Welbevinden en leefstijl tijdens de coronacrisis

In de 10e meetronde van het vragenlijstonderzoek geven deelnemers hun leven op het moment van invullen van de vragenlijst een rapportcijfer van 6,8 op een schaal van 1-10. Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Over tijd vertoont het rapportcijfer dat deelnemers hun leven geven een kleine piek in de zomermaanden. Bij het interpreteren van veranderingen in welbevinden over de tijd moet ook rekening worden gehouden met mogelijke seizoenseffecten.

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei | Ronde 3: 27 mei - 1 juni | Ronde 4: 17-21 juni | Ronde 5: 8-12 juli | Ronde 6: 19-23 augustus | Ronde 7: 30 september - 4 oktober | Ronde 8: 11-15 november | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari. 

Mentaal welbevinden

Op de vraag hoe men zich heeft gevoeld in de afgelopen 7 dagen geeft 6% van de deelnemers aan zich (heel) vaak angstig te hebben gevoeld. Daarnaast geef 16% aan zich (heel) vaak gestrest te hebben gevoeld en zegt 19% (heel) vaak last te hebben gehad van slaapproblemen.

Het mentaal welbevinden lijkt toe te nemen met de leeftijd. Van de deelnemers in de jongste leeftijdsgroep van 16-24 jaar geeft 54% aan dat zij zich in de afgelopen 7 dagen (heel) vaak gestrest hebben gevoeld. Dit percentage neemt af in de oudere leeftijdsgroepen, tot slechts 4% bij de 70-plussers. Het percentage deelnemers dat zich angstig voelt varieert per leeftijdsgroep, van 3% in de oudste leeftijdsgroep tot 23% in de jongste groep. Ook het percentage deelnemers met slaapproblemen is het hoogste in de jongere leeftijdsgroepen. Van de 16-24-jarigen geeft 40% aan dat zij hier de afgelopen 7 dagen last van hebben gehad, vergeleken met 13% van de 70-plussers.

In de vragenlijst is ook een aantal vragen opgenomen die inzicht geven in de psychische gezondheid van deelnemers (‘Mental Health Inventory 5' ofwel 'MHI-5'). Op basis van deze vragen kan 82% van de deelnemers gezien worden als psychisch gezond. Respectievelijk 10%, 5% en 3% van de deelnemers heeft lichte, matige of ernstige  psychische gezondheidsklachten. Het percentage deelnemers van 16-24 jaar dat gezien kan worden als psychisch gezond ligt met 45% een stuk lager dan bij oudere leeftijdsgroepen.

Verandering in mentaal welbevinden

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Sinds november 2020 is het percentage deelnemers dat zich in de afgelopen 7 dagen (heel) vaak angstig voelde ongeveer gelijk gebleven. Dit is ook het geval voor het percentage deelnemers dat zich (heel) vaak gestrest voelde en het percentage dat (heel) vaak last had van slaapproblemen. Dit geldt voor alle leeftijdsgroepen.

De psychische gezondheid van alle deelnemers gezamenlijk is ook vrij stabiel over de tijd, maar er zijn verschillen tussen leeftijdsgroepen. Bij 25-39 jarigen nam het percentage dat psychisch gezond was de eerste paar rondes toe tot een piek in meetronde 5, maar sindsdien neemt het weer af. Deelnemers van 70 jaar en ouder laten relatief de hoogste percentages zien voor psychische gezondheid, en dit is stabiel over de tijd. Bij de 16-24 jarigen bleef het percentage dat psychisch gezond was de eerste vier rondes redelijk stabiel, met een piek in meetronde 5. Sinds meetronde 5 neemt het af. Vergeleken met meetronde 1 is het percentage 16-24-jarigen in ons onderzoek dat psychisch gezond is, gedaald met 23 procentpunt.

Eenzaamheid

Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd om eenzaamheid te meten, zoals ‘Ik ervaar een leegte om me heen’ en ‘Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen’. Deze konden zij beantwoorden met ‘Ja’, ‘Min of meer’ of ‘Nee’. In meetronde 10 geeft 68% aan zich enigszins tot sterk eenzaam te voelen. Het percentage dat zich enigszins tot sterk eenzaam voelt ligt voor jongeren van 16-24 jaar (84%) hoger dan voor oudere leeftijdsgroepen (66 tot 70%, cijfers niet in figuur).

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Het percentage deelnemers dat eenzaamheid ervaart toonde een flinke daling vanaf de eerste meetronde, maar laat sinds meetronde 6 weer een lichte stijging zien. Deze stijging zet in meetronde 10 door: ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat zich enigszins of sterk eenzaam voelt met 6 procentpunt gestegen. Deze stijging is te zien in alle leeftijdsgroepen, maar valt het meeste op bij de 25-39-jarigen. Het percentage dat zich eenzaam voelt is in deze groep sinds de vorige meetronde met 9 procentpunt toegenomen.

Sociale contacten

Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd om de kwaliteit van sociale contacten te meten, zoals ‘Ik mis het om mijn vrienden of familie in het echt te zien’ en ‘Alles bij elkaar ervaar ik de kwaliteit van mijn sociale contacten goed’. Deze stellingen konden zij beantwoorden met vijf antwoordmogelijkheden variërend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’.

