afstand te houden in verschillende situaties. Wanneer zij naar buiten gaan om een frisse neus te halen, een rondje te gaan fietsen of te gaan hardlopen, vindt 83% van de deelnemers het (heel) makkelijk om 1,5 meter afstand te houden. Bij het boodschappen doen, geldt dat voor maar 32% van de deelnemers.
Wat doen mensen in de omgeving?
Hoe mensen in je omgeving omgaan met bepaalde gedragsregels kan van invloed zijn op je eigen gedrag. Relatief de meeste deelnemers (94%) geven aan dat ze mensen in hun omgeving geen handen zien schudden. Ook zien relatief veel deelnemers dat mensen in hun omgeving een mondkapje dragen in publieke binnenruimtes (92%) en in het openbaar vervoer (90%). 84% van de deelnemers ziet dat anderen in hun omgeving binnen blijven tijdens de avondklok. Gedragsregels die deelnemers anderen in hun omgeving het minst zien opvolgen zijn regelmatig de handen wassen (43%) en maximaal één bezoeker thuis ontvangen (48%).
Verandering in wat mensen in de omgeving doen
Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Voor de meeste gedragsregels is ten opzichte van de vorige meetronde geen verandering te zien in het percentage deelnemers dat in de omgeving ziet dat men zich aan de gedragsregels houdt. De gedragsregel om niet meer dan het maximaal toegestane aantal bezoekers te ontvangen is hierop een uitzondering, met een afname van 10 procentpunt. Daarnaast is voor de maatregel ‘zoveel mogelijk thuisblijven’ een stijging te zien van 5 procentpunt.
Ten opzichte van de eerste meetronde in het voorjaar van 2020 is vooral een daling te zien in het percentage deelnemers dat in de omgeving ziet dat mensen zich houden aan de gedragsregel om regelmatig de handen te wassen (16 procentpunt). Ook voor de gedragsregel om zoveel mogelijk thuis te werken is een relatief grote afname te zien (12 procentpunt) ten opzichte van de eerste keer dat dit gemeten werd, in meetronde 2. Het percentage deelnemers dat in de omgeving ziet dat mensen zich houden aan het dragen van een mondkapje in het openbaar vervoer is juist toegenomen ten opzichte van de eerste keer dat dit gemeten werd, in meetronde 5 (16 procentpunt).