Van de deelnemers aan meetronde 10 ervaart 50% de kwaliteit van sociale contacten als goed. Daarnaast geeft 61% aan goed contact te hebben met familie en vrienden en geeft 60% aan digitale of telefonische contacten als positief te ervaren. Desondanks geeft 80% van de deelnemers aan het wel te missen om familie en vrienden in het echt te zien.

Verandering sociale contacten

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde wordt de kwaliteit van de sociale contacten over het algemeen wat minder goed ervaren. Het percentage deelnemers dat de kwaliteit van sociale contacten als goed ervaart, is met 6 procentpunt gedaald. Het percentage deelnemers dat aangeeft goed contact te hebben met vrienden en familie is met 5 procentpunt gedaald. Het percentage deelnemers dat het eens is met de stelling ‘Ik mis het om mijn familie en vrienden in het echt te zien’, is ten opzichte van de vorige meetronde toegenomen met 8 procentpunt.

Ook ten opzichte van de eerste meetronde (april 2020) wordt over het algemeen de kwaliteit van de sociale contacten als minder goed ervaren. Het percentage dat goed contact heeft met familie en vrienden, het percentage dat digitale contacten als positief ervaart en het percentage dat de kwaliteit van de sociale contacten als goed ervaart zijn gedaald (13 tot 17 procentpunt).

Veerkracht

Veerkracht is het vermogen van mensen om op een positieve manier om te gaan met tegenslag, veranderingen en stressvolle situaties. Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd om hun veerkracht tijdens de coronacrisis te meten, zoals ‘Ik zoek naar creatieve manieren om met deze situatie om te gaan’ en ‘Ik geloof dat ik ook positieve dingen uit deze situatie kan halen’. Deze stellingen konden zij beantwoorden met vijf antwoordmogelijkheden variërend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’.

Het merendeel van de deelnemers toont een zekere mate van veerkracht. 69% van de deelnemers geeft aan dat zij naar creatieve manieren zoeken om met de huidige situatie om te gaan. 74% gelooft dat zij zichzelf onder controle hebben, wat er ook gebeurt. 66% gelooft dat zij ook positieve dingen uit deze situatie kunnen halen en 67% zoekt actief naar alternatieven als zij bepaalde dingen door deze situatie niet meer kunnen doen.

Leefstijl

Een gezonde leefstijl helpt om mentaal, fysiek en sociaal gezond te blijven, ook in coronatijd. Het gaat hierbij onder andere om sporten, bewegen en gezond eten. Gebruik van middelen zoals alcohol en tabak kan invloed hebben op stemming en op kwaliteit van de slaap.  

In meetronde 10 geven de meeste deelnemers aan dat ze niet ongezonder zijn gaan eten vergeleken met voor de crisis: 72% eet nog hetzelfde, 15% geeft aan (veel) gezonder te zijn gaan eten, terwijl 13% aangeeft (veel) ongezonder te zijn gaan eten. Bij sporten en bewegen zien we daarentegen dat 48% dat (veel) minder is gaan doen vergeleken met de periode voor de coronamaatregelen. Van de deelnemers geeft 14% aan dat zij juist (veel) meer sporten en bewegen. 

Van de deelnemers die alcohol drinken is 11% (veel) meer gaan drinken, terwijl 28% juist (veel) minder is gaan drinken sinds de coronacrisis. Van de rokers is 29% (veel) vaker gaan roken, terwijl 19% aangeeft (veel) minder te roken. Of er ook mensen zijn gestopt met roken sinds de crisis laten deze resultaten niet zien.

Verandering in leefstijl

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Het percentage deelnemers dat aangeeft (veel) minder te zijn gaan sporten is flink gedaald sinds de eerste meetronde, maar is sinds september (meetronde 7) gestegen met 19 procentpunt. Het percentage deelnemers dat (veel) ongezonder eet dan voor de crisis was in de zomerperiode (meetronde 5) met 7 procentpunt afgenomen ten opzichte van de eerste meetronde, maar neemt ook weer toe. 

Het percentage deelnemers dat aangeeft (veel) meer of minder te zijn gaan roken is sinds begin mei (meetronde 2) redelijk constant gebleven. Het percentage deelnemers dat (veel) minder alcohol drinkt is sinds de eerste meetronde met 11 procentpunt gestegen ten opzichte van de huidige meetronde. Het percentage rokers lag in alle rondes tussen de 11 en 12%. 

Behoefte aan informatie en ondersteuning

Deze meetronde werd deelnemers gevraagd of zij behoefte hebben aan meer informatie rondom het coronavirus. 45% geeft aan dat zij hier behoefte aan hebben. Het merendeel van deze deelnemers wil graag meer informatie over de besmettelijkheid van de nieuwe varianten van het coronavirus (61%) en/of over vaccinatie en de veiligheid daarvan (58%). Er werd ook gevraagd of deelnemers behoefte hadden aan zorg of andere ondersteuning in verband met de uitbraak van het coronavirus. 3% gaf aan dat zij hier behoefte aan hebben (cijfers niet in figuur